donderdag 30 juni 2016

Death Watch, Life Guard

Na jaren geroepen te hebben dat dát nou een film was, die ik nog eens terug wilde zien, vond ik deze dan eindelijk in een winkeltje in Amsterdam in de winter. Toch kwam ik er niet toe om het meteen te gaan bekijken. Ik was bang dat het tegen zou vallen: zoveel beelden zo scherp in mijn geest die zo'n grote indruk op me hebben gemaakt: wilde ik dat eigenlijk wel verstoren ?

Toen las ik deze week in Trouw een mijmering van Ger Groot, waar deze film Death Watch ook genoemd werd. Dit in het kader, dat de tijd waarin je leeft zo is als het water voor een vis: je beseft  niet wat heel kenmerkend zal blijken te zijn voor jouw tijdperk. Het ging over middeleeuwse muziek waar een man in de film zegt daar geheel in te leven en dat Ger Groot heel lang op zoek is geweest naar die middeleeuwse componist.Totdat hij ontdekte dat de muziek voor de film gecomponeerd is en dat hij dat toentertijd niet waarnam, maar nu wel.

Want de film is alweer bijna veertig jaar oud. Dus ik bedacht me dat ik zelf dus ook al minstens dertig jaar ouder ben dan toen ik die film zag en dat de ervaring van toen waarschijnlijk los zal blijven staan van wat ik er nu  aan zou ervaren. Het is een soort van sci-fi: een vrouw krijgt te horen dat ze nog maar kort te leven heeft en dat besloten is dat de hele natie haar stervensproces van dichtbij zal meemaken. Ze wil dit ontvluchten, maar weet niet dat de aardige man die ze onderweg ontmoet een camera in zijn oog heeft en ze dus toch natie-wijd te zien is.

De manier hoe zij koel, helder water in een woest, ledig landschap, Schotland zo blijkt, over haar gezicht gooit, hoe hij, de cameraman, op een tv zijn beelden ziet en ineens weet wat voor vreselijks hij haar daarmee aandoet, hoe hij daardoor zelf blind wordt, hoe zij aankomen bij een oudere geliefde van haar die in een huis vol boeken woont in de wildernis: het klopte allemaal met mijn herinnering.

Hoe zij, wanneer haar verteld wordt dat het allemaal fake was, en zij dus nog lang kan leven, dan toch besluit om... Aan de toen gefantaseerde techniek: oude bakbeesten van computers, drukknoppen, broeken met wijde pijpen, oubollige kapsels, zie je dat de film uit die tijd kwam, eind zeventiger jaren van de vorige eeuw.

Maar ik zag tegelijk hoezeer de thematiek nog altijd de mijne is en  die ik nu maar even kort samenvat met: willen léven en niet geleefd wórden. En misschien ook iets dat gaat over het gegeven dat de wijze waarop anderen naar jou kijken, nooit  kan samenvallen met hoe je jezelf waarneemt.

Gaat dit dan over eenzaamheid? Ik denk dat het uiteindelijk gaat over ultieme vrijheid: je hebt maar één uniek leven, jouw leven, dat alleen jij zelf  vorm kan geven op een wijze die geheel en al bij jou alleen past. Je kunt je omstandigheden niet modelleren, maar wel de wijze hoe je ermee om gaat: laat je je leiden daar anderen of daal je af naar het leven, diep in je? Death Watch zo heet de film, maar hij zou ook Life Guard kunnen heten.

Dat vreemde in mijn hoofd

Na een dik boek meer dan 600 pagina's  lang meegeleefd te hebben met Melvut, een Turk die Boza verkoopt in Istanboel, Boza is een yoghurtdrankje dat men serveerde met kikkererwten en kaneel, een drankje dat vroeger thuis door mensenhanden werd klaargemaakt, waarmee men met een juk door de straten liep en 'bozaaaa! 'riep, na dus een leven mee gemaakt te hebben, in een oude stad vol kronkels die verandert naar een eentonige metropool met asfaltwegen, kwam er een beschrijving die ik exact zo zelf beleef:

Melvut voelde dat het licht en donker in zijn hoofd op het nachtelijk landschap van de stad leek. Misschien was dat de reden dat hij, ongeacht wat hij ermee verdiende, al veertig jaar door de straten van de stad liep om boza te verkopen. Hij besefte nu duidelijk wat hij al die veertig jaar wist maar zich nooit zo duidelijk had gerealiseerd: 's avonds laat in de stad gaf hem het gevoel dat hij door zijn eigen hoofd dwaalde.
Mooi boek van Orhan Pamuk: Dat vreemde in zijn hoofd. Alleen de titel al, nodigde  mij meteen uit, dat ik me in dit boek wel wilde nestelen. Dan maak je het leven van iemand mee, die een jaar ouder is dan jezelf, en wat ik steeds deed was: terug  gaan in mijn eigen leven: waar hield ik me in die tijd mee bezig? Dan ervaar ik heel sterk dat ik in het vrije westen ben opgegroeid, waar de seksuele moraal een geheel eigen leven is gaan leiden en mannen en vrouwen in ieder geval hebben gestreefd naar gelijkwaardigheid.

Het boek heeft een mild-melancholische ondertoon. Tenminste dat had het voor mij, ingegeven door de titel en door een algemeen bewustzijn, dat alles komt en gaat: de mensen, de dingen, plekken, jij zelf... Lopen en dwalen is het tempo waarmee je dat elke keer weer, aan den lijve kunt ondervinden.

Die titel komt uit een gedicht van William Wordsworth:
Dat vreemde in mijn hoofd
een gevoel niet voor dat uur
voor die plek te zijn.

woensdag 29 juni 2016

Hoog en laag

Tja. In de lente en de zomer bestaat het grootste deel van mijn tuinactiviteiten uit snoeien. Het groen schiet alle kanten uit en hoe sterker het oerwoud is geworden in de loop van de jaren, hoe harder alles groeit. En dan zeggen ze ook: snoeien doet groeien.

Enfin. Tijdens mijn  vakantie is de buurman het dak op geweest, want bij een van de tropische buien, liep het water voor bij hem uit de dakgoot. Hij had foto's gemaakt en vreesde dat al die klimop en bruidssluier zich aan het vastzetten was op het dak. Dus ik moet het dak op. Hij heeft een grote ladder, maar die heeft hij keurig aan de muur van zijn schuur gemonteerd, een hele heisa om die eraf te halen.

