Tussen Kassel en Venetiƫ was ik een paar dagen thuis, maar ik deed alsof ik nog weg was. De was gedaan, die weer gedeeltelijk meeging naar de volgende reis en heel veel buiten geweest, aan de rivier, zandkastelen bouwen. Dat is zo'n bezigheid die goed paste bij mijn DUUR-gevoel (zie vorig blogje): je bouwt intens, je verbeelding neemt je mee naar een gedroomd sprookjesslot en je vind het helemaal niet erg om te weten dat het enige uren later, als je het strandje verlaten hebt, er wellicht al weinig meer te zien is van al je inspanning en intenties.
Wat me van die dagen ook bijstaat is de turnpresatie van Epke Zonderland. Dat men die twee minuten ofzo met spanning, ontzag, verbazing gekeken had: zou het hem lukken?, kan dit ? Alles dat niet zweeft aan een zijden draadje of het gelukken zal, maar geheel afhankelijk is van die jongeman aan de rekstok: wordt dit extatische roem of een gigantische smak naar beneden? Ik bekeek het filmpje dus erna, vanaf zijn site, ongelofelijk die flying dutchman, ik betrapte me op de neiging om te denken dat dit getruukt was. Wat moet het spannend geweest zijn om dit live op de TV te zien.
Nu, terug van Venetie, vind ik de mooiste foto in de oude kranten, die van Epke met de tranen die over zijn wangen stromen, omarmd door journalist Umberto Tan. Een man die huilt, mannen die elkaar omarmen, de Nederlandse man is werkelijk veranderd. Epke brak, door de vraag van Umberto: 'Hoe is je het gelukt om tot deze prestatie te komen?' En Epke antwoordde: Alleen had ik dit niet gekund... ik weet maar al te goed dat ik afhankelijk ben van zoveel mensen om me heen, om dit te kunnen.' En de emotie kwam.
Dat is toch de mooiste bron van waaruit emotie kan gaan vloeien: weten dat je iets nooit alleen doet, dat je altijd afhankelijk bent van anderen, dat de verbondenheid van mensen met elkaar, je de mogelijkheid geeft om boven jezelf uit te stijgen. Een kort moment maar, zo weer weg, maar wel echt gebeurd en even aanwezig in de werkelijkheid. Zoals dat zandkasteel, die DUUR(t).