Deze foto in de ochtendkrant blijft in mij spoken. Het is een officiële foto van het Russische persbureau. Soldaten die zich leren verdedigen aan het front, is de boodschap erbij. Wat moet de Rus hieruit opmaken? Dat de jongens actief en alert zijn? Maagdelijk witte sneeuw voor hen, erachter een wak? Waar de vijand is, zie je niet eens. De foto is zó overduidelijk in scène gezet. Uit kerstfilms was bij mij in de kersttijd net het kwartje gevallen, dat sneeuw ook voor hoop en verwachting staat. Wil deze foto op onbewust niveau misschien hetzelfde signaal geven? Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, onze soldaten waken over ons?
Iets later zag ik een andere foto. Het is van de Oekraïense fotograaf Boris Mikhailov, meer dan levensgroot nu ook weer in Parijs te zien. Het is een portret van een bomshez. Het zijn daklozen en werklozen die leefden in de parken en de onbestemde terreinen rondom Charkov. Indertijd in 1997 was dit de prijs die Oekraïne betaalde voor haar onafhankelijkheid van Rusland, staat erbij. Hoe dat precies zit, weet ik niet. Mikhailov en zijn vrouw hielpen deze mensen met voedsel, kleding, onderdak. Én betaalden ze om model te zijn, ook naakt, in poses van de piëta en de kruisiging. Een recensent die een expositie ervan zag in het Museum of Modern Art in New York in 2011, vond het aanvankelijk onaangenaam om naar een poppentheater te kijken van mensen die weinig keuze hadden om niet mee te doen. Maar zegt uiteindelijk dat hij de dramatische wreedheid van de beelden niet kan ontkennen.
Hier dus ook een gecomponeerde foto vanuit iets dat werkelijk is. Je zou kunnen zeggen dat de sneeuw ook hier een ambivalente betekenis krijgt. De kou, die bewoning buiten onmogelijk maakt. De ongereptheid om hem heen. Tegelijk heeft hij erin gelegen, in een jas die hij waarschijnlijk onlangs gekregen heeft…Als een Christusfiguur spreidt hij zijn armen…Zie mij, het lam dat geofferd wordt, zouden mensen die de christelijke beeldtaal kennen, kunnen denken. Anderen zien een man met een scherpe, menselijke blik, die ook sporen heeft van moeheid en ontbering. Hoe anders dan die soldaten-speelpoppetjes die je in vechthoudingen neerzet, zoals op de foto van het Russische persbureau.
En toen dacht ik aan de Oudejaarsconference van Claudia de Breij, unaniem door de vrouwengroep tijdens de jaarlijkse kaasfondue, zeer hoog gewaardeerd. Zij begint dat zij alleen met een gitaar een klein liedje zingt op de melodie uit het Zwanenmeer van Tjaikovsky: ‘ dans…door de nacht…’ De melodielijn komt gedurende de hele voorstelling terug. En dan geeft zij het laatste woord, aan de prima ballerina uit Rusland, die direct na de inval gevlucht is en nu danst bij het Nationaal Ballet. En Claudia staat erbij, in een jas die tegelijk doet denken aan een zeiljack en een priesterlijk gewaad. In de kleur van het vruchtbare gele Oekraïnse graan, die, zo leerde ik pas afgelopen jaar, een groot deel van de wereldbevolking voedt. De witte zwaan die overwint, de zwaartekracht trotserend. Alleen mogelijk door kracht en wilsinspanning van het individu.