Dus nu denk ik erover om zelf een telescoopladder te kopen. Als die lang genoeg zijn, om daar het dak mee op te kunnen.... Ik kan het ook maar het best via internet doen en thuis laten bezorgen. En dan maar hopen, natuurlijk, dat na die aanschaf ik er ook jaren nog gebruik van zal maken. Want als de mussenkolonie weg moet, dan heb ik er ook niks meer te zoeken. Hoewel? Het uitzicht daarboven is fantastisch. Kan er met een stoeltje gaan zitten. Ha!

Ik vind het wel leuk om in blogjes het praktische met het 'hooggestemde', dat woord past nu wel, te combineren. Dus daarom hier ook nog het 'gedicht' van de maandagochtend-meditatie, dat wel in goede aarde viel. Ook toepasselijke woorden, nu.

Liggen in de zon
in een duinpan
met de ogen dicht
plotsklaps, heel dichtbij
een geluid, een plof
alsof ik bij mijn oor
werd aangeraakt.
Het was een meeuw
vrij zeilend
in de wind.

Even hoorden wij bij elkaar
de vogel wier element
de ruime blauwe hemel is
en ik mens
van de grond, genesteld in zand.

Zo lopen de lijnen
van hoog en laag
van onder en boven,
 de breedte en de diepte,
van reiken en verlangen
van stil-zijn en gegrond zijn
door een ieder.

En in het hart
van elk kruis
worden we bewoond
door het Licht
dat alles omvat.

maandag 27 juni 2016

Onvoorwaardelijke Liefde

Sinds heel lang geleden raakte ik weer eens verzeild in een 'geloofsgesprek'. Als je het zo zou kunnen noemen... Ik zat in mijn tuin en meende dat in het plantsoen, bij het Cruijf-voetbalveld er een stelletje jongeren keihard muziek afspeelden, terwijl ze een poging tot een BBQ deden, gezien de rookontwikkeling. Ik dacht: dat duurt niet lang, zo meteen komt de politie, want iemand in de buurt zal daar wel de telefoon over oppakken.

Maar plots hoorde ik een jongensstem:' Vroeger was ik aan de drugs, maar toen leerde ik Jezus kennen, ook jij kunt Hem leren kennen, je tot hem keren en dan weet je zeker dat je in  hemel komt en niet in de hel, want hij is gestorven om jou te redden'. Enzovoort. Verhip, dat was live, dus ik besloot een kijkje te gaan nemen.

Ik belandde in een soortement van drietrapsraket: eerst kwam er terwijl ik er naar toe liep,  een vrolijke jongen op me af, die me uitnodigde voor de BBQ. Er speelde een muziekbandje, met Hillsong-achtige liedjes (Hillsong is een grote Amerikaanse Beweging, die stadions volkrijgt met popliedjes die ook over God enzo gaan). Een mevrouw naast me vroeg ineens of ik ook een hapje eten en iets te drinken wilde. 'O, je hoort er ook bij?', vroeg ik. Ja, en meteen vertelde ze haar wonderbaarlijke verhaal: dat ze verlamd is geweest tot haar hoofd en toen ze God gevonden had werd ze langzamerhand genezen.

Dan raak je als vanzelf in gesprek. Want ik vroeg haar of ze in God was blijven geloven, als ze nou niet genezen was. Ze dacht van wel: er is ook iemand lid die in een rolstoel zit, zei ze. Tjaa...allengs werd het gesprek substantieeler. En precies toen ze er niet helemaal meer uit kwam, door al mijn vragen en tegenwerpingen (het gaat dan bij haar om een Rechtvaardige God, die Jezus zond die ons wil redden, en ik roep dan alleen maar dat God, Onvoorwaardelijke Liefde is....), toen kwam er een andere vrouw bij.

Ze bleek Anja te heten en ze was duidelijk meer geschoold en onderlegd. Vreemd is altijd bij dit soort gesprekken, dat je een heel eind met elkaar op weg kunt en de ervaring deelt dat de wereld er anders uitziet als je die probeert te leven vanuit 'hoe God die bedoelt heeft': geen kwaad dat we elkaar aandoen, iedereen betrokken op elkaar: dat wat ommekeer of bekering is gaan heten. En dan scheiden de wegen zich. Want al die gelovigen zitten vervolgens vast in hun kleine, dogmatische geloofswereld, waarvan ze hopen dat jij daar ook bij komt.

Dus ik zei uiteindelijk dat ik er verdrietig van werd. Dat ze keer op keer in hetzelfde mechaniek trapte: Mij maken tot degene die bekeerd kan worden, zij op de plek waar de waarheid is. Dat dit echt niet kon, dat het toch niet kon zijn dan zij met haar 2200 kerkgemeenschappen wereldwijd, alleen de waarheid kon hebben? Dat er zóveel clubjes en groepen zijn, die dat denken en daarmee scheiding aanbrachten tussen mensen, in plaats van vereniging.

Het opmerkelijke was dat ze op het eind van het gesprek zei: 'Het spijt me dat ik je verdrietig heb gemaakt.' Ik wenste haar 'Alle Goeds' toe en we schudden elkaars hand. Ik zou werkelijk willen hopen dat het gesprek iets van haar eigen zekerheden aan het wankelen heeft gebracht. Dat ze zou blijven bij die Onvoorwaardelijke Liefde, die er tussen jou en elk mens voelbaar is.

zondag 26 juni 2016

Stationsbericht

Ach ja, zo is het ook: om de een of andere reden is er om 22.23u nooit een aansluiting met Dukenburg. Dan de tijd maar eens besteden aan het schrijven van een blogje. Want wifi doet het wel uitstekend op het station.

Heerlijk een dagje in Amsterdam geweest, ik kan nu een maand lang vrij in het weekend reizen voor maar 39 euri.Vorige week ging het in: van Leeuwarden naar huis. Amsterdam blijft mijn favoriete Nederlandse stad en ik viel midden in het jaarlijkse straatfeest rondom het Spui, de Prinsenstraat. Niks zo leuk als flaneren in de zon,  bij het water je brood opeten, mensen kijken.

Niks zo leuk, als een dag die zich van zelf ontvouwt. Zo liep ik naar huis Marseille in de buurt, een prachtig grachtenpand met vaak heel goede fototentoonstellingen. Zo ook nu: een overzicht van het werk van Stephen Shore. Je vergeet vaak dat wijzen van kijken en fotograferen vaak door een mens is uitgevonden, waarna het gros van de mensen gaat volgen.

