Winterse ochtendwandeling door het bos. Opvallend: op sommige plekken is het geen winter meer, op andere plekken is alles wit en rijk berijpt. Dat zijn dus de stukjes die vooral in de schaduw staan. Ik ben dol op de zon, maar verkies nu de kou, voor het plaatje.
Ik was net op tijd terug voor het Zondagochtenconcert, live, vanuit Amsterdam. Een zaal vol kinderen, het Zwanenmeer van Tjaikowsky werd verteld en gespeeld. Toch ook een verhaal, dat draait om duisternis en licht, de zwarte en de witte zwaan, daarom zo passend in deze Adventstijd. Vandaag is het de vierde Zondag, dus alle kaarsjes mogen nu branden. Als ik een adventskrans had gehad. De muziek uit het Zwanenmeer zit in mijn geheugen gegrifd door de eindscène uit de film Billy Eliott. Over dat jongetje dat balletdanser wordt in een donker mijnwerkersstadje. Zijn vader ziet dat eerst niet zitten, wil dat verlangen uit hem roeien. En dan gaat hij om, nadat zijn zoontje met de moed der wanhoop voor zijn neus gaat dansen. Hij besluit het staken op te geven, om zijn zoontje naar de dansopleiding te kunnen brengen. En dan dit: zoon uitgegroeid tot prachtige zwaan.
Geen adventskaarsjes, dus, maar wel licht in het bos, balancerend op dunne dennennaalden. Het is stil in het bos. Ik vond tussen de papieren nog een oude Zegewens, ooit uitgesproken in de kapel van de Clarissen. Ja, hier kan ik nog steeds wel achter staan: