dinsdag 28 februari 2023

Frans Kellendonklezing

Razend interessant. Ik kreeg een gesigneerd exemplaar van de Frans Kellendonklezing cadeau, uitgesproken door Nina Polak. Nooit iets van haar gelezen, om precies de reden die ze in de lezing zelf aangeeft. Haar personages leven in een middleclass milieu, geprivilegieerd boven de arbeidersklasse en een verhaal beweegt zich dan in de veilige, enigszins optimistische zekerheden van het burgerlijk bestaan.Waar geld redelijk veel voor handen is: je staat niet in de rij bij de voedselbank, maar vraagt je af of je de dure VanMoof fiets moet aanschaffen, of dat het design van je nieuwe keuken wel van alle gemakken is voorzien en de nieuwe grijze hoekbank comfortabel zit. Geld creëert een universum van schijn veiligheid, je denkt dat het leven controleerbaar is en alles uiteindelijk maakbaar. De klimaatcrisis, een toeslagenaffaire, de gasrekening niet kunnen betalen; dat blijven ver-van-mijn-bed-shows.

De titel van de lezing is een citaat van Frans Kellendonk zelf. Als schrijver heb je ook een ‘helikopter-vieuw ’, mijn woorden; je ziet en analyseert en denkt méér dan dat wat je als burger met twee benen op de grond kunt leven. Hij heeft daar twee concepten voor bedacht: ‘oprecht veinzen’ en ‘ontgoocheld geloof’. Betekenis ontstaat door altijd en voortdurend in dit spanningsveld te verblijven en dit in alle gebieden van het leven. Ook in het ‘klassieke’ christelijk geloof: je leeft het gelovige leven met haar beleving van de tijd (zo is nu de ‘vastentijd’ begonnen), en tegelijk weet je dat het ook ‘onzin’ is, verzonnen en ontsproten aan de verbeelding van de mens. 
In de lezing verzint Nina Polak buren wiens leven in de verbeelding allemaal plotwendingen kunnen aannemen. Alledaagse beschrijvingen rijgen het verhaal aan één en stijl zorgt voor de literaire ervaring. Vrouw is zwanger, man droomt weg en ziet op tegen de verantwoordelijkheid, vrouw leent later stiekem geld van haar vader om het gezin een vakantie te geven en te behoeden van een burn-out. De burgerlijke helden leven hun leven, hun bestaan bestaat uit deze onderliggende intriges en spanningen. Helemaal op het einde komt dan als een soort duveltje uit een doosje, dat Frans Kellendonk dit in zijn boek Mystiek Lichaam het allerbeste heeft gedaan, ze heeft het boek al vijf keer gelezen.
Hoe geld dus, het leven dicteert. Dáár moet het over gaan in het huidige tijdperk en ik ben het daar helemaal mee eens. Al lang denk ik dat we allemaal slaven zijn van het kapitalistische systeem. Dus ik ben Mystiek Lichaam gaan overlezen. 

Alleen al deze leeservaring met de ogen van Nina Polak maakt het interessant. Want de eerste keer las ik het toen het boek net uit was en vertoefde ik in theologische kringen. Het was het eerste boek waar het ook over aids ging, de zoon van Gijselhart, de calculerende doortrapte burger en geldwolf, is homoseksueel, krijgt een vriend die sterft en draagt wellicht de dodelijke ziekte ook met zich mee. De titel van het boek triggerde interpretaties, waar wij allen deel zijn van het mystieke lichaam, tot de dood erop volgt. Het was een rehabilitatie van het homoseksuele leven, dat indertijd gecontamineerd was met negativiteit. Homo’s brengen niet de dood in de vorm van aids, door hun perversie, ze brengen ons naar het hart van het leven omdat zij écht, zonder versluiering leven. Leven brengt altijd ook de dood, in het aangezicht van de dood, krijgt leven haar waarde.

Maar voor Nina Polak, geboren in het verschijningsjaar van deze roman, speelt dit geen enkele rol. Zij ziet, denk ik,  vooral de dochter die alleen in de nabijheid van haar vader wil zijn omdat zij en haar baby dan goed verzorgd worden. Zij ziet een vader die opbloeit en menselijk wordt omdat hij deze zorg kan geven. Hij maakt een moestuin bij het huis, waar zijn dochter gaat inwonen,  hekjes voor de baby voor de veiligheid. Voor het eerst van zijn leven houdt hij zich niet bezig met slim geld vergaren, maar hoe hij hapjes babyvoeding naar haar mondje kan brengen. Ook zoon komt erbij wonen, terug uit Amerika waar zijn vriend is gestorven en vader denkt dat zijn geluk compleet is en voor altijd zal duren. Niet dus. Dochter gaat toch haar liefde , de vader van hun baby, achterna naar Zwitserland en zoon…draagt wellicht de dodelijke ziekte met zich mee. Het ‘mystieke lichaam’ is in deze interpretatie de volkomen verbondenheid van geld en persoonlijke relaties en zingeving. Terwijl het geld niet wint en doorslaggevend is. Vader kan met zijn geld het leven niet dicteren, dat doet uiteindelijk de ongrijpbare liefde. Niemand kan het in haar eentje rooien. Betekenis is pas écht en duurt, als je in die dynamiek leeft:  Van ‘oprecht veinzen’ dus, en ‘ontgoocheld geloof’.