Dat is hij dus, een soort van aartsvader: de oppervlakte van snapshots met draden naar wat eromheen is, het alledaagse wat bijzonder is en Uncommon Places. Toen ik weer buiten was, zag alles er even uit als door zijn ogen: de foto's lagen voor het oprapen. Ineens zie je ook iets van De Mens, onveranderlijk dezelfde maar met andere parafernalia om zich heen.

O, help, de trein vertrekt zo, dan zou ik weer een uur moeten wachten. Tot zover dus.

vrijdag 24 juni 2016

Jongeren en tijd van leven

Tijdens mijn studie theologie begon het al: de vraag naar 'de jongeren'. Ik begreep daar toen niks van. Achteraf gezien was ik natuurlijk zelf jong, maar ik telde niet mee in die vraag: ik was immers al 'binnen': ik werd theoloog en zat daarmee al in de wereld, waar alle andere jongeren bij weg bleven. Dat is dus mooi tegengevallen: want ook ik voelde me uiteindelijk niet genoeg thuis in de kerk en de christelijke wereld, om daar mijn beroep te kunnen uitoefenen.

Nu hoorde ik de vraag ook al gesteld op Oerol: waar blijven de jongeren? Een groter gedeelte van het publiek bestaat uit mensen rondom mijn leeftijd: vaak, net als ik, ooit aangestoken door het Oerol-virus en altijd trouw weer terugkomen. Maar het aparte aan Oerol is, dat alle theatermakers juist jong zijn. En dat er, vergeleken met kerkelijke en christelijke kringen, er toch ook heel veel jongeren zijn. Voor hen geldt kennelijk ook: eenmaal de moeite genomen om de oversteek naar het eiland te maken, dan raakt het Oerol-virus je  aan. Ik vond het leuk om onder de vrijwilligers zowel veel grijze koppies te zien, als heel veel 'jongeren'.

Vanochtend besloot ik het toeval haar werk te laten doen, net zoals bij de Chinese I TJING. Geef me eens een psalm waarop ik kan mediteren, was mijn vraag. Daartoe husselde ik met ogen dicht het handzame psalmenboek, zodat ik niet meer weet wat boven en onder is, voor of achter, en sla het dan open. En daar was de korte psalm 127: Wie waarlijk het huis wil bouwen. Dit zijn de beginregels: 

Als de Heer het huis niet wil bouwen,
vergeefs zwoegen daaraan de bouwers;
wil de Heer de stad niet bewaken,
vergeefs staat de wachter op wacht.

Het zijn woorden die iets zeggen over de menselijke inspanningen,die helemaal voor niks zijn, als 'de Heer', God dus, niet degene is die alles draagt. Dit is antropomorfe taal: alsof God een man is (of vrouw, maar zo is het niet in de monotheistische traditie) door wiens wil dingen mogelijk worden. Zonder de wil van God is alles vergeefs...

Hoe kunnen we daar nu iets mee? Hoe zie of ervaar je wat de wil van God is? ... Daar waar er nu geen jongeren zijn, waarvan gezegd wordt dat zij de toekomst hebben, dus alleen zij het huis waarlijk zouden kunnen meebouwen, zeg je door mensenogen, daarvan  zou ik zeggen, wil God toch niet dat het een voortgang heeft. Want ook de generatie jongeren wordt evenzeer door God geinspireerd,als een oudere generatie. Dat kan toch niet anders, want God is overal...

Ik denk dat elke tijd, de eigen vormen kent en zal krijgen. Oerol, de kerk, kloosters,ze verdwijnen wellicht, zoals de T-rex ooit op aarde heeft rondgelopen,Maar er komen andere levensvormen voor in de plaats. Als ik "God" zeg,dan  denk ik aan  menslijke activiteit die levendgevend is, die wat door mensen door de jaren heen is vormgegeven, niet afbreekt en niet verwoest. Het huis dat je bouwt blijft lang onzichtbaar. Een leefbare stad onstaat niet op de tekentafel , maar door er met alle leeftijden van de mensen in te blijven leven en het bewoonbaar te  maken voor elkaar. 

donderdag 23 juni 2016

Venetië en Terschelling

Nou heb ik het toch weer gedaan. Een vliegretour naar Venetië geboekt. Dit jaar dacht ik er serieus aan, om eens wat anders te doen. Maar ik zie me als vanzelf steeds in Venetië lopen! Het begint een beetje te worden als de ervaring op Terschelling: het is elke keer tegelijk hetzelfde en toch ook weer helemaal anders en nieuw. Het is een soort plek geworden waar ik ook door het jaar heen vanzelf in verblijf.

Nu op Oerol dacht ik ook: is het alweer een jaar geleden dat ik hier was? Het lijkt wel gisteren. En gisteren zat ik tot laat in de tuin in het donker en het voelde aan alsof ik bij mijn tent zat aan de bosrand. Alleen het geraas van het verkeer in de verte, viel me nu werkelijk op. En twee vleermuisjes die overvlogen. Straten en sferen van Venetië duiken ook door het hele jaar heen, onverwacht op voor mijn geestesoog.

Ik heb nu een Venetiëkaart, 5 jaar geldig, waarmee je dus een maandabonnement kan kopen waarmee je heel goedkoop van alle vaporetto's en bussen gebruik kunt maken. Ik kan nu rustig om half elf 's avonds aankomen en weten dat ik de camping op het Lido nog haal, vanaf vliegveld Marco Polo.

Bedenken om iets heel anders te gaan doen, was wel prikkelend. Maar helemaal niet in Venetië zijn, dat wilde ik niet. Een weekje dan en verder nog wat anders doen? Maar mijn hemel, waarom dan toch? ... Helemaal de tijd vergeten en loslaten, zelfs jezelf vergeten en alles loslaten, juist dat gebeurd daar: wonen in je eigen brein, alsof mijn brein materie is geworden; dat roept Venetië bij me op.

Als ik oud en de dagen zat ben, dan hoef ik nooit meer naar Terschelling of Venetië. Dan loopt alles in alles over. Of wie weet al veel eerder. Dit jaar heb ik opnieuw de gelegenheid om beide te doen. Wat de toekomst brengt, je weet het nooit. Maar ik ben ronduit dankbaar dat ik deze twee plekken gevonden heb. Het lijkt soms alsof deze plekken me gewenkt en gewekt hebben en dat ik geluisterd heb naar hun roep.

