Een opvallend paspoort'voorstelling' op Oerol was Mariaverschijning van Everybody likes pinguïns. Of dit nu een instantnaam is van de twee uitvoerenden of dat er sprake is van een echt theatergroepje, ik weet het niet. Op een heuveltje midden in de bossen van Hoorn, was op al bestaande cementen platen een altaartje gemaakt met daarbij alle parafernalia die horen bij de rijke roomse traditie van de Mariaverschijning: Mariabeelden, waxinelichtjes, kaarsen, de bijbel, de mogelijkheid om intenties en wensen op te schrijven.
Onderweg naar boven hingen er aan waslijntjes tussen de bomen wensen en gebeden en bovenaan de top waren de schubben van de hoge dennenbomen geheel wit bedekt met de wensen zo ver je reiken kon, die op lege bierviltjes geschreven konden worden. Wat je las bevatte het hele spectrum van het menselijk verlangen. Plus theatrale, grappige uitingen en statements. Want wat was dit nou? Een theatervoorstellinkje of een klein bedevaartoordje, door mensen eigenhandig gemaakt, zoals elk bedevaartoord?
Een meisje heette je welkom. Er was een groep iets afgedaald in een kom waar Maria zou kunnen verschijnen en een jongeman was druk aan het oreren tegen het groepje dat om hem heen stond. Het klonk als een opwekkingspreek. Maar op een gegeven moment zag je wel iedereen huggen met elkaar en op het einde riepen ze allen: Alleluja. Ik wilde eigenlijk al weg, maar plotsklaps bevond ik me toch in de kring van mensen die het meisje nu toesprak.
Zij bracht het geheel anders dan de jongeman. Een heel juiste balans tussen ernst en theater. Haar verhaal kwam erop neer, dat zij ook niet wist of Maria nu aan ons zou verschijnen. Dat wat in de wereld telde Geloof, Hoop en Liefde was. Toch? Wie had dat niet nodig? Wie durfde daar niet in te geloven? Ze vroeg of we in een kring wilden gaan staan en elkaars hand wilde pakken. Of we allemaal stil wilden zijn, je ogen te sluiten om zo het bos gewaar te worden. En wellicht de stroom van liefde die er door iedereen heen ging.
Ze gaf een ieder een kaartje met een afbeelding van Maria en vroeg of je daar je wens of verlangen op wilde schrijven. Om het in je portemonnee te stoppen en wellicht zou je het een keer weer vinden, op een donkerder dag, als je wel wat liefde kon gebruiken. Toen vroeg ze of je, als je dat wilde een ander zou huggen. Iedereen hugde met een ander. En vervolgens zei ze, terwijl ze de boskom inkeek, waar een paars neonlicht brandde: als je nu Maria ziet, Maria die een en al liefde is, zeg dan Alleluja. En ja hoor, ook deze groep zei langzaam maar zeker, allemaal Alleluja.
Het stemt tot nadenken, zo'n 'voorstelling'. Vooral de vanzelfsprekendheid waarmee een ieder zich toch overgaf. Het meisje deed me aan mezelf denken, als ik meditatie geef. Ook ik denk daar weleens bij: er zit een element van theater in. Het is toch de bedoeling om je verhaal ofwel de meditatie zó te brengen, dat mensen erin méé kunnen. De sfeer die er in dit stukje Hoornse bos hing, was dezelfde als in Lourdes. Iets zachts en iets teers en niemand die er de spot mee dreef, daar. Grappig en wel mooi, toch?
Liefde, dat wil je toch serieus nemen. Of misschien eerder: je kunt niet anders, wanneer men over liefde praat tussen de mensen, als verlangen en vermogen, dan dit beamen met een volmondig JA, ik wil.