Het NY waar ik zo van genoten heb, had er ook helemaal niet kunnen zijn. Het had vol hondenpoep kunnen zijn, met verlaten en vieze parken vol drugs, prostitutie, graffiti, waar 80% van de bezoekers man is. De metro’s hadden onveilig kunnen zijn, alle oude gebouwen platgegooid om plaats te maken voor alleen maar zakelijke, protserige prestige: Donald Trump en zijn vader worden met name genoemd, die zich hard daarvoor maakten. Zo was het in de jaren 60-70 van de vorige eeuw. Het is een razend interessant informatief boek, dat prominent op een schap lag in de museumwinkel van het Whitney Museum, en dat ik nu in Nederland dus besteld heb.
De rijken hadden zich kunnen terugtrekken in hun eigen enclaves. Robert Moses had te ver kunnen gaan in zijn stadsplanning, die aanvankelijk wél New York tot één geheel maakte, door wegenbouw, speeltuinen, stadions, stadsstranden, grote publieke zwembaden, Lincoln Centre, hoge torenflats voor de witte middleclass…
Maar hij wilde de auto de voorrang geven, een weg dwars door het nu zo levendige Washington Square.En toen stond er een dame op: Jane Jacobs en haar stem is doorslaggevend geworden: NY zou een stad worden waar fietsers en voetgangers zich ook welkom voelden, de gelaagdheid aanwezig zou blijven, door oude gebouwen te behouden en te vullen met de mensen van nu, en met hen die er al van oudsher wonen. Haar boek The Death and Life of Great Amerikan Cities (1961) is een klassieker geworden voor stadsplanning, wereldwijd.
En er stonden kunstenaars op, die deze democratische tijdgeest ook handen en voeten gaven; zichtbaar maakten, voor iedereen.
Keith Haring dook de metro in en vulde de gangen met zijn boodschap.
En ook uit de wereld van de immigranten kwam een stem: De kunstenaar Jean Michel Basquiat (1966-1980) maar 27 jaar geworden, geboren in Brooklyn uit ouders uit Haïti en Puerto Rico. Zijn moeder ging, toen hij kind was, regelmatig met hem naar het Brooklyn Museum. Nu heeft hij zelf wereldfaam. Hij begon het zwarte bewustzijn te vertolken, aanvankelijk op straat, maar hij werd ontdekt door Andy Warhol, die op zijn eigen wijze plek gaf aan de ‘lage cultuur’; popart, het reproduceren van een filmster als Marilyn Monroe en de gewone blikjes soep uit de schappen van de supermarkt.
Én los, geheel spontaan, ontstond er vanuit de jeugd in diverse bevolkingsgroepen rondom Manhattan, een nieuw soort muziek, die Hip Hop is gaan heten. Ook hier een zelfbewustzijn, dat alle diversiteit goed is, omarmd kan worden, dat je stijlen en genres kunt mixen en van eigen ritmes kan voorzien, dat de stad van iedereen is. Hieraan vooraf gaand was er al Mighty Sparrow, die de Caribische Calypsomuziek combineerde met een liefdesverklaring aan NY. Hij noemt alle zwakke kanten op van de stad, maar toch…Voor de tweede keer open ik een dag met dit nummer, nu ook Nederland een weekende is gehuld in tropische temperaturen, ik zat tot laat in de avond achter mijn klamboe, hier in het bos.