Venijnig vraagje

Ik vind het echt interessant: de resultaten van een onderzoek waarover Eveline Crone vertelde, die een lezing hield op het Stedelijk Gym, van nichtje L. Zij is neuro-cognitieve ontwikkelingspsycholoog en doet onderzoek in het Puberbrein. Zeer aanstekelijk vertelde ze erover. Allerlei hersengebieden kunnen nu daadwerkelijk gemeten worden middels MRI-scans enzo. Ze verzint allerlei testen om te kijken welke gebieden van het brein worden geactiveerd, en hoeveel dan.

Allereerst blijkt dat het emotionele gedeelte van het brein eerder ontwikkelt dan het rationele gedeelte: Eerst doen en dan pas denken, risico's nemen,  past dus bij pubers: De druk van vrienden daarbij zorgt voor significante verschillen. Kinderen zijn het meest gevoelig voor de stemmen van de ouders, volwassenen voor dat wat maatschappelijk de algemene normen zijn. Alleen pubers en adolescenten laten zich leiden door ongeveer 20 mensen om hen heen: de peergroup.

De duur van de adolescentie blijkt ook per maatschappij te verschillen: in sommige culturen is de maatschappelijke, sociale druk  al vroeg heel groot: het bevel om 'volwassen' te worden: verantwoordelijkheid te nemen en volwaardig mee te functioneren. De ene mens is dus op 16 of 18 jaar volwassen, en in Nederland is dat al bijna uitgerekt tot 30 jaar!

Wat me bij zal blijven is, dat bij kinderen die in de lagere school leeftijd jarenlang geen sociale aansluiting hebben gehad met hun leeftijdgenoten, op latere leeftijd het pijngebied extremer wordt geprikkeld dan bij anderen: Bij een afwijzing voelen ze dus significant méér pijn. Dat betekent dus, dat op jonge leeftijd al bepaald wordt hoe de rest van je leven eruit kan gaan zien...Het is heel goed mogelijk, maar nog niet met metingen onderzocht, dat dit dezelfden zijn die later last van depressie kunnen krijgen of chronische pijn.

Iets in me wil er niet aan: dat de vorming van het brein van jongs af aan zó bepalend kan zijn. Tegelijk zie ik ook in mijn omgeving dat het wel wáár blijkt te zijn: mensen veranderen niet meer snel als ze volwassen zijn en blijven bepaald te worden door patronen uit de kindertijd.

Intrigerend vind ik de vraag wat die langgerekte adolescentie betekenen kan: Is het dan niet mogelijk dat een ieder die omgeven blijft door ongeveer 20 betekenisvolle anderen, voor altijd in de adolescentie blijft? Dit zou dan kunnen gelden voor IS-gangers en wie weet ook voor elke gemeenschap die zich enigszins afsluit van de gewone wereld.

Wanneer het in kloosters gevleugelde woorden zijn, dat je 'de wereld verlaat'... hoezeer zijn de dromen en idealen die daar dan rondcirculeren, wel reëel?  Ik bedoel daarmee: is er een werkelijk zorg dragen voor elkaar, voor de mensen met wie je jarenlang leeft,  of biedt het kloosterleven ook een uitgelezen plek, dat ieder individu daarin blijft dromen en dwalen in eigen preocupaties, ook ten koste van anderen? Het is een venijnige vraag, ik weet het, maar het houdt me wel bezig.

woensdag 22 juni 2016

Sentimental journey

Wilhelminapark, Utrecht
Ik weet soms niet wat ik het mooiste of beste zou vinden: dat mensen elkaar een leven lang trouw zijn, door dik en dun, en dan tot slot kunnen zeggen: dit is goed zo, dit waren wij. Als je partner oud en kreupel is en jij nog jong en vitaal: is het dan de bedoeling dat je bij die ander blijft? Of kan het dan juist goed zijn om, nu je zelf nog in de kracht van je leven bent, met iets nieuws te beginnen?

Pas zei iemand tegen me in zo'n soort situatie: ik blijf bij hem: dat heb ik tenslotte ooit beloofd. En ik zei: ja, dat is wel mooi, maar als ik aan je merk dat je daar toch verbitterd van wordt... en het gebeurt dan aan je dat er iets nieuws kan komen... dan zou ik je toch aansporen om  te gáán. Je kunt niet blijven op de plek waar je bent, als die je verzuurd maakt, en  je daardoor veel kleiner wordt dan je in feite bent.

Maar vertrekken, terwijl een ander wil dat je blijft, terwijl je weet hoeveel verdriet en onzekerheid je een ander geeft, je zelfs het zelfstandige bestaan van die ander daarmee onderuit kunt schoffelen: dat is heel aangrijpend en hartverscheurend. Is het onbekende nieuwe dat wel waard? Iets in mij zegt ook, dat het belangrijk en mooi is om te blijven, om trouw te zijn, om samen het leven dat gedeeld was te blijven dragen, ook al is de ander niet meer in de volheid en de bloei van het leven...

Zusje en ik deden met Moeder een sentimental journey. We reden dwars aan de onderkant van de Utrechtse Heuvelrug, ik wist niet dat Nederland zo mooi en groen was, daar in het midden, met aan de ene kant de rivier die stroomt, en we kwamen aan bij huizen rondom het Wilhelmina park in Utrecht. 'Kijk daar werd papa verliefd op me, daar heb ik meer dan zes jaar gewoond.... daar was een hoek, waardoor ik pappa niet kon zien aankomen, als hij van de bushalte kwam. En dat is het eerste huis waar jij een paar maanden gewoond hebt.'|

Dat ging dus over mij. Mijn eerste woonadres. Het was Moeders sentimental journey,maar het werd ook een beetje de mijne: zonder het toen te weten wandelde ik dertig jaar geleden ofzo ook regelmatig door de straat waar zij dagelijks doorheen fietste, maar ik ging dan op bezoek bij vrienden die aan de rand van dat Wilhelminapark woonden. Mensen die ik uit het oog verloren heb. Zo kan dat gaan.

En is dat nou verdrietig? Al die mensen die gekomen en gegaan zijn in een mensenleven? Steeds meer denk ik van niet. Want zij leven in jou voort: daar verandert het actuele heden niks aan. Wat ooit gedeeld en geleefd is: het is aan jou om dat verder te dragen.

