De voldoening zit erin, dat ik nu de hele sfeer en entourage ken. Zij reist elke dag uit een van de stadsdelen met de metro naar Manhattan. Dat deed ik ook. Hij laat haar zijn favoriete plekje in Central Park zien, waar hij niet opvalt, op een rots met uitzicht op de wolkenkrabbers en tegelijk met het bosachtige park om hem heen. Het zou zomaar een plek kunnen zijn, waar ik zelf ook gelegen heb. Zij verschijnt, als Assepoester, op een feest: dat is bij de Egyptische tempel in ‘The Met’. Zij leest in de ochtendspits een boek ‘Het drama van het begaafde kind, van Alice Miller’ (doelend op haar zoontje, dat een sleutelrol zal gaan spelen in de hereniging van beide), terwijl de anderen om haar heen de ochtendkrant lezen. Zó was de metro in NY, ieder deed er haar eigen ding. Ik heb een jongen gezien die er zijn bankzaken deed, met zijn pasje in de hand, op de mobiel. Ik heb in een kwartier tijd voor mijn neus een diepgaand gesprek zien ontstaan tussen een oudere man en een jongen, over afkomst, ambitie, verlangen, stuiten op grenzen. Dat ik nu NY beleefd heb van binnenuit…het stond op mijn bucketlist en NY heeft al mijn verwachtingen waar gemaakt.
Het is heerlijk om hier in het bos geen mens te zien, alleen al die tinten groen om mij heen, de grote eikenboom voor mij, de berkenboom achter het huisje, de hoge dennenboom aan de zijkant. Mijn zelf geplante Gingko Biloba, nu al iets hoger als ik zelf. Overgeplant uit mijn stadstuin en gekregen als klein stekje; de oudste, eerste boom van de wereld. Een verscheidenheid aan bomen dus, hier. Maar als ik mensen om mij heen wil hebben, dan het liefste óók in verscheidenheid. Zoals in NY, dus. I❤️NY.