Twintig-twintig, twintig-nul-één: dat is vandaag en de dag dat ik zelf mocht zeggen wanneer ik met prepensioen ga. Er klopte namelijk niks van mijn urenregistratie en ze wilde me niet tekort doen, vandaar. Hoera! Nou, zo snel mogelijk dan, al het werk in de speeltuin was toch al verricht. Ja, dat had ze gezien, die nieuwe leidinggevende, die eerst opper-personeelsfunctionaris was. Indertijd maakt ze nog de venijnige opmerking dat de werkgever mij een gunst verleende door buitenwerk te vinden, nu gedroeg ze zich als de uitvoerende, alsof ze alleen maar de papieren in opdracht voor de anderen had klaar gemaakt...
Nogmaals heb ik gezegd dat ik het schandalig vond hoe ze mij indertijd onder druk hebben gezet. Zij knikte meelevend... en ze kon maar geen afscheid nemen van het gesprek, het zat haar dwars, zei ze. Ik had het etentje en andere eventuele feestelijkheden geweigerd, ik had het geld daarvan liever op mijn bankrekening gestort gezien. Tja, dat was de regel niet, maar ze zou het gaan vragen aan de opperbaas. ‘Ik hoef er niet bij te zijn hoor, bij dat etentje... of zal ik een lunch laten brengen dan, voor jou en je collega L.? ‘ Nou, liever het geld, zei ik prompt, maar dit was dan als extraatje bedoeld.
Ik zei dat het overal een zooitje was en je nu nergens gezellig kon zitten en bovendien zouden we ons dan beide opgeprikt voelen, we hadden het het leukst, gewoon in het bos. Maar achter is het toch wat opgeknapt... wil je het écht niet, helemaal niks? Nou ja, een bosje bloemen zou wel aardig zijn, zei ik. Dat was ze sowieso al van plan, zei ze, zal ik een taart laten bezorgen? ‘Ik ben niet zo dol op taart’, zei ik, ‘doe dan maar een saucijzenbroodje’. Oké, ze kwam het hoogstpersoonlijk brengen op de woensdag, al was het haar vrije dag. Het hoéft niet hoor! zei ik lachend, maar dat geld zou wél heel fijn zijn.
‘Maar na zó’n lang dienstverband... en dan helemaal niks... het is wel een raar afscheid...’ Ik zei haar dat het me door hen zo was aangezegd en ik opperde dat ze me ook een bonus kon geven als ze het zo vervelend vond, maar daar ging ze niet op in. Dus alleen deze week nog naar de speeltuin en dat was het dan. Ik wens je alle goeds, zei ze bij de lift. Alsof ze al weer bijna vergeten was, dat ze zelf woensdag nog langs zou komen. Op de markt kocht ik een nieuwe donkerblauwe hoed.