Dus het enige wat overblijft is: lééf, lééf. Ten volle met elke vezel in je, elke teug adem die je haalt. Maar laten we zacht zijn voor elkaar en ook voor jezelf. Brokken en breuken horen bij het leven, maar laat wat heel is, niet vallen. En als het dan valt... vang het dan op in het grote net van mededogen.

zaterdag 18 juni 2016

Oerol, overal

Vooruit, een laatste blogje vanuit Oerol.Vroeg in de avond nog een theaterspektakel, compleet met een mediterrane maaltijd van Compagnie Marius, Figaro en de bruiloft van Sevilla in één. Nieuwsgierig: vele jaren geleden een onvergetelijke ervaring met hen met een voorstelling die zich in een Vlaams café afspeelde,een familie drama waar ze tijdens het acteren ook een complete maaltijd serveerden in hun zelfgemaakte houten ronde tribune. Ze hebben iets met ambachtelijkheid en kunst: een mooie combinatie.

Zo verschillend als voorstellingen kunnen zijn! Gisteravond hallucinerende muziek van Kapok, het Ragazze Quartet, iedereen zittend en liggend in de duinkom met lichtprojecties die de duinen bestreken: Planetary Sunrise.Meegenomen worden, zonder na te denken naar plekken ergens, ooit, nu en nergens.

De dag daarvoor juist naar teksttheater Crashtest Ibsen, 'Ik zie spoken', van Moeremans&Sons. De vierde wand, dat is het publiek, is weggevallen. We worden erin betrokken: de spelers zijn zich bewust dat ze een stuk spelen dat 135 jaar geleden geschreven is, dat wat Ibsen, de auteur ooit van belang achtte, nu niet meer relevant is. Op het einde huilt de actrice, die een vrouw speelt wier man een bastaarddochter verwekt heeft bij de dienstmeid en die van de dominee te horen kreeg dat dit het kruis is dat ze voor het huwelijk moet dragen en haar zoon, om het geheim weg te houden, naar Parijs stuurt en die daar dodelijke syfilis oploopt: 'Maar ik wil de sterfscène, ik wil de Piëta, zo heeft Ibsen het geschreven, nu zijn het allemaal losse eindjes!' En het altijd aanwezige vuur zegt: Wen daar maar aan! En toen mochten we applaudisseren.

De dominee zegt halverwege: dat publiek daar, over 135 jaar ze weten zich geen raad meer met religieuze devotie. Zo thematiseert de voorstelling hoezeer het christendom geen deel meer is van het algemeen welbevinden en hoe ambtsdragers daar ook aan bijgedragen hebben: de dominee speelt een dubieuze rol: schijn-heilig en uiteindelijk kiezen voor de zekerheid en eigen veiligheid: hij voelt meer voor die moeder en beschouwd dat als zíjn kruis dat hij dragen moet.

Zo creëren we voortdurend onze eigen werkelijkheden, maken zelf tijdelijk zinvolle verbanden. Er is niet één groot verhaal meer, alleen maar losse eindjes. Welk verhaal wil je zelf vertellen? Hoe ziet het spel van jou leven er uit, welke rol wil je spelen?

Op dit moment miezert het, na twee prachtige dagen vol blauwe lucht en zon. Ik lag languit in de duinen, wandelde langs kleurige bloemen, rook kamperfoelie, voelde me vrij en vitaal, dankbaar en domweg gelukkig: dat is de mooiste rol om te spelen.

donderdag 16 juni 2016

Wachter, het bos, de zee

Oerol is een fantastische plek waar je zelf belevingen schept in samenspraak met het vele dat naar je toe komt. Al die kunstenaars, kunstenmakers: theater, muziek, installaties. Al die moeite en aandacht om binnenwerelden zichtbaar te maken en ze te verbinden met de buitenwereld.

Gisterenavond zei in het nagesprek de actrice die Hester speelde in het stuk 'Het verhaal van Hester' van Inez van Dullemen, geregisseerd door haar man Eric Vos, 87 jaar, hun laatste stuk, op de vraag waarom ze theater maakte: het is ook een ambacht. Maar ik weet geen andere activiteit waarmee ik mijn hoop levend kan houden... 25 jaar en zo levensecht een vrouw spelen, verdwaald in haar hoofd, door een incest-verleden. Ze weet niet precies waar ze uit put, zei ze.

Vanochtend wandelde ik van uit mijn tent het Tolkien-bos in: op en af, olifantenpaadjes door helgroene varens, tapijten van lichtbruine dennennaalden,ochtendzon door de hoge bomen.Zo vaak wandel ik niet 's ochtends door een bos. Op zoek naar de installatie Lacrimae: het verhaal uit Ovidius Metamorfosen: over meisjes met verdriet die bomen worden, hun tranen veranderen in Amber... ze drupten oranje uit de bomen, een enkele viool, klagend zingende vrouwen stemmen hoog uit de bomen, stiltes... het mengde zich met de elfenvolken van Tolkien.

Vroeg in de middag naar de muziek voorstelling 'Wachter' van Nynke Laverman, over de kunst van het wachten tot dingen rijpen, uit zichzelf veranderen zonder in te grijpen.Wachten als een grote Bosuil. Heel mooi: in het najaar gaat ze ermee toeren door het land. Misschien ga ik dan nog een keer, dan ken ik de woorden en de muziek, ik heb de cd gekocht, ze zingt in het Fries. Nu paste het geheel in de verbeeldingswereld waarin ik al was:het bos, de oude bomen díe ook gewoon weer wachten tot het lente wordt.

In de windstille duinen in de zon alles laten inzinken en weer paste de omgeving met wat ik las bij Tolkien: over de elfen die naar de zee trokken, ze volgden een zeemeeuw. En de zeemeeuwen vlogen over mijn hoofd in de strakblauwe luchten, mee met de winden...

woensdag 15 juni 2016

Boekenboer, Tangerine.

Het geeft wel aan hoezeer ik een gewoontedier ben. Nu kom ik al 17 jaar op Oerol, Terschelling en nog nooit had ik het ontdekt. Dat komt omdat ik altijd over de Duinweg fiets en nooit langs de grote weg. Pas dit jaar was er een bordje: Boekenboer. Dat klinkt natuurlijk geweldig.

(Ondertussen een optreden van Tangerine, onverwacht, de dunne tweeling die ik een paar jaar geleden hier voor het eerst hoorde. Nieuwe liedjes, toerend door The States in een camper, in een appartement je in Brooklyn. Over de immense sterrenhemel en het Joshua Tree Park, waar ik ook ooit eens was. Hun laatste liedje is geschreven in ons kikkerlandje, in een klooster, bij Zwolle, om van daaruit geïnspireerd te raken voor hun tour in Amerika vertellen ze, 'het was er heel gezellig,we hebben samen biertjes gedronken', vertellen ze. En dan het liedje: Home in your Arms). Zouden ze 'your' met een hoofdletter schrijven? Doet dat ertoe?)

