zondag 3 juli 2011

Sui Jianguo

In de trein dacht ik plotseling aan dat spelletje, waarvan ik niet weet of het een Chinese oorsprong heeft. Het gaat zo: Je speelt het met zijn tweeën met een hand. Een vuist is de Steen. Wijsvinger en langste vinger van elkaar in een 'knip'-houding is: Schaar en een vlakke hand is Papier. Tegelijkertijd maak je één van de gebaren. Twee vuisten is dus twee stenen, dat is gelijk aan elkaar. Maar het kan natuurlijk van elkaar verschillen, wat je opsteekt en dan is het zo: de steen wint het van de schaar, want deze kan de schaar vermorzelen. De schaar wint het van het papier, want kan deze kapot knippen, het papier wint het van de steen, want het kan deze geheel omwikkelen.

Dit, kwam in mij op, terwijl ik de tentoonstelling in museum Beelden aan Zee in Scheveningen, nog eens door me heen liet gaan met werk van de Chinese kunstenaar SUI JIANGUO. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste beeldende kunstenaars in China en is ook docent aan de kunstacademie in Beijing. Niet vervolgd kennelijk, zoals Ai Wei Wei, terwijl er in de bijgeleverde interpretaties erg de nadruk werd gelegd, dat zijn werk zou gaan over de onderdrukking van het Chinese regime na 1989. Grote rotsachtige stenen die gevangen zitten in netten. Een steen, gevangen in een vogelkooi, Mao-pakken zonder lichamen, bronzen beelden overgoten met witte kalk, replica's van beelden van Michael Angelo, in Mao pak, een grote ronde meer dan menshoge bol, die mensen dus kan platwalsen, in een kooi,met beperkte bewegingsruimte. Enzovoort.

Maar kunst die je aangrijpt, is altijd ook universeel en ik zag ineens dat er ook een confuciaans, Chinees universum in zijn werk besloten zit: hard en zacht, steen en rubber met elkaar in co-existentie, beweging en stilstand, graniet en lood tesamen een eenheid,, aard en roestkleuren naast de felle zoete kauwgumkleuren van het Hollandse bordje dat hij drie dimensinaal heeft uitvergroot. Kleine kiezelstenen die hij met de computer vergroot heeft en daar moderne staalachtige konstrukties van heeft gemaakt, meer dan menshoog: het universum in een kiezelsteen verborgen.

Eenheid en diversiteit, tegengestelde krachten die het met elkaar uit te zoeken hebben, het verstrijken van de tijd gematerialiseerd, door elke dag een stok in de verf te dopen en te laten drogen, drie jaar lang, zodat een luciferbolletje zo groot wordt als een kleine ballon...Zijn werk bevat ernst en humor, sobere strenge abstractheid en frivoliteit, zachte en harde krachten, stilstand en beweging. Heel mooi.

Zoals in dat spel met de hand: het lot is grillig, je weet niet wat er zal gebeuren omdat je niet weet wat die ander met zijn hand doet: het resultaat kan zijn dat die je een doodsteek geeft, of misschien is het toch een uitgestoken hand: winst of verlies, je weet het nooit. Zo kom je dicht bij het spel dat Leven heet, of je nu leeft in China of in het Vrije Westen.