zondag 3 juli 2011

Snoepwinkel

Stel: je ziet in de snoepwinkel een gigantische zak snoep, maar je mag er niet aankomen. Omdat je het geld niet hebt om het te betalen, omdat het heel slecht voor je is, omdat je ooit hebt afgesproken om nooit meer snoep te eten. En dan doe je het toch. Je steelt de grote zak snoep in een onbewaakt moment. Hoe erg is dit? Ach...

Nu wordt deze zak snoep gestolen door twee verschillende soorten van mensen. De ene is een jongetje van tien met weinig zakgeld en de ander is rechter van beroep. Is dit nu hetzelfde vergrijp, of verandert de betekenis door wie die zak snoep steelt? Het vergrijp blijft dezelfde, natuurlijk. Maar ik vind dat het een andersoortige betekenis krijgt of een kind zich hiertoe laat verleiden of als een rechter dat doet.

Stel nu dat de diefstel ontdekt wordt door soortgenoten: het jongetje deelt de zak met zijn vriendjes, die voelen nattigheid, hoe kan hij dat nou in hemelsnaam betalen? Ze besluiten er met zijn allen niks van te zeggen en eten lekker de zak snoep leeg. De volgende keer gesamenijk pad?...

En iemand anders heeft die rechter die zak snoep zien stelen en vertelt het aan een de opperrechter: in gesamenlijk overleg besluiten ze om het zo te laten en weer een zak snoep te stelen, als dat zo mogelijk is....

Is hier nu nog steeds sprake van hetzelfde vergrijp? Ja, er is een zak snoep gestolen. Maar de betekenis ervan is toch ook een geheel andere.Rechters die tesamen zich vergrijpen en het verdonkermanen, dat is toch wat anders dan wanneer een paar schooljongetjes het doen. Want van rechters verwacht je rechtvaardigheid, dat zij het recht handhaven, dat ze eerlijk en betrouwbaar zijn. Je hoopt je veilig te voelen bij hen, je leunt zelfs op ze, eventueel, als je het soms zelf niet meer weet: dan is er nog altijd rechtspraak. Rechters die over de schreef gaan die verkankeren daarmee óók de rechtspraak, dus hun eigen bestaansrecht.

Waar gaat dit over, vraag je je misschien af. Welnu: Priesters en broeders die zich collectief vergrijpen aan kinderen, dat is erger dan wanneer ditzelfde gebeurd is, in rijksinstellingen. Vind ik. Elk seksueel misbruik is vreselijk en misdadig. Maar waar de kerk ooit het morele instituut bij uitstek was en het je ontfermen over je kudde en het prediken van liefde bij je kerntaken hoort, daar weegt het zwaarder. Zeker als dezelfden vinden dat vrouwen niet dat ambt mogen bekleden en homoseksualiteit iets slechts is, terwijl meer dan de helft zelf homo is. De heftigheid van de maatschappijke reactie, dat mensen eindelijk erover durfden te praten: dat alleen zegt al genoeg.

Vlak voordat ik de trein in stapte, kregen E., priester, en ik daar onverwacht een felle discussie over. Hij vindt dat de focus te veel op de kerk is komen te liggen, terwijl er in rijksinstellingen dezelfde soort dingen zijn gebeurd. Hij vind het pijnlijk, geloof ik, dat ik voet bij stuk houd, dat het ook wat anders is. We besloten er nooit meer over te praten. Dit blogje: dit is dan ook voor mij de laatste keer. Omdat ik genoteerd wil hebben, in het openbaar, dat ik vind dat seksueel misbruik nooit en te nimmer in de doofpot mag verdwijnen en een kerk die dat ook maar een beetje doet en zelfs in de slachtofferrol gaat zitten in de trant van 'We worden te hard aangepakt, nu', letterlijk en figuurlijk lijdt aan decorumverlies.