De Boekenboer dus: ik kwam in een verbouwde stal, tjokvol tweedehands boeken, knusse kleine ruimtes. Al twintig jaar het levenswerk van haar vader, die vorig jaar overleden is, vertelde zijn dochter. Op zijn begrafenis zei iemand: nou dat wordt dan zeker binnenkort uitverkoop?! Ik wist tot dan nog niet wat ik wilde doen,zei ze, maar ik werd zo kwaad! Ik wist ter plekke dat ik door zou gaan!

Nu gaan ze erboven op een Bed&Breakfast bouwen met een andere ingang, dat kon nog makkelijk in die grote stal. Ik kocht er van Tolkien, de Silmarilion. Heerlijk lezen is dat, over al die levende natuur waar uit alles ontstaat. Ik liep al in bossen die me aan Tolkien deden denken.

dinsdag 14 juni 2016

Dona Nobis Pacem

Uitzicht op de Boschplaat, rechts het bijna drooggevallen wad. In de uitgestrekte weilanden met de lange grassen, een houten schuur in de verte , een koe. Vogels vliegen over. Je krijgt een koptelefoon mee. Ijle klanken.Een knisperende stem begint te vertellen. Het is ergens in de toekomst maar we maken het Nu, mee van 2016.

Een fietser rijdt voorbij, het voorwerp van The Netherlands. Een vrouw met een gele plastic emmer. Indertijd gebruikte men ongeveer zeventien emmers in een mensenleven. Twee mensen gaan vliegeren, een jongen krijgt zijn brommer niet gestart. Men had nog olie, door Shell gefaciliteerd. Dan gaat het regenen, drie rode paraplu's worden door deze mensjes in de verte uitgeklapt en ze beginnen teder te zingen.

Ik ken het lied goed!, Hé het is het Taizé-lied 'Dona Nobis Pacem': geef ons vrede, almaar in herhaling. De regen is mild, vertelt de stem in je oren, het voedt de planten,de dieren, is levengevend. Er is geen Ik, zegt de stem, we zijn allen verbonden, wij zijn de wereld.

Langzaam aan wordt het verhaal onheilspellender. Er is een potje van gemaakt. De wereld zal niet vergaan, zoals in films word voorgeschoteld. We bepalen ons lot zelf. De vraag om aan iemand die je leuk vindt, een telefoonnummer vragen, kan je leven bepalen. Het gaat slecht met de vijf mensen in de weide met de lange grassen en de vele kleuren groen. Het water stijgt hen naar de lippen. Het wordt chaos op het veld.

Alle wereldrampen vanaf november 2015 worden opgedreund. Nu lopen de vijf mensen die al aan de horizon verdwenen leken, recht op het publiek af, ze kijken je tot slot aan met wijd open ogen: het is aan ons, wij maken de toekomst, vertrouw jezelf.

Reanactment of the Now, heet het theaterstuk, van Het Utrechts Theater en Davy Pieters. Dit alles is er in het Nu: uiterste mogelijkheid tot vernietiging en tot vertrouwen en opnieuw beginnen. 'Dona nobis Pacem'.

maandag 13 juni 2016

Oerol 2016

Ten noorden van nergens
Het leek mij kicken om op Oerol blogjes te schrijven, maar toen kon ik Sammie niet opladen, ik zag geen elektriciteitsaansluiting meer op de camping,terwijl ik er zelfs een contactdoos voor mee had genomen. Ach,wel zo rustig.Maar door enige observatie heb ik dan toch de aansluiting gevonden, dus welaan: bloggen vanaf het festivalterrein, terwijl er een band muziek maakt.

Het is hier weer heerlijk en fantastisch! Mijn tent aan de bosrand, drie lantaarntjes laten branden als iedereen al slaapt,een uil vliegt over. Liggen lezen in de tent terwijl in het bos de vogeltjes fluiten, Een keukenmeidenroman, zo heet het boek. De personages: zwarte hulpen bij blanken in het zuiden van Amerika, ten tijde van Martin Luther King,toen er nog segregatie was en een blank meisje, ook opgesloten in haar milieu die er in het diepste geheim samen met een zwarte hulp een boek over gaat schrijven.

Dan al twee zúlke mooie voorstellingen gezien: Dijkdrift, muziektheater van Silbersee en het Califax Rietkwintet en Ten noorden van Nergens, een dansvoorstelling van De Dansers in de duinen onder de Brandaris. Geweldig hoe eigen, heel verschillend soorten van ervaringen en emoties beeldend en met muziek in kaart worden gebracht.

En dan wandelen in de bossen,over het strand, turen in de ruimte en de verte, je verbazen over de vele, vele kleurschakeringen van het landschap... de band speelt nu een lied dat 'Ode aan Terschelling' heet... Daar hou ik het voor nu bij.

vrijdag 3 juni 2016

Op de boerderie (2)

En toen vielen de eerste dikke druppels regen. Het dondert al eventjes rondom mij , midden tussen de weilanden bij de Boerderie, waar ik weer ben. Leuk hoe je de regen en donder hoort aankomen vanuit de verte, dichterbij en dichterbij, de luchten die langzaam verkleuren van blauw, naar lichtgrijs en geel . Dat maak je nooit zo mee in de stad. Net hing er een donkergrijze wolk pal boven de Boerderie, terwijl  in de verte de lucht donkerblauw was met hel licht en er aan de andere kant nog vlagen avondroze was. Ondertussen klettert de regen naar beneden en is alles mistig en grijs.

Poes Sammie miauwt om me heen en zit nu vlak bij me, ook naar buiten te kijken, en dan weer eens naar mij, ze komt kopjes geven en een pootje. Trippel, trippel, trippel,miauw! Ze loopt over het toetsenbord en twijfelt of ze op schoot erbij komt liggen. Gedrentel, staartje met een krul omhoog. De regen gutst nu door de regenpijpen.

