Geopaden zijn dus de wegen die ontstaan zijn door de gigantische ijs gletchers die zo'n 300.000 jaar tot 130.000 jaar geleden over Nederland kwamen. Die ijs lobben en gletchers stuwden het land omhoog en weer omlaag en het water dat er doorheen ging maakten er een golvend en hobbelend landschap van. Rondom Nijmegen is er sprake van een stuwwal: het ijs kwam precies hier tot stilstand, zodat het aan de ene kant heuvelachtig en vol bobbels is, maar bij de rivier er een vlak polderlandschap is.
Zo niet op deze wandeling van Dieren naar Rheden. Alles bobbelt en hobbelt, je wandelt nooit over een vlak gebied. Het geeft je een kabouterachtig gevoel: een grillig landschap vol hoogteverschillen en nu dan in de herfst, met de fijnnaaldige lariks oranje en geel, varens, beuken- en eikenbomen met gele en rode tinten, kleine glasachtige witte paddestoeltjes op losse takken. Maar de grootste trakatie is de stilte. Je hoort alleen je eigen voetstappen door de bladeren heen en het klotsen van de thee in de thermoskan in je rugzak. En doordeweeks kom je er nauwelijks een mens tegen.
Ik moet eerlijk zeggen, dat alleen wandelen voor mij het allerfijnste is. Louterend: een grote meditatie in de open, frisse buitenlucht. Langzamerhand gaat op zo'n wandeling mijn hart jubelen; ik kan het niet anders uitdrukken. Met twee of meer mensen wandelen, is een totaal andere ervaring. Dan combineer je gezelligheid, of een goed gesprek samen met natuurbeleving.
Daar heb ik trouwens ook wel leuke tip van: Pasgeleden stapte ik uit bij Station Baarn. Vlakbij het spoor ligt door een heel sfeervolle uitspanning die De Generaal heet. Het terras kijkt uit op de bossen bij Soestdijk. Het voelt meteen aan alsof je er in het buitenland bent. Misschien zijn het de koninklijke sferen van weleer die daar door de vlakke bossen ademen. Zo wil een mens zich ook weleens voelen: gearriveerd, behaaglijk, zittend op het bosrijke pluche, ook heel heerlijk.