Vlak voor het slapen gaan, keek ik naar de afgelopen drie inzendingen van de Biënnale in Venetië, die de Gouden Leeuw hebben gewonnen bij de landenpaviljoens. Elk land, wereldwijd, zendt een tentoonstelling in. De opdracht is, dat deze past bij het thema van de Biënnale, die door de curator van die aflevering verzonnen is. In 2019 won Lithunia. Het thema was: May You Live in Interesting Times. Door Letland uitgewerkt in een levend tafereel: een zandstrand met zonaanbidders, wier gedachten je hoort in een libretto. Ze gaan van dagelijkse dingen, zoals een naderend afscheid, naar het grote: Het naderend onheil van de klimaatcrisis. De onschuld van het thema in 2019. Niemand kon bevroeden dat er nog geen jaar later een wereldwijde pandemie zou uitbreken.
Afgelopen jaar was het thema: The Milk of Dreams en meer dan drie kwart van de tentoonstelling van de curator bestond uit vrouwelijke kunstenaars. Het paviljoen van Groot Brittannië won. Aansluitend op het thema: Sonia Boyce laat in een glitterend, kleurig paviljoen, vier zangeressen met minstens een bi-culturele achtergrond, hun stem verkennen vanuit hun wortels: Feeling Her Way. Zeer passend bij het thema: iets van introspectie na twee jaar lockdown. Wie zijn we, ten diepste, waar komen we vandaan?
Opvallend is, dat de afgelopen drie keer de Gouden Leeuw gewonnen is door een inzending die beeldende kunst combineert met andere disciplines, zoals zang en theater en choreografie. In 2017 won Faust van Anne Imhof, waarover mijn vorig blogje ging. Er spreekt voor mij het verlangen en de wil uit, om het publiek mee te nemen, onder te dompelen in een ervaring waar zij bij gaan horen. Omdat wat zij zien en waar ze zich bevinden te maken heeft met wie ze zelf zijn; onderdeel van een wijde wereld vol betekenislagen.
Prompt droomde ik vannacht, dat ik na al deze jaren terugkeerde in de kapel van de Clarissen, waar ik zelf jarenlang een meditatie begeleidde. Hiertoe legde ik in het midden van de kapel stenen, takken, bloem en blad, zó dat het paste bij die meditatie , waar ik ook de teksten voor had geschreven; inleidende woorden en op het einde een Zegewens. Het overgrote deel bestond uit meer dan twintig minuten stilte. Dit is mijn activiteit geweest in de wereld, waar ik probeerde een werkelijkheid te scheppen of daarbij in de buurt te komen, waarvan ik meen dat deze tegelijk ook in elke mens aanwezig is. De Stilte als louterend, die je zacht maakt en ontvankelijk, die ter plekke verbinding schept. Die stilte is overal onder de drukke oppervlakte, maar natuurlijk makkelijker toegankelijk, als het ergens zelf stil is. Zoals in mijn boshuisje.
Opvallend in mijn droom was, dat het niet de moderne kapel was, die het in het echt is, maar ik keerde terug in de bruine, donkere katholieke kerk van mijn moeder in Surabaya, zoals ik deze op foto’s zag. Dit heeft vast een betekenis. Welke, daar ga ik niet over nadenken. De droom was, wat deze is.