Ik hoop ergens dat niet de schrijver wijzer is dan de burger, maar dat elke burger op haar eigen wijze, óók schrijver wordt…Je onttrekken aan de wetgeving van het kapitalisme, dat gericht is op winst en jacht op geld. Zélf regels schrijven. Dat je iets kan doen of kan gaan betekenen, al is het maar een kleine alinea, waardoor de wereld niet vergaat, zoals in het doemscenario van de klimaatcrisis, maar ánders wordt: wijzer.

maandag 27 februari 2023

Jupiter en Venus



Ze zijn al dagen te zien: twee heldere ‘sterren’.Op de app ‘Sky View Lite’ zie ik dat het de planeten Jupiter en Venus zijn. Jupiter is de grootste planeet van het zonnestelsel en één jaar daar, is 12 jaar op aarde, zegt de app. En een jaar op Venus is 225 aard-dagen. Venus kleurt oranje en is de tweede planeet vanaf de zon.Leuke weetjes, vind ik dit.
Met de app kun je de hele sterrenhemel zien. En dus ook de sterrenbeelden. Venus en Jupiter staan dus in de buurt van ‘Vissen.’ Dit blogje is er, om het ‘later’ nog eens terug te vinden: Building a Second Brain van Tiago Forte schijnt een boek te zijn, die adviseert om digitaal notities te maken en het internet organiseert en ordent dit dan. Niet bedacht, maar wel gekregen: dit blog functioneert nu zo. Ik kan een onderwerp in te typen, en ik zie wat ik daar door de jaren heen aan  beleefd heb en wat ik dacht. En Venus en Jupiter zien aan de hemel, vind ik gedenkwaardig.


zondag 26 februari 2023

Oriëntalisme, een verdwijnend fenomeen?


Door mijn ooghaartjes, mij koesterend achter glas in de winterzon, zie ik de jonge eikenblaadjes in lentegroen, na vijf dagen afwezigheid. Terwijl ik luister naar de zachte, zoekende, hoopvolle viool in The Lark Ascending in het Zondagochtend-concert in een bomvolle concertzaal in Amsterdam. Het is live en om dit tezamen te beluisteren met zovelen anderen, is voor mij vergelijkbaar met een zondagse dienst, of ‘viering’ zoals de katholieken zeggen, in een christelijke kerk.

Ik heb minstens tien jaar vrouwen verzameld, zoals die zijn afgebeeld door kunstenaars, ik heb er wel twee dozen vol van. Deze twee behoorden bij mijn favorieten. Ook, zo wist ik vaag, omdat ik mezelf in ze herkende. Dat lekker languit liggend genieten en je behaaglijk thuis voelen in je lichaam. Nu ontdekte ik in het Stedelijk Museum in Amsterdam dat zij bij de stroming van het ‘Oriëntalisme’ horen. Het zijn dus oosterse vrouwen, die hier zijn afgebeeld. De associatie had ik bij bewustzijn, dus nog nooit gemaakt. Europese kunstenaars waren indertijd geïntrigeerd door het exotische, zo ook Picasso en Matisse. De ‘Oriënt’ stond voor sensueel, primitief, irrationeel, tegenover Europa als verlicht, progressief, rationeel. Kunstenaars beelden ‘odalisken’ uit: tot slaaf gemaakten concubines: naakt, gedrapeerd, met soms een tulband op het hoofd. Als een soort van snoepje dus…Het is een rare ontdekking. Alsof ik van subject ineens ook tot object ben gemaakt. Voor het eerst vraag ik mij af in welke mate dit een rol speelde in de aantrekkingskracht van westerse mannen richting mij…

In dezelfde tentoonstelling ook deze ontdekking. Ik stelde mij bij Jan Toorop altijd een stevige witte man voor, een Zeeuw of Fries, uit de kluiten gewassen. Waarom weet ik niet. Ergens moet ik een onterechte link gemaakt hebben. De Toorops dus, als een oer-Hollandse schildersfamilie, zo ook Charley Toorop. Maar nu blijkt Jan Toorop geboren te zijn op Java en voortgekomen te zijn uit een mix van een Noors/Javaanse vader en een Brits-Indische/Chinese moeder! Zijn uiterlijk lijkt dus veel op het mijne, zoals te zien is op dit geschilderde portret van Jeanne Bieruma Oosting. Indonesische motieven, wayang en batik, zijn ook aanwezig in zijn schilderkunst, zoals in zijn reclame voor notabene Delftse slaolie. Jan Toorop zegt zelf dat de grondslag van zijn werk oosters is: ‘…de oosterse natuur daar in Indië hebben mij voor het eerst met schoonheid in aanraking gebracht.’

En zo zal Nederland waarschijnlijk steeds meer een écht multiculturele samenleving worden, zodat de kinderen van mijn nichtjes, die evenals hun ouders in Nederland geboren en getogen zijn, niet meer de vraag krijgen: Waar kom jij vandaan?

zondag 19 februari 2023

‘Ben’ en ‘Greenhouse’ ; gevoel in muziek


Nichtje V. kwam in het weekend logeren. Hartverwarmend. Wij hadden het over héél veel. Over ook luisteren naar je gevoel,  in plaats van alleen te varen op je ratio. Hoe je mensen ziet leven, die alleen maar controle over hun leven proberen te houden. Hoe maak je ruimte dat wat er in je leeft, spontaan kan ontstaan en kan gaan bloeien? En ineens zag ik dat het heel kleine takje, ‘een eikenboompje’ dat ik in de herfst uit de grond had getrokken en in een flesje water had gezet, nieuwe kleine groene blaadjes had gekregen.

Natuurlijk ging het ook over haar vader, broer R. en over de familie. Herinneringen kwamen boven. Dat hij ‘Ben’ zo’n mooi liedje vond, en het zelfs op school, eerste klas Gym, geplaybackt heeft. Hij was best een stoer binkie met zwart golvend haar en gevoelige ogen. Een meisje M. was verliefd op hem en ik wist dat, ze had het mij zelf verteld. Toch apart, denk ik nu, ik zat twee klassen hoger. Zó gewoon was dat niet, communicatie tussen hogere en lagere klassen: er was best wat hiërarchie. Misschien was haar verlangen zo groot, dat ze die drempel overging, misschien in de hoop dat ik een goed woordje voor haar kon doen?

V. hield zich aanbevolen, als ik nog meer muziek wist, waar Broer van hield. Ineens kwam ik op de elpee ‘Greenhouse’, ik zag de hoes zó voor mij, een groene kas, als een huisje midden in de natuur, op een beige ondergrond. We konden het niet vinden. Ik had het gekoppeld aan de verkeerde artiest, ontdekte ik later, toen zij al op één oor lag. Op YouTube bleek de hele LP te beluisteren te zijn en dat deed ik. Het is voornamelijk gitaarmuziek. Maar dít liedje was het helemaal; ‘Tiny Island’. Er zit wel iets gelijks in zijn lievelingsliedjes vonden we beide, de volgende ochtend. Voor mij spreekt er veel gevoel uit.


 

donderdag 16 februari 2023

Voorjaars-én- winterstemming

Het waren drie absolute lente-knetterdagen. De hele dag buiten zitten totdat het donker wordt. Inclusief mijn ritueel van een sigaartje erbij en een drankje. De lucht zien veranderen in toverbalkleuren. Later in de avond hing de Kleine Beer, het steelpannetje, overdwars, laag, tussen de takken van de eikenbomen. Nu is het weer grijs winterweer. Het motregent, een merel hipt haastig over het terras.

De foto-assistent geeft met het algoritme wel ineens een leuke selectie uit het afgelopen jaar. Beeldrijm, dingen twee-aan-twee. Het plein van San Georgio tegenover Venetië, naast een fietsovergang in De Hoge Veluwe. De raampjes van het dogenpaleis op het San  Marcoplein naast dikke duinpollen helmgras op Terschelling. Leuk. Ik heb eigenlijk nooit problemen met algoritmen. Het is een prima zoekmachine, heel educatief. Je typt op YouTube een onderwerp in en allerlei filmpjes verschijnen. En nu dus een spontane selectie uit je fotoalbum.

Vandaag wordt het dus een absoluut binnen-dagje. Ik ga pompoensoep maken en een appeltaart bakken. Muziek luisteren, lekker hard, op de Bluetooth-speaker. En kijk, dat bedoel ik nou: ik typ ‘springsongs’ in op You Tube en kom bij dit allerliefst filmpje uit ‘Bambi’. Gemaakt in 1968 en dan zie ik opnieuw , hoe de tekenstudio’s van Walt Disney de tekenfilms volwassen hebben gemaakt, met volwaardige personages, terwijl het dierenfiguren zijn. En dat vormde weer een van de peilers van het serieus geworden genre van de graphic novel. Die mopperige binnen-uil tegenover het zoete geflierenfluit van de vogeltjes, dat heen-en-weer; zoals dat kan gaan met je gemoed. Én met het weer. 

dinsdag 14 februari 2023

Frans Kafka’s ‘Gedaanteverwisseling’: over familie-empathie

 
Gisteren was ik, onverwachts, toch het grootste deel van de dag buiten. Ik leende een keukentrap van technische beheerder S., die achter mij een kromgetrokken voordeur weer de mogelijkheid moest geven , dat deze in het slot gedraaid kon worden. Dít huisje gaat dus weer de verkoop in.  Hij vertelde dat alle aluminium caravans, die dus eigenlijk te koud worden om er in de winter te verblijven, werden opgekocht door een Nederlandse ondernemer. Die had een terrein van vier voetbalvelden groot, goedkoop gekocht tegen de grens van Polen en Oekraïne. Daar sleepte hij alle caravans heen, wachtend tot de oorlog was afgelopen en dan kon hij ze met grote winst gaan verhuren. Of verkopen? Wat hier wordt afgeschreven, is daar, straks, een zeer begerenswaardig object…Hoe dan?… Ik vroeg mij dat af terwijl ik met een hark al het natte blad en de twijgen van de berkenboom van het dak afveegde. Wat voor toekomstvisie voor vrede-in-Oekraïne zit er achter zo’n zakelijke handelswijze? 

Toen ik klaar was, ging ik in het zonnetje zitten, op het bankje. Héérlijk. Voor het eerst dit jaar, je koesteren in de lentezon. Ik las ‘De gedaantewisseling’van Frans Kafka uit 1912, gratis meegenomen bij een Nijmeegse marktkoopman. Een klassieker en heel vroeger al eens gelezen. Gregor Samsa verandert in het huis waar hij woont met zijn ouders en een zus, in een ‘monsterlijk ongedierte’ , een soort van kever. Interpretaties zijn er legio: gaat het over depressie, vervreemding, existentiële eenzaamheid? Voor mij ging het over familieverhoudingen en het al dan niet aanwezig zijn van empathie.

In de eerste maand, ontroert de band met zijn zus, door empathie. Als eten zet zij eerst wat lauwwarme melk neer, zijn lievelingsdrankje. Maar nu als kever, smaakt het niet, hij laat het staan. Dan zet zij quasi nonchalant van alles neer, op verschillende bordjes, zoals ook een beetje half verrotte groente en kaas. Dat laatste vond hij vies, toen hij mens was, nu smaken beide hem. Op vaste tijden komt zij ook zijn kamer schoonmaken en Gregor verschuilt zich dan onder een laken achter de canapé, om haar niet te laten schrikken. Hij wordt daar steeds handiger in en is daar blij mee. Hieruit blijkt dat zij een goede band met elkaar hebben. Hij was kostwinner van het gezin, als handelsreiziger van stoffen. Als hij niet veranderd was in een kever, dan had hij, als verrassing , zijn zus met de Kerst een opleiding cadeau gedaan aan het conservatorium, zij speelt begaafd viool.

Het probleem is, dat Gregor wél alle gesprekken kan volgen die zijn familie met elkaar bezigt, maar hij niks terug kan zeggen. Zijn familie weet bovendien niet, dat hij alles hoort en begrijpt. Gaandeweg ziet hij, machteloos, zijn familie veranderen. Zijn vader bloeit op ,gaat op pad om inkomsten te genereren, gaat weer een pak dragen, terwijl hij eerder onderuitgezakt in een stoel zat. Die ontwikkelt ook een haat tegen die kever in die andere kamer en bekogelt hem, op een gegeven moment met stukjes appel. Zo erg dat dit zijn schild verwond en dat blijft ontsteken. Het begin van het einde. Want ook zijn zus en zijn moeder keren zich langzaam van hem af. Terwijl zijn zus, eerder nog, hun moeder over de drempel had  gehaald, om toch de kamer waar Gregor zich in bevindt, te bezoeken en mee te helpen om het schoon te houden. Maar langzaam is het eten wat hij krijgt voorgeschoteld niet meer zorgvuldig uitgekozen, hij krijgt wat restjes. Ze besluiten zijn kamer leeg te ruimen. Aanvankelijk met de beweegreden, dat hij dan vrijer kan rondlopen en al die spullen maar obstakels voor hem zijn, maar dat wordt al gauw dat hij als kever dat ook niet nodig heeft. Dus spullen waar hij ook gehecht aan is, verdwijnen. En ze huren een werkster in en die zet overtollig afval en onnuttige gