woensdag 30 november 2016

Hels?

Ik vind het ook een helse klus. Om werkelijk je innerlijke gemoedsrust te bewaren als 'de buitenwereld' aan je trekt. Wat is dat, die buitenwereld? Alles wat daarin speelt aan  activiteiten, wijze van leven, drukte: dat allemaal , daar kan ik stoïcijns rustig bij blijven. Ik kan daar ook van genieten: te midden van de mensen  en het gewoel, toch in balans blijven en een grote ruimte en vrede in me voelen.

Maar 'hels' is voor mij: de wijze waarop mensen naar elkaar kunnen doen en zijn. Het zijn de mensen zelf, die een hel voor elkaar kunnen maken. Ik ervaar dat in al die subtiele bewegingen van manipulatie, zelfbedrog dat op anderen geprojecteerd wordt, jezelf vrij pleiten van een handelwijze... En dan heb je nog het actieve liegen en bedriegen, stelen, elkaar een pootje lichten.

Liegen en bedriegen en dat hele scala van akelige dingen: ook daar kan ik wel makkelijk afstand van nemen. Het zij zo: het menselijk soort is in het geheel niet volmaakt en helaas, tot werkelijk kwaad in staat. Mijn helse klus begint  in al die verscholen subtiel vormen, waaronder een geciviliseerd laagje, mensen elkaar het zeer moeilijk maken en die andere willen vernietigen.

Je kunt nooit bewijzen dat mensen daarmee bezig zijn. Maar dat gevoel dat de bodem onder je weg kan zakken, dat er een dolk in je gestoken wordt waar niet je lichaam, maar wel je geest van verwond kan raken: mensen doen het elkaar overal aan. In werkverbanden, in de familie, in kloosters, in liefdesrelaties die over aan het raken zijn. Het maakt niet uit waar: daar waar mensen zijn gebeurt het.

Ik spreek mezelf dan maar toe: 'Ook dit gaat voorbij'.  Blijf maar staan temidden van alles wat je ziet dat gebeuren kan. Wees als de stilte in het oog van de storm. Doe jouw deel en probeer daar toch zo open mogelijk in te blijven. Nieuwsgierig en weten dat de hel niet meer is dan een tijdelijks staat, die nooit langer duurt dan dat jij de duivels in jouw hart laat dansen.

Dus ik haal weer eens adem. Denk  aan de merel die in de ochtend op de bovenste tak in de hoek van de tuin rondkeek, over het gras vol rijp en de bruine blaadjes op de grond. Ook al is het koud, de merel blijft fluiten en wacht weer op de warme zomer.

maandag 28 november 2016

Weg van de ziel

Vanochtend waren mijn woorden bij de ochtendmeditatie de volgende:

De ziel van een mens
kiest nooit een rechte weg naar een doel
maar kruipt langzaam tussen het blad
als een rups

wacht, slaapt, ontpopt zich
in het donker

fladdert dan langs bergen en dalen
over zand, zee, bos en groene weiden
door blauwe luchten
of een nachtelijke hemel vol sterren

zoekt keer op keer naar nectar
diep in de bloemen
vervolgt dan haar weg
en weet niet waarheen.

Deze woorden neem ik zelf maar ter harte deze week, waarin morgen een beoordelingsgesprek op mijn werk op stapel staat. Met deze beoordeling was ik het volstrekt niet mee eens. Het lijkt alsof ik 'gestraft' word voor het gegeven dat ik mijn eigen visie op het beheerderschap bekend heb gemaakt.

Aangezien een beoordeling geen tegenspraak duldt, rest mij maar één weg: een bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders, waar ik me vorige week, met hulp van zwager die jurist is, op heb gestort. Dit is een  juridische weg waarop ik in het geheel niet sta te wachten. Ik heb een hekel aan ruzie en strijd. Maar ik heb, lijkt het, geen keus. Tenzij morgen in  het gesprek iets anders blijkt.

Het rare is, dat ik het op persoonlijk niveau best met de leidinggevende kan vinden. Dan vertelt hij bijvoorbeeld dat een van zijn beste vrienden zweethutten begeleidt en dat hij lange wandelingen met hem maakt en ze dan bomen over dit soort zaken, nadat ik vertelde aan een cursus Chi Kung mee te doen. Maar ja; ik vind dat hij goed zijn best doet, maar vaak niet de pointe van wat ik te berde breng begrijpt. Dat vermoeden had ik, en dat blijkt nu uit zijn beoordeling.

Zo'n werksituatie heeft eigenlijk niet veel te maken, met de weg die de ziel gaat. Maar ook wel: dat je je bewust blijft dat de weg naar een doel een andere is, dan de weg van de ziel.

donderdag 24 november 2016

Opnieuw beginnen

'Een abt en een abdis vertelden eens hoe ze dan eindelijk, eindelijk ingetreden waren.
Jong en enthousiast: dit was hun bestemming, nu waren ze waar ze wezen wilden.
Alles opgezegd: baan, vriendin, kamer... het échte leven kon beginnen.
Totdat ze ontdekten dat ze van binnen hetzelfde waren gebleven.
Dezelfde onrust, verlangen, drukte die ze om zich heen creëerden...

Hetzelfde verhaal als degene die met pijn en moeite breekt met haar vriend, naar de andere kant van de wereld reisde, op zoek naar zichzelf en die ik anderhalf jaar later terug zag met het zelfde soort nieuw vriendje en ze had in Sydney ook dezelfde baan als die ze in Nederland achter zich had gelaten. Er was dus niks veranderd.

Moet men dan willen veranderen? Nee, natuurlijk. Wie tevreden is met het leven dat je leidt: vooral zou houden. Maar als er ook maar een spoor van depressie loert of verlangen naar een horizon waar je nog woorden voor hebt ... dan is de onrust in je, een teken dat er verandering in de lucht hangt. Maar hoe verander je?

Mijn antwoord daarop is: Stop met het regelen van de temperatuur in jouw kas met het doel van het kweken van de perfecte vrucht. Stel je bloot aan weer en wind, laat je gaan en stel je geen doel. Pas dan zal er iets groeien waar jij geen weet van hebt.'

Bovenstaande verhaaltje kwam naar mij toe. Vanmiddag had ik een gesprekje met A. die hier een keer in de week mediteert. A. heeft weinig lichamelijke energie. Ik vroeg haar of alles een beetje voor haar in balans was, of ze een evenwicht had gevonden. Nou... zei ze, ik kom er steeds meer achter dat ik me laat leiden door valse hoop. Dan denk ik :als ik nou dit doe, dan verbetert het. Maar uiteindelijk blijkt het alleen een verplaatsen van energie. Steeds weer doe ik hetzelfde: ik geef me volledig aan iets, om er dan weer achter te komen, dat het  al met al niks méér oplevert.

Dat lijkt een beetje op 'de temperatuur willen regelen in je kas', zoals in het verhaaltje. A. moest wel lachen om diezelfde beweging die ze haar leven lang al, keer op keer maakte. 'Zolang als je erom kan lachen, dan is er niks aan de hand', zei ik. 'En er soms om kan huilen', vulde A. aan. 'Als je maar niet verbitterd raakt. Of je zelf het slachtoffer gaat voelen in je eigen leven. Als dat zo is, dan wordt het misschien tijd om het roer radicaal om te gooien', zei ik. Dat beaamde ze.

Je bloot stellen aan weer en wind; het roer radikaal om. Dat betekent ontheemding, weg van wat vertrouwd en veilig is, weg van dat wat je als jouw thuis ervaarde, weg van bekende, oude patronen in jezelf. Dat is niet gegarandeerd, zoals in het verhaaltje, als je het klooster ingaat. Ook niet als je breekt met een geliefde en naar de andere kant van de wereld reist. Onrust en depressie die loert, in plaats van ogen van genade en zachtheid die naar je kijken... Hoe ontstaat dat laatste?

Het is... het onbekende pad gaan. 'Laat je gaan', zoals in het verhaaltje. Jezelf laten: de dingen dus anders doen dan waar je naar neigt. En gáán: en dat kan ook zijn: wél het klooster in, wél een vriend verlaten, wél naar de andere kant van de wereld gaan. Wanneer de verbeelde horizon je iets van opluchting geeft, alleen al bij het idee, en je tegelijk een beetje angst voelt voor wat je dan aanricht en voor het werkelijk onbekende: misschien zijn dat de wegwijzers, die je werkelijk zullen zetten op een andere weg: Opnieuw geboren met geboortepijn, jezelf terug vinden, bloot. En ogen van een nieuwe wereld die jou welkom heten.


vrijdag 18 november 2016

Dubbele gezichten

Wat een heel aparte portretten, of eerder geschilderde gezichten zijn het. De serie die Henk Hage maakte van tbs'ers van de longstay-afdeling van de Pompekliniek. Ongeveer 15 cm bij 15 cm. Heel aandachtige penseelstreken, kleuren dicht en compact gemengd met elkaar, soms kleine details, soms met vegen weer vaag gemaakt.

Veel gezichten bestaan uit twee delen, twee soorten van stemmingen en gevoelen. Soms kijkt een oog je helder aan, terwijl het andere oog troebel is, soms heeft iemand een heel groot oor, sommigen kijken je aan, anderen dwars door je heen. Of volkomen geabsorbeerd in zichzelf.

Veel gezichten zijn heel boeiend om naar te kijken, wat een interessante persoon zou dat kunnen zijn, zou ik kunnen denken als ik dezelfde in de trein of zo had waargenomen. Van anderen spat de onrust en ook wel iets donkers, iets van broeden, van het schilderijtje af.

In 10 filmpjes krijg je een indruk: er zijn maar 3 mensen die elke week bezoek krijgen. Familie komt verder sporadisch langs. Iemand heeft een ernstige hartziekte en meldt dat zijn cardioloog zegt dat hij in de hectische buitenwereld waarschijnlijk na drie maanden zou overlijden. Het is een dorp op zich, zegt een bewoner. Je moet het leefbaar met elkaar maken. Hoe meer rust, hoe prettige voor allen, dan zijn de regels losser.

Moeder heeft dus jaren in de Pompekliniek gewerkt als psychotherapeut. In een artikel voor het Lustrumboek van 20 jaar Pompekliniek, in 1986 beschrijft ze de speciale positie van de psychotherapeut. Die biedt een vrijplaats: een plek van vertrouwelijkheid en veiligheid. Maar wat als je dan signalen krijgt dat de bewoner in zo'n staat is, dat er een risico is, dat deze een delict gaat herhalen? Ga je daarover klikken naar andere professionals in de inrichting?

Nee, dus. Toch kan je voor die keuze komen te staan, want wie ga je beschermen, de bewoner of mogelijke anderen? De zin in het artikel die bij me binnen kwam was: 'De periode voorafgaand aan mijn keuze, ervaar ik als een tijd van grote benauwenis.'

Wat een dubbel soort van werelden schuilen er in mensen en in een ieder. Maar in sommige mensen toch iets meer dan in anderen. Ik hoorde vroeger veel verhalen uit die Pompekliniek. Misschien neem je het dan als alledaagse kost aan, dat een Januskop hebben, hoort bij het leven:  onoplosbaar en complex. Ik geloof dat ik het uiteindelijk toch leuker vind, als een raadsel zich wel ineens onverwacht prijsgeeft;

Tijdens het opruimen van het ouderlijk huis had ik al heel veel keer iets in de handen gehad: Het is zo'n 45 cm lang , taps toelopend en het eindigt in een dichte punt. Aan de andere kant is het hol. Het zou een vreemde stengel kunnen zijn van een plant. De lichtbruine buitenkant is bewerkt met wat getekende  zwarte krullen en geometrische versiersels. Geen idee wat het was. Maar omdat ik het al zo vaak in mijn handen had gehad, nam ik het tenslotte mee naar huis.

Vorige week was Moeder op bezoek om te komen kijken hoe alle spulletjes een plek bij mij hadden gevonden. Wat is dit toch, weet jij het misschien? vroeg ik haar. 'Dat is een peniskoker uit New Guinea', zei ze prompt. Juist ja, zó eenvoudig, En  nu zag ik het meteen!

Zelf kreeg ik na de zo zorgvuldig en langzaam geschilderde portretjes van Henk Hage zin om ook in het klein te gaan schilderen. Wat dan? Ik dacht aan die plekken van licht en  eenvoud, zonder woorden, Die sfeer treffen, de tonen en nuances daarvan... Sommigen zouden iets concreets als basis=aanleiding kunnen hebben. Anderen totaal niet: alleen wat kleurvlakken, stel ik me zo voor. Wie weet...

woensdag 16 november 2016

Plek zonder woorden

Tja. Soms gebeurt en van alles rondom je en in je, dat het stilstaan in een blog erbij inschiet. Of dit nu met mij aan de hand is? Zelfs dat weet ik niet. Mijn leven lijkt zich af te spelen in twee tijdzones: de ene is van het ene naar het andere, dit doen en dan weer dat, en de andere is een langgerekte eeuwige tijd, waarin alles ruim is , met een horizon die telkens wijkt.

De combinatie van beide vind ik wel prikkelend. In het ene universum handel ik instant, dingen gaan en komen, in het andere leef ik langzaam, zo langzaam. Beelden en sensaties uit Venetië mengen zich daar met een simpel er-zijn, in het hier-en-nu.

Waar speelt zich het echte leven af? In al die dagelijkse handelingen, van het een naar het andere  met daarbij de steeds zich herhalende reeks van opstaan-eten-naar de wc gaan-slapen, die je lichaam, daar waar jij in huist, in stand houdt?

Ergens ervaar ik van niet. Het echte leven speelt zich af in wat ik voel en ervaar, wat ik herinner, de reeks van belevenissen gedurende mijn leven dat ik wist: nu leef ik, nu ben ik gelukkig, hier val ik samen met mijn diepste kern, mijn eigenlijke zelf.

Ach, het zijn allemaal maar woorden... ik probeer in kaart te brengen dat over de wegen waarlangs een mens leeft er zoveel stoorzenders zijn: dingen die niet echt van belang zijn. En dat een simpel stil-zijn je dan zomaar naar een plek kan brengen waar alles licht en goed is. Hoe de concrete omstandigheden ook zijn. Die plek steeds weer vinden en opzoeken: dat maakt het leven betekenisvol tot de laatste snik.

Soms is een blogje schrijven voor mij een weg daarnaartoe. Hoe het concrete de stepping stones zijn in die weidse ruimte. Soms, zoals nu, gaat dat blogje over niks, behalve over dat reiken en verlangen naar...de plek waar alles stil en zonder woorden is.

zaterdag 12 november 2016

Zwarte Piet enzo

Vandaag komt Sinterklaas en zijn Pieten weer in Nederland, overal zal er een intocht gehouden worden. Hoe ziet dat eruit? 
Die hele Zwarte Pietendiscussie brengt mij aardig in verwarring. Toen die begon vond ik het zonder meer onzin. Laat Zwarte Piet lekker mooi zwart zijn! Ik heb zelfs in het Wijkcentrum een houten zwarte pietje met een bruin gezichtje extra zwart gekleurd met viltstift.

Toen zag ik de documentaire van Sunny Bergman. Vooral de mensen in een Londens park staan me bij. De oprechte verbijstering dat er in een Europees land een feest bestond met een witte man en zwarte knechten. En 'de test': hoe een  nette blanke jongen die met een fiets onder zijn arme loopt niet vreemd wordt aangekeken, maar dezelfde jongen met een donker uiterlijk wel. 

In het kinderboek Sjakie en de chocolade fabriek van Roald Dahl zijn de donkere Oempa Loempa's, die heel veel van cacao houden en daarom ook donkerbruin zijn, in een latere versie wit gemaakt. Ik sprak een keer een jongen die bij een Sinterklaasverhuurbedrijf stralend kwam vertellen dat hij gelukkig niet geschminkt hoefde te worden en hij dus de échte zwarte piet was.

Ondertussen heb ik uit de spullen van mijn ouders een kerststalletje meegenomen. Uitgesneden in een boomstam zie je daar Maria, Jozef en baby Jezus met kroeshaar, een dikke neus en dikke lippen en zwart natuurlijk. Is het ebbenhout? Aardig kostbaar in Afrika? Het hout is van buiten wit, maar van binnenzwart. En dan heb ik ook een zwart kruisbeeld van een negroïde Jezus. 

Moet dat ook dan niet meer kunnen? Uh, hoezo? Is Jezus dan vooral een enigszins blanke man, met een heel licht tintje? Zijn het dan de blanke mannen die het uiteindelijk alleen maar voor het zeggen hebben? Als de Roetveeg-piet de norm wordt, hoe moet het dan met alle zwarte meisjes en jongens, die voor Piet willen spelen? 

Kinderen maakt het ondertussen niks uit, laat een onderzoekje in TROUW zien. Kinderen van zes jaar tekenen regenboogpoeten, witte pieten, clownspieten, meisjes-pieten. Mag Zwarte Piet misschien gewoon ook meedoen tussen alle pieten? Dat de vraag al bijna gesteld moet worden , lijkt me vooral een gigantische degradatie van de kleur zwart. 

donderdag 10 november 2016

Piper

Het is zo'n lief filmpje. Ik heb het zeker al vier keer gezien. Wat me raakt is de aftiteling met zoveel namen daarop. Zoveel mensen die gewerkt hebben aan een filmpje van zes minuten.Wanneer een maatschappij zo'n soort filmpje kan voortbrengen, dan kan alles  toch niet zomaar allemaal in een donderen.

Nee, ik wil het niet over Trump hebben. Ik deed de tv aan in het Wijkcentrum, viel midden in zijn speech en hij keek zo ernstig en alle mensen om hem heen ook, dat ik dacht dat hij zijn nederlaag aan het toegeven was.  En toen kwam met grote letters in beeld, dat het hier ging om de nieuwe president. Ik moest denken aan de films Back to the Future, waar in het alternatieve universum door de hebberigheid van de hoofdpersoon het slaperige dorp ineens veranderd is in een verdorven plek vol geweld, speelholen en casino's.

Ja, en  dan dit filmpje: een strandvogeltje in een nest in de duinen durft het strand niet op naar de zee. De zee is eng en overspoelt hem. En dan gebeurd het toch: hij laat zich overspoelen, ziet het verborgen leven in zee en wordt vrij en blij.

Nee, en dan nog  Hillary Clinton. Ik las ooit haar autobiografie en was toen aardig overtuigd van haar idealisme en authenticiteit. Hoe ze het uithield met zo'n akelige man, die glashard loog in de camera: 'No, I did not sleep with that woman', omdat ze nou eenmaal zo trouw was als de neten. Maar nu zag ik een stukje van haar nederlaag-speech voorbij komen, zonder geluid, en dan komt haar hele gezichtsexpressie over als een en al fake. Alleen in haar holle ogen schuilt het verlies.

Ja, en daarom dus dit filmpje. Een en al animatie: uit het niks geschapen met zoveel creativiteit, en tederheid en plezier. Je kunt het gewoon vinden als je googelt. Het filmpje heet Piper.



Vlinder paradox

Vanochtend bij de Chi Kung werd je gevraagd om je een bloem of een dier voor te stellen in je Dan-tien, heet het geloof ik, dat is het punt midden in je, onder de navel tussen je buikwanden  in. In Chi-Kung komt alle bewegingen en alle energie uit dit punt. Een vorige keer kwam bij mij de lotus in beeld, die tijdens het uur veranderde in een hele bloemenwinkel, en ditmaal werd het een vlinder met open gespreide vleugels op een warme steen, die in een stromend beekje lag.

Weer op de fiets in de koude regen en de donkerte, dacht ik weer aan die vlinder. Het was een Dagpauwoog en dat bracht me terug naar mijn kindertijd. Was ik dat, die in de zomer de kleuren van de vleugels veegde, totdat de vleugels kaal en doorzichtig werden? Dat vlinderpoeder had toverkracht en ik stopte het in een potje. Met dat potje in mijn zak, dacht ik dat ik de hele wereld aankon. Alles zou me voor altijd goed gaan.

Maar ik ging nog verder: ik plukte deel voor deel de vleugels van de vlinder af. En dan keek ik of deze nog kon vliegen. Terwijl ik dit typ, zegt mijn volwassene ik tegen me: wat wreed! Waarom deed je dit? Maar mijn kinder-ik vond zichzelf niet wreed. Ik had niet het gevoel iets ergs te doen. Ik was gewoonweg nieuwsgierig. En toen ik alle vleugels eraf had gehaald, wist ik ook: nou gaat ie dood. Maar ik voelde me helemaal niet schuldig of een moordenaar. Hoe kan dit toch?

Het lijkt wel alsof ik die vlinder als een deel van mezelf beleefde. Het was zoets als je nagels knippen, het lag in de loop van de dingen om dit te doen. Zoals ik ook helemaal geïntrigeerd kon zijn dat je kon bloeden en dat er dan een donkerbruin korstje kwam en dat je die weer af kon krabben.
Ik had de kracht van de vlinder al bij me, de vlinder was als het ware in mij gevlogen.

Misschien is voor  zo'n glijdende schaal van dingen beleven, ook wat te zeggen. Misschien is het zo, dat alles zich voortdurend in een glijdende schaal bevindt: van verandering, van wat gaat en komt... Hoe sterker je de wereld ervaart in tegenstellingen en contrasten, hoe meer je ook scheiding en een onoverbrugbare kloof  ervaart tussen jou en anderen. Het is van een vreemde paradox: een vlinder in je buik, dat betekent ook dat die vlinder op dat moment niet rondvliegt in het zomerlicht. Maar nu kan deze me op een donkere herfstdag toch kracht en vreugde geven.




woensdag 9 november 2016

Bos, geopaden, heerlijk

Heerlijk. Het blijft voor mij de ideale boswandeling. Naar station Dieren en dan door de bossen  naar de Posbank en dan weer op de trein bij station Rheden. In totaal, met korte rustpauzes, ben ik dan drie en een half uur onderweg. Door een wandeling die ik vorige week maakte, samen met W., eentje uit het boekje Geopaden op de stuwwal, was ik me plots bewust dat ik nu ook door en langs geopaden liep.

Geopaden zijn dus de wegen die ontstaan zijn door de gigantische ijs gletchers die zo'n 300.000 jaar tot 130.000 jaar geleden over Nederland kwamen. Die ijs lobben en gletchers stuwden het land omhoog en weer omlaag en het water dat er doorheen ging maakten er een golvend en hobbelend landschap van. Rondom Nijmegen is er sprake van een stuwwal: het ijs kwam precies hier tot stilstand, zodat het aan de ene kant heuvelachtig en vol bobbels is, maar bij de rivier er een vlak polderlandschap is.

Zo niet op deze wandeling van Dieren naar Rheden. Alles bobbelt en hobbelt, je wandelt nooit over een vlak gebied. Het geeft je een kabouterachtig gevoel: een grillig landschap vol hoogteverschillen en nu dan in de herfst, met de fijnnaaldige lariks oranje en geel, varens, beuken- en eikenbomen met gele en rode tinten, kleine glasachtige witte paddestoeltjes op losse takken. Maar de grootste trakatie is de stilte. Je hoort alleen je eigen voetstappen door de bladeren heen en het klotsen van de thee in de thermoskan in je rugzak. En doordeweeks kom je er nauwelijks een mens tegen.

Ik moet eerlijk zeggen, dat alleen wandelen voor mij het allerfijnste is. Louterend:  een grote meditatie in de open, frisse buitenlucht. Langzamerhand gaat op zo'n wandeling mijn hart jubelen; ik kan het niet anders uitdrukken. Met twee of meer mensen wandelen, is een totaal andere ervaring. Dan combineer je gezelligheid, of  een goed gesprek samen met natuurbeleving.

Daar heb ik trouwens ook wel leuke tip van: Pasgeleden stapte ik uit bij Station Baarn. Vlakbij het spoor ligt door een heel sfeervolle uitspanning  die De Generaal heet. Het terras kijkt uit op de bossen bij Soestdijk. Het voelt meteen aan alsof je er in het buitenland bent. Misschien zijn het de koninklijke sferen van weleer die daar door de vlakke bossen ademen. Zo wil een mens zich ook weleens voelen: gearriveerd, behaaglijk, zittend op het bosrijke pluche, ook heel heerlijk.

dinsdag 8 november 2016

Voor de vloed?

'Gratis' makes my clock tick zou ik bijna kunnen zeggen, maar het is ook niet waar. Maar wel een beetje. Dus toen zaterdag in de krant stond dat je op deze dag op internet nog helemaal voor niks de documentaire van Leonardo di Caprio  Before the flood  kon bekijken, ben ik in de bieb gaan zitten met koptelefoon op en keek. Di Caprio is de bekendste .... ja hoe heet dat nu ... milieu-activist is niet meer van toepassing; degene die dus wereldwijd zou willen aanzetten dat we het tij keren en de aarde redden van de opwarming en van onze eigen destructie.

Wereldwijd in drie jaar tijd de aarde afreizen en zien waar het allemaal mis aan het gaan is. IJsvlakten die vloeibaar zijn geworden, de Marshall eilanden vol kapotte huizen aan het eens zo paradijselijke palmenstrand, industriegebieden, gletsjer-ijs dat zwart is, geen zonlicht meer kan weerkaatsen en dat alleen al is funest. Wat ik niet wist waren de palmolieplantages op Sumatra, die hele oppervlakten vol tropisch regenwoud hebben doen verdwijnen. Pas nog dacht ik: palmolie... dat klinkt naar een milieuvriendelijk product... niet dus.

Ik was bij de huisarts, met de vraag of medisch onderzoek naar de gevolgen van mijn hersenkneuzing in 2003 nou echt nodig was, ik weet zelf heel goed wat de gevolgen zijn en hoe ik met de beperkingen ervan kan leven.  En toen bleek dat de bedrijfsarts ons tegen elkaar had uitgespeeld: Zij had 'ja' gezegd tegen hem omtrent vervolgonderzoek, omdat hij per mail al had aangekondigd, dat als ik dit onderzoek niet zou doen, ik dan mijn baan zou verliezen. Iets wat hij tegen mij niet gezegd had. 'Dus wat doe je dan? Dan zeg je ja', zei de huisarts tegen mij.

Eerlijk gezegd vind  ik dit van een kaalslag die mij tot tranen brengt. De wijze hoe elke moraal uit het menselijke verkeer wordt gehaald. Ofwel hoe de menselijkheid, het geciviliseerde bovenlaagje is en eigenlijk verhult hoe zo'n bedrijfsarts, de huisarts voor het blok zet om medisch onderzoek voor te schrijven terwijl zij tevoren al tegen mij gezegd had, dat zij denkt dat onderzoek niet veel op zal brengen. Als het medisch onderzoek geen keiharde feiten op tafel brengt, dan... is het dus makkelijk om mij de bijstand in te loodsen.

Kaalslag op de aarde: in het milieu, tussen mensen, we leven nu dus in de tijd, nét voor de zondvloed, is Leonardo di Caprio's boodschap. Die wordt op het einde kracht bij gezet omdat hij ook op bezoek gaat bij Obama en bij paus Franciscus. Die schreef pas Laudate si, ook een oproep om zorgvuldig met de aarde om te gaan. Zorgvuldigheid is een eigenschap die ver te zoeken lijkt. Velen draaien hun eigen stramien en verhaal af. In kerkelijke en religieze kringen is het een onderdeel van de Blijde Boodschap, hoe ver het ook in de iegen praktijk vaak te zoeken is. Fijn, dat een paus en de bijna-vorige president zich ook druk maken om de aarde, maar heb dat nut?

De documentaire was tot zaterdag wereldwijd gratis, ook om de doorsnee Amerikaan op te roepen, juist te stemmen: Voor Clinton dus. Di Caprio kuste de hand van de paus. Een gebaar dat gebruikelijk is, bij zo'n bezoek... Maar wat kus je dan? Ik hoop de Heiligheid van de aarde en van elk mens, en de boodschap en het verlangen om hier zorgvuldig mee om te gaan.

donderdag 3 november 2016

House of cards

Met de komende Amerikaanse presidentsverkiezingen  is het de uitgelezen tijd om het te bekijken: Het vierde seizoen van House of Cards. Wanneer je Clinton en Trump om elkaar heen ziet kronkelen in het filmpje van Lucky tv, het duet zingend van The Time of my life, dan ben je heel dichtbij de sfeer van dit vierde seizoen, waar Francis en Claire, al dertig jaar elkaars partners, konkelen totdat hij president van Amerika werd. Maar nu staan ze tegenover elkaar:  Seizoen drie eindigde met de cliffhanger, dat Claire wilt scheiden.

Huiveringwekkend: Zo is seizoen vier. Als twee roofdieren sluipen ze om elkaar heen. Wanneer ze poeslief doen, zie je de monsters achter de vermeende onschuld. Alles, werkelijk alles, zetten ze in om aan de macht te blijven. Heel spannend zijn de afleveringen waar Francis in het ziekbed ligt, neergeschoten , met een lever die het bijna begeeft en zijn hallucinaties die in beeld worden gebracht. Mensen uit zijn verleden die hij om zeep heeft gebracht komen wraak nemen. Zijn instinct vertelt hem dat ook Claire hem niet goed gezind meer is, al zit zij naast zijn ziekbed.

Waarom is het zo verslavend om hier naar te kijken? Dat je helemaal opgeslokt wordt ? De wijze hoe het gefilmd is: donkere ruimtes, een beeldschone Claire, gespeeld door Robin Wright, die in onberispelijke kleding rond sluipt en beweegt. De wijze waarin je een inkijk krijgt in de donkerste intriges en dubbele bodems die nodig zijn om aan de macht te komen en te blijven. Dat je het herkent, terwijl je zelf toch een tamelijk onschuldig, gewoon, 'klein' leventje leidt, ver van het wereldtoneel.

Spullen die spreken

Gisteren lag ik op de bank in mijn kamer naar muziek te luisteren, The New World Symphony van Dvorak, gedirigeerd door Herbert von Karajan en ik vond het in mijn eigen huis heel gezellig en sfeervol. De sfeer is vollediger geworden, nu er spullen van mijn hele jeugd uit het huis van Vader en Moeder bij zijn gekomen. Ik ben er blij mee en had dit nooit gedacht. Van te voren dacht ik werkelijk, zo ongeveer niks mee te nemen, want het waren mijn spullen niet, zo dacht ik.

Maar de spullen zijn gaan spreken. Bij sommige dingen hoorde ik ineens  Vader: Kijk! dit is héel bijzonder! Dit is gemaakt van zand, dat is heel moeilijk om het zo in een flesje te krijgen!'  Het gaat om een klein flesje met gekleurd zand en daarin zijn twee huisjes in een palmbomenlandschap te zien. 'Dit is gemaakt uit eén stuk hout! Helemaal uitgesneden! Kijk, maar, het zit allemaal aan elkaar! Het zijn twee Afrikaanse beeldjes, aan het hoofd met  elkaar verbonden door een ketting van houten ketens.

Ik keek voor het eerst echt naar een blikken, koperkleurig plaatje dat bij hun grote vissenverzameling ook aan de muur hing. En dacht: dit is niet zomaar iets, hier zit vast een verhaal achter: een vrouw met een vin en heel veel visjes in haar buik. Ik haal het van de muur af en zie Vaders kleine kriebelhandschrift achterop: het blijkt een godin uit Bahai te zijn, de vissengodin, waar alle vissen uit geboren worden. En dan vind ik véel later, ergens in een hoek een houten bovenarmpje met een hand met een 'fuck'-gebaar, ook uit Bahai en moet lachen: dat was Vader ook: iets vreselijks banaals kon hij ook geinig vinden.

De vissenverzameling, nu verspreid over al hun kinderen, bevatte heel veelsoortige dingen: dure fossielen uit Israël, vertelde moeder onlangs, Chinese geknipte rode  papierkunst, een heel schilderij vol vissen en een filigraine zilveren gesmede vis; die heb ik allemaal  niet. Maar wel de echte opgeblazen kogelvis die met een touwtje vanaf het plafond hing en bij nu vanaf een boekenplank bungelt. En twee kleurige beschilderde houten vissen, volkskunstig, een heel tafereel van vissers in bootjes: Mexico 1988, stond erachter. En een ander : Bali 1991...Heel lang bleef een heel onooglijk houten visje hangen, ik wilde het zelf ook al in de kringloopdoos doen, maar toen keek ik beter en bleek er heel fijntjes een stroompje water op te zijn afgebeeld, met een bootje, tussen twee palmbomen. 'Honduras', stond erbij in gekerfd.

Er danst nu een marionetpop op de trap bij mij. Hij hing, een beetje levenloos,  bij de deur van hun studeerkamer. Ik herinnerde me ineens dat Vader me erop wees, hoe mooi die gemaakt was, met mooie kleren en dat ik indertijd onverschillig reageerde. Nu zie ik dat het een androgyn, dandy-achtig mensje is, op blote voeten.

Ach... ik heb nu houten beelden in huis, waar ik als kindje van één op de vensterbank bij stond, met wollen sokjes en een mutsje op, een Indonesische Maria in sarong met kind, waar we vroeger ons avondgebedje bij deden. Maar ook een 'windgod', een jongetje op een paard, de winden waaien om hem heen, een Balinese veelgodenbeeld, Boeddhabeelden, een God uit Hawaï, een houten beeld van de Paaseilanden.  Bij de ingang op een goedkoop houten plankje een Chinese God van de rijkdom en de welvaart meldde Vader me,  waarop  ik indertijd   reageerde met: Wat moet je dáár nu mee?

Zoveel spullen verwijzen naar reiken, naar verte, naar verschillende  veelsoortige werelden... Een geschilderde spreuk die bij hun  op een plank stond en nu bij mij te midden van allerhande beeldjes staat, vertelt me iets van de drive van Vader en Moeder, die ook de mijne is: Only those who dare to lose sight of  the shore, can hope to discover new oceans.  Altijd maar blijven hopen op een symfonie van een nieuwe wereld.

woensdag 2 november 2016

Verward cavia-moment

Bij de ingang van de bibliotheek was een fijne overkapping waar mensen hun fietsen en scooters droog neerzetten en anderen staande van de wifi gebruik maakten of een praatje met elkaar maakten. De namiddagzon schijnt er altijd, het is de laatste plek waar ook in de zomer in de avond de zon schijnt, en dan zie je helemaal dat er een pleintjesachtige sfeer hangt. Gewoon, daar wat keuvelen , ook met een hond ofzo: ik heb het vaker waargenomen.

Dat is nu allemaal voorbij. In de loop van  drie dagen heeft men op beide zijden een soort van lage piramides gemaakt van grijze steen met een recht pad ertussen door naar de ingang van de bibliotheek. Ik snap er de lol niet van. Ik denk wel te weten hoe de redenatie hieromtrent is gegaan: die fietsen en brommers geven overlast, het wordt een hangplek, dat willen we niet.

Iets is in deze maatschappij is aardig op hol aan het slaan. Iets wat met gewone menselijkheid te maken heeft. Alles moet worden gereguleerd en berekend en verantwoord, of het nu op het terrein van de zorg, het onderwijs of het welzijnswerk is. Of achter de kassa, of wanneer je schilder bent of onderhoudsmonteur: Overal worden mensen de mond gesnoerd, want praatjes vullen geen gaatjes, het kost alleen maar...

Ik las van Paulien Cornelisse De verwarde cavia, dat nu ook genomineerd is voor de NS publieksprijs. In  korte stukjes, die eerder in NRC zijn verschenen vertelt de ik, een vrouw, ik zie ook meteen het hoofd met sprietkapsel van Cornelisse zelf voor me, een cavia, hoe het haar vergaat op het werk. Stuk voor stuk worden mensen ontslagen, krijgen een burn-out , gaan in Noorwegen wonen en haar nieuwe liefje wil met een goulash-bus langs festivals en wil dat zij ook haar baan opzegt. Cavia voelt de onrust en  kou soms in haar vacht.

Ik vind die piramides ook zo'n verward cavia-moment: dat er geld besteed wordt aan iets dergelijks! Ik beleef nu zelf ook een verward cavia-moment: ik krijg het vuil niet meer uit het wijkcentrum afgevoerd omdat men niet weet wanneer de groene vuilniszakken, die ik eerst met veel moeite op een bestellijst gezet kreeg,  aan zullen komen in het distributiecentrum, waarvandaan ze vervolgens dan naar hier geleverd kunnen worden. Nee, ik mag ze niet meer gaan halen, gewoon, hier bij Appie op de hoek.