woensdag 13 juli 2011

Dresden

Hier zit ik dan, voor het eerst alleen in het huis van U., ik zou meeliften naar Leipzig, waar ze voor haar werk moest zijn, ze werkt bij een bank en doet iets met huizen ofzo. Hypotheken verstrekken ofzo, ik weet het niet. Net zoals met haar volleybalgroep van vrienden-collega's is praten over werk taboe: die moet een rondje geven. Afgelopen maandag vierde ze met hen haar echte vijftigste verjaardag: volleyballen op een zandstrandje bij een afgegraven kiezelmeer midden in Dresden, een pasta salade, vruchtenbowl, stukken pizza eten, drinken, en heel veel praten en lachen.

Waarschijnlijk toch nog een overgebleven rest uit de DDR, deze hechte combinatie van vriendenclub en werk, damals had elke bedrijfseenheid verplicht een sportclub erbij. Alhoewel de club oorspronkelijk is opgericht door een West-Duister: die stroomden na de Wende naar Dresden en de bank, om aan de Oost-Duitsers het bankvak te leren. Afgesneden van familie en vrienden, op zoek naar nieuwe sociale contacten. Alleen voelen de Wessies er zich uiteindelijk niet meer in thuis, U. is nu 15 jaar lid van de club, die nu alleen nog uit Ossies bestaat.

De tijd hier in Dresden, bijna elke dag fietsend langs de liefelijke brede groene oevers van de Elbe,vol met olifantenpaadjes, de Dampfschiffe die er al 175 jaar varen, ze hebben het Bombardement in 1945 en de DDR-tijd doorstaan, familie en vrienden van U ontmoeten, aan de Elbe zitten op een oude deken of in een van de vele Biergarten... het is een kaleidoscoop vom bonte ervaringen. Bij U. thuis laat ze me filmpjes op YouTube zien: de band Unheilig die hier drie dagen aan de oever optrad met de hit die zeven weken op nr 1 stond: Wir sind geboren um zu leben, Karl Gott, de allergrootste Tsjechische zanger, ook in DDR-tijd zeer populair, de zangeressen Yasmin Levi en Zaz, waar ze dol op is.

Onderwijl zit ik ook bij mijn tentje tot diep in de nacht, de avonden zijn zwoel, lees in de bloemenvelden ergens in het hoge gras bij de Elbe in Der Turm van Uwe Tellkamp, over het leven van meerdere families in de laatste jaren van de DDR. Het boek hier werkte zoals de boeken van Connie Palmen; iedereen in Dresden speculeerde wie, wie in het echt was, zodat het bijna niet meer ging over het boek zelf. U. vindt het een heel goed boek, met veel subtiliteiten die ik er natuurlijk nooit uit kan lezen. Ik lees naakte feiten, zoals dat men hier op bruinkool stookte, modder noemt U. het en het stonk verschrikkelijk, waardoor ik weer beter de lol kon begrijpen op het volleybalfeestje, waar het in vlagen vreselijk naar het riool stonk en men onderwijl zei wel erger meegemaakt te hebben.

Gisterenavond naar de film DREI geweest, aan de Elbeufer, een grote openluchtbioscoop met plaats voor 3000 mensen aan een verlichte skyline van Dresden. Daar op dat grote gebouw, helemaal links, daar op stond in DDR tijd met grote rode letters: Der Socialismus wird siegen en nee, de Frauenkirche was natuurlijk nog niet herbouwd, dat was vroeger een grote herrinneringplaats over de gruwel die het Westen had aangebracht, de Semperoper werd wel herbouwd en U.herrinnert zich de heropening in 1985 nog goed.

Ik ben dus niet mee naar Leipzig gegaan. Teveel. Vandaag eindelijk weer eens een blogje, wat rondboemelen, ik doe niet anders, en vanavond naar De Scheune, een alternatief theater en muziek plek midden in de Neustad die intact is gebleven, geheel na februari 1945, en die anno 2011 ook voor een deel de Yuppievernislaag die er na 1990 overheen ging, heeft overleeft.

Dresden doet bij mij hetzelfde als Berlijn: je reist door meerdere tijdslagen heen, tussen verwoesting en wederopbouw en het is heel bijzonder om daar mensen in levende lijve over te horen vertellen.