zondag 28 maart 2010

Maartse kerk

Het is vandaag wel echt maart-roert-zijn-staart-weer. Het ene moment schijnt de zon en nu in een klap regent het pijpenstelen. En dat terwijl ik besloot om doelloos richting het centrum van de stad te gaan en dacht uiteindelijk wel weer uit te komen aan de oever van de rivier. Maar dan regent het en schuil ik maar weer in mijn blog.

Vanochtend besloot ik om niet te gaan naar de Palmzondag-viering bij de Clarissen, die het begin is van de Goede Week, het hoogstandje van de hoogtijdagen in de katholieke kerkelijke liturgie. Velen die niet kerkelijk zijn, storten zich op de Matheuspassion van Bach en ook ik heb al weer een beginnetje gemaakt. Een hele mooie sobere uitvoering met het knapenkoor uit Cambridge en als sopraan Emma Kirby, die ook in de Oude Muziek haar naam heeft gemaakt.

Palmpasen was vroeger een vrolijk feestje. Met Palmpaasstokken, een zoet broodje in de vorm van een haantje en snoep en pindaslingers waarmee je het geheel opsierde. 'Van Intocht naar opstanding', zo verwoorden de Clarissen de Goede Week, in het 'programmaboekje' dat ze maakten. Voorop een plaatje van de achterkant van Jezus op een ezel, die onder een stadsboog doorgaat, richting het licht.

Ja, het blijft een prachtig verhaal en een volkomen grillig verhaal: de ene week triomfeert Jezus en in een week tijd hangt hij aan een kruis en verrijst hij uit zijn graf. Allemaal nooit echt gebeurd. Maar als je het elke jaar weer tot leven wekt, dan blaas je het verhaal vanzelf wel levensadem in. Dit jaar ben ik er niet zo voor in de stemming. Ik hoef nu even geen verhaal die over de grilligheid des leven kond doet. Dat is zó ook wel te ervaren.

Al is het maar in het eigen brein, dat zichzelf het ene jaar volkomen overrompeld en ontroerd vindt in het intens beleven van het passieverhaal, en dit jaar daar eventjes helemaal geen lust an heeft. Een postmodern brein? Het hap-snap, zappend beleven van nu eens het een en dan weer wat anders? Niet in staat om trouw te zijn aan Een iets, iemand enzovoort?

Bij mij overheerst nu vooral de verfrommelde context van degenen die het verhaal jaar in jaar uit vertellen. Die Universele Kerk, dat machtsbolwerk waar in het persoonlijke leven van priesters en broeders dat hele idee van ondergang en toch weer kunnen verrijzen, ook een weg is geweest om het eigen straatje schoon te wassen.

Zij, de plaatsvervangers van Jezus himself. Ach, dan wist je wat van seksmisbruik of deed je er zelf aan: hoe makkelijk om dat te vergeten, als je jaar in jaar uit zo'n machtig mooi verhaal verkondigt: over licht en duister, en verraad van vrienden, en een kruis en een opstanding. Als je de biecht mag afnemen en de zonden van anderen namens God mag vergeven.

De geldcrisis gaat geheel langs mij heen. Maar een kerk en de mensen daarin die jaar in jaar uit zich verhouden tot één verhaal: ik geloof er niet meer in. Ik luister naar Bach en heb meer vertrouwen in alle 'geseculariseerden' die dit met overgave zingen, beluisteren en mee leven. In de Mattheuspassie sijpelt het passieverhaal via je poriën naar binnen. Zo heel anders dan het woord, dat vaak blijft steken in intentie en weg kan duiken in goede wil. In de kerk is het vaak maarts weer: je kunt er niet op bouwen.