Om 9.15 uur in de ochtend langs de Vecht bij het oude centrum van Maarssen in de auto een kopje thee uit mijn thermoskan drinken. Het laatste weerbericht had ook zon in Breukelen voorspeld, dus ik had mijn stevigste wandelschoenen aan, we hadden allerlei routes al uitgewisseld, rondjes langs de Vecht of bij de Loosdrechtse plassen of juist naar onder naar Kockengen. Maar het was té kil en grijs en waterkoud, dus we besloten te gaan toeren.
We kwamen langs het nieuwe optrekje van prinses Mabel op de nieuwe Loosdrechts dijk en door Tienhoven en ik kreeg herinneringen terug daar wel gewandeld te hebben, vanuit Amsterdam over het Pelgrimspad dat helemaal naar Limburg leidt en aansluiting geeft op de route naar Santiago de Compostela. Ik herkende vooral de grote witte zwanenparen langs de rasters van de loodrechte sloten die de weilanden doorsnijden. We kwamen uit bij Natuurmonumenten in ‘s Gravelande.
Daar kocht ik een rond Parijs-groene-van-ijzerdraad bol, waar de vogels in kunnen fladderen voor voedsel die ik hoog in mijn appelboompje ga hangen. Sinds de allerlaatste ‘huis-tuinrenovatie’ vliegen de mussen heel laag door de tuin heen en zoeken hun toevlucht in de struiken aan de zijkant nu ze niet meer op het dak kunnen zitten, en hiermee hoop ik het voor hen aantrekkelijk te kunnen houden. En we aten brood met wildragout en ik leerde er iets nieuws: over de buitenplaatsen die er in grote getale door de machtige en invloedrijke familie Six zijn gebouwd. Ze zijn een van de stamvaders van Nederland, rijke patriciërs met grote huizen aan de Amstel in Amsterdam en een van de eerste ‘Jannen’, was bevriend met Rembrandt en ook door hem geschilderd.Maar hier op het platteland zochten ze ontspanning in hun prachtige landhuizen met moestuinen en water en bos in de omgeving.
Toen naar een al lang gekoesterde wens: naar het Singer Museum Laren. Heel vaak las ik er recensies over tentoonstellingen met schilderijen in het landschappelijke en impressionistische expressionistische bereik, met thema’s als de zee, bomen, de wind enzo, maar het museum is met het openbaar vervoer heel moeilijk om te bereiken dus is het er nooit van gekomen. Wat een fijne ruime nieuwbouw met grote tuinzalen, zo komen de schilderijen tot hun recht. Maar de huidige tentoonstelling Spiegels van de Ziel viel mij wel tegen.
Eerlijk gezegd heb ik mijn twijfels aan de wat verengde interpretatie die eraan ten grondslag ligt: namelijk dat in de toenemende industrialisatie rond 1900 kunstenaars de behoefte kregen om te verinnerlijken door hun atelier, portretten, de tuin te schilderen want deze onderwerpen lijken mij van alle tijden, en als klap op de vuurpijl eindigde de tentoonstelling onder het kopje ‘spiritualiteit’ met een biddende non van Jan Toorop en kerkgangers die uit een dienst komen uit de kerk van Laren en waar de stem uit het oortje sprak over de sfeer van verstilling tussen de kerkgangers, maar ik in mijn huidige stemming vooral robot-achtige vrouwen die allemaal op elkaar leken naar buiten zag komen.
Wat mij wel erg aansprak, waren twee schilderijen van Mondriaan, Passiebloem en Zon, kerk in Zeeland, die geleend is van de Tate Gallery. Op de eerste van waterverf en zwarte kalk en gedempte kleuren zie je een vrouw met gesloten ogen met twee passiebloemen aan weerszijden boven haar schouders en op de andere een feloranje kerktoren vibrerend in een blauw-violette lucht. Daar zie ik wel een ontwikkeling van de geest, zoekend om uit de grenzen van de concrete werkelijkheid te breken, zeker als je dan weet dat hij uiteindelijk abstract is gaan schilderen.
En hoe was er ineens zo’n onverwacht dagje-uit? Welnu, nichtje L. krijgt een boost, hopelijk, in haar kennis van het Latijn voor het eindexamen dat eraan komt, een weekend lang van 9.00-17.00 uur, ze blijkt er met drie anderen te zitten in het biologielokaal van een privéschool in Breukelen, waar 60 leerlingen van alle niveaus op zitten met 20 docenten; vandaar,