Ik had een koningsmaaltje! Vers geplukte peultjes uit de tuin, het is toch ongelofelijk, hoe in 3 dagen tijd de witte bloemetjes zich gemetamorfoseerd hebben tot peultjes! Zondag was er nog geen eentje te bekennen. Voor de zalm begaf ik me ook nog snel de tuin in om er wat dille bij te plukken en de rabarber, ook uit de tuin natuurlijk, gemengd met bosbessenjam vormde een heerlijke compote. De rest zal ik zo als toetje verorberen met wat yoghurt.

Zo'n tuin is wel leren loslaten', schreef H., die de andere dagen van de week voor haar rekening nam. En zo is het maar net.Want de pompoen, courgette en komkommerplantjes, die met zoveel moeite gestekt zijn en eerst in potten in de hal stonden, dat dreigt een 10 kleine-negertjes-verhaal te worden. Een heel veelbelovende van vorige week, is totaal verdwenen. En een courgetteplantje die er vroeg in de middag nog best florissant bijstond, is in de avond geheel verschrompeld, zonder aanwijsbare reden...

Morgen ga ik voor het eerst iets zaaien: stokslabonen. Weer een nieuwe ervaring. 4 stuks bij elkaar, 2 centimeter onder de grond en dan afdekken met vochtige aarde. Zou ik er daar ooit een van eten? Ook weet ik nu eindelijk hoe tuinbonen groeien, waarvan het zo'n  genot is om die uit hun fluweelzachte grote hulzen te halen. Ik vroeg me al steeds af, wat voor plant dat nou was: stevige kaarsrechte bleekgroene stengels, met witte bloemen met een zwart hart. Maar nu zie ik daar onderuit een kleine tuinboon verschijnen! De regen is voorbij getrokken. Enige avondvogels zijn weer begonnen te fluiten.

donderdag 2 juni 2016

Succesnummertje

'Mirjam, kom eens', zegt vrijwilligster T.
O, ik zie het al. Ze wappert met het kerkblad: zo was ze ook eerder de eerste die een interview met mij daarin opmerkte. De pastor met wie ik ook elke maandagochtend mediteer, had gevraagd of ze dat 'gedicht' van mij uit het inspiratieblad in het kerkblad mocht zetten. 'Natuurlijk', zei ik.|

Daar stond het dan, maar wel een beetje opvallend. 'Met dit gedicht wensen we U een goede vakantieperiode toe!' staat erbij.
- O, jee, wat staat het er duidelijk in! reageerde ik.
- Ach tja, bladvulling, hé! zei T.
- En... wat vindt je ervan? vroeg ik.
- Nou... wat zal ik er eens van zeggen...?

Ik zag een hele, hele brede glimlach. Voor mij heel fijn, vooral omdat twee verschillende werelden en culturen dan even bij elkaar komen.
- Je had non moeten worden, zei ze.
- Tja!, zei ik.

Net kwam ze aan met gehaktballetjes met uiensaus, opgewarmd in een glazen magnetronschaal. - Neem er maar meer, zei ze.
Ik schepte er eentje weg, met een theelepeltje en hevelde het over naar mijn schoteltje van de koffie.
- Breng dat bordje dan hierheen, KNOEIERD!, riep ze.
- Ja, ja, ja!  stuntelde ik onhandig.

En dan nu nog eens het gedichtje, dat ook eens bij de Clarissen in het begin van een communiteitsgesprek is voorgelezen, raar hoe je dan ineens een succesnummertje hebt:

Ons dagelijks leven is vaak als troebel water
vol resten onvolkomenheid;
dingen niet gezegd en niet gedaan
onvervuld verlangen.
Laat de liefde een zeef zijn
die alles wat niet goed is
in haar fijnmazigheid opvangt en weg schept
zodat we onszelf op de bodem kunnen aanzien
in helder water
dat ons spiegelt en ons met elkaar verbindt.

Shirley: Edward Hopper

Ik heb een heel bijzondere film gezien: Shirley: Visions of Reality. De Oostenrijkse regisseur Gustav Deutsch brengt dertien schilderijen van Edward Hopper tot leven. Struck by the light: dat was de schock die ik kreeg toen ik voor het eerst werk van Hopper zag. Ik was nog student en op de ene of andere onnavolgbare wijze zie ik mezelf nu ineens naast mijn eerste vriendje staan en dat we beide keken naar zijn schilderijen, zwijgend.We leken ergens wel op de stellen die Edward Hopper afbeeldt.

Het aparte, bij het kijken van de film, die trage bewegende mensen in die ene ruimte van het schilderij, is dat je niet meer precies weet hoe het echte schilderij is. AL die beelden zouden evenzo vele andere schilderijen van Hopper kunnen zijn. Na afloop rende ik meteen naar mijn boekenkast om te onderzoeken wat het oorspronkelijke schilderij is. Dan de aparte ervaring, dat zo'n reproductie in een boek, dof en levenloos is, na al die bewegende beelden in de film.

De film brengt je in een soort van vreemde trance, een soort twilight-zone door de tijden heen. Elk schilderij gaat over dezelfde dag, in een andere stad met een vrouw in de jaren 30, 40, 50 en 60: Shirley. Soms is ze alleen, zoals op het schilderij, soms met een man. Je hoort haar innerlijke monoloog, haar gewik en geweeg, wat te doen, wat ze voelt.

Edward Hopper was zelf al geinspireerd door het medium film bij het maken van zijn schilderijen waar zijn vrouw vaak model voor is geweest en hij heeft op zijn beurt weer regisseurs geïnspireerd, zoals David  Lynch, Alfred Hithcock en  Wim Wenders. Het is een sfeer van verwachting, maar ook van melacholie en een vage dreiging die opgeroepen wordt. In Paris Texas van Wim Wenders ;over ook een onmogelijk stel heel sterk aanwezig en in Blue Velvet van David Lynch tot het zeer enge en morbide uitgewerkt. Het is prettiger en zonniger aanwezig in de stadsbeelden van Hitchcock.

Visions of Reality:
dat is de ondertitel van de film. En dat is wat je ziet. Zichten op de werkelijkheid: soms droomachtig, soms onwerkelijk lucide, soms doordrengt van de eenzaamheid die sluimert in elk mens, het moeilijke om een ander echt te raken en te bereiken... En toch: heel mooi.

Mussenkolonie (3)

Gisterenavond en vanochtend me verwoed in de klimop en de bruidssluier boven mijn huis begeven. Vanuit de tuimelramen boven: knip-knip-knip en tenslotte met een takkenschaar een hele dikke worteltak doorkrijgen. Met een keukentrap, eigenlijk zou ik een telescoopladder moeten hebben, bij de zijkant van mijn huis tot reikhoogte de muur schoonmaken en weer bruidssluiers eruit trekken die tot in de kruin van de lijsterbesboom was gaan zitten.

Tja. Ik hou van mijn oerwoud, maar het klopte wel dat de begroeiing bijna schadelijk werd voor het huis: de worteltakken kropen van onder de kozijnen in... Als ik de boze buurman was, zou ik zo'n overhellende massa van bruidssluier en klimop misschien ook wel bedreigend en vervelend  vinden...

Maar toch: ik blijf vechten voor het behoud van de mussenkolonie. In feite sta ik ook in mijn gelijk: de kolonie is al beschermd door de flora en faunawet.  Er was ooit stankoverlast van twee spreeuwenzwermen, maar die heb ik door heel hard te snoeien verjaagd, dus het stinkt niet meer. Behoudens op heel warme, klamme dagen als deze, dan kan je, als je werkelijk wil, een vage vogellucht, zoals bij een voliere, ontwaren. Een andere technisch beheerder van de woonvereniging heeft al vastgesteld dat klimop in principe niet schadelijk is voor de woning.

Dat kan toch ook niet anders? Al die Engelse landhuizen die begroeid zijn met klimop! In mijn fantasie zie ik de nieuwbouwwijk waarin ik woon net zo begroeid zijn als mijn tuintje en huis. Dan hadden we allang in een groene oase geleefd en waren de nieuwbouwhuisjes net zoals Hoobbitstee, waar de hobbits wonen, in The Lord of the Rings.



Ik ben wel een beetje een hobbit-type, maar anderen, zoals mijn andere buurman, die heeft meer iets van het schone en klare van de elfen: een keurige tuin, en hij vliegt langs alle buren om bij hun afwezigheid de groencontainers aan de straat te zetten en hij maait uit zichzelf het gras in het plantsoen... Een paar jaar geleden maakte hij, vanaf zijn tuimeldakraam met een telescoopcamera, een foto van mij, lezend op mijn campingstoeltje bij het water in het plantsoen.

De boze buurman is meer zoals een leider van de Orks: grimmig, bulderend, ik ben een beetje bang voor hem. Wie zal deze strijd gaan winnen? Geen idee. Ik heb de overmatige begroeiing nu weggesnoeid, ik kan rustig op vakantie volgende week, naar Oerol. Daarna volgt vast een nieuwe episode rondom de mussenkolonie.

woensdag 1 juni 2016

Teleurstelling en warmtebron

Ik liep midden in het noodweer van twee dagen geleden. Ik had geen zin om af te wachten eer de regen stopte, dus ik besloot te gáán. Goed en wel op weg, wandelend, met zeven boodschappen in een kartonnen doosje, veranderde de milde regen in heftige slagregen en gedonder in de lucht. Omkeren, daar had ik geen zin in. Het had ook wel wat: het was niet koud, het leek op een tropische regenbui en op weg naar huis hoefde ik straks alleen maar al mijn kleren uit te trekken.

Halverwege viel er een kant van het kartonnen doosje. En toen nog een. Het doosje kon helemaal niet tegen zoveel water en viel geheel uit elkaar.  Dus uiteindelijk strompelde ik half voorovergebogen, om de boodschappen tussen mijn buik en handen te kunnen klemmen, tussen alle vingers één,  de laatste 200 meter naar huis. Alles was doorweekt, ik sopte in mijn schoenen, die nu nog steeds vochtig zijn. En mijn regenjas, alhoewel waterdicht, daar persde ik tot voor het slapen gaan steeds weer water uit de mouwen en de onderkant. De volgende dag kon ik het niet aan.

Was dit nou een teleurstellende ervaring? Er gebeurde niet wat ik gehoopt en verwacht had: rustig door de regen, genieten van het uitzonderlijke; geen mens in de buurt, regen die om je heen ruist. Was het een bittere pil, een afknapper, een desillusie, een fiasco, een ontgoocheling, een misslag, enige synoniemen voor het woord 'teleurstelling'. Geenszins.Het was een ervaring op zich, met enige ongemakken die ik niet heb kunnen voorzien.

'Een teleurstelling is een emotie die je over het algemeen snel te boven komt, in de verwachting dat het beoogde doel alsnog bereikt zal worden of de realisering dat het toch niet zo belangrijk was. Indien het teleurgestelde gevoel aanhoudt, kan er meer aan de hand zijn, dan een verstoord verwachtingspatroon. Onvervulde verlangens kunnen een patroon van frustratie of teleurstelling veroorzaken', aldus Wikipedia.

Ik zocht het even op omdat ik me afvraag of je het leven 'teleurstellend'kan noemen. Leven kan pijn doen: elke dag dat je de krant opent en ellende leest, dat kan ook een gevoel van moedeloosheid geven, familie en vrienden en geliefden kunnen je vertrouwen schenden, enzovoort:. Maar voor mij is het gevoel daarbij nooit die van teleurstelling. Ik kan verdriet voelen, pijn, onmacht, vergeefsheid... Maar teleurstelling heeft, zoals ik ook in de definitie lees, als bron een verkeerd verwachtingspatroon of onvervulde verlangens.

Misschien kan je verlangen naar een mooi, volmaakt leven, waar vrienden en geliefden blijven, waar mensen louter goed zijn voor elkaar zó sterk zijn, dat dit daarom een voortdurend gevoel van teleurstelling oplevert. Een keer trek je de conclusie: vriendschap is een illusie, zo gaat een liedje. Wie vaak teleurgesteld is in anderen en ziet dat er zoveel illusie is, kán het leven als geheel teleurstellend vinden.

Ik zou zeggen: het leven is altijd een mix van verdriet en geluk, vervuldheid en onvervuld verlangen, pijn en vreugde. Er is geen moment dat er voortdurend alleen het ene aanwezig is. Niet bij jezelf, niet in anderen of de wereld. Dus wie teleurstelling voelt over het leven als geheel, heeft ergens iets te doen. Wat? Soms kan dat iets heel concreets zijn: je eigen verlangens warm houden, niet bang zijn daar elke keer weer achteraan te gaan. En terugkeren bij je eigen warmtebron. Dat is ook een wilsbesluit om je aandacht daarop te  richten. Zo als in mijn woorden voor de meditatie:


Jij
Goddelijke vonk
in een ieder waarneembaar:
ik wil jou laten
gloeien en sprankelen
in mijn hart
in de haard van mijn huis:
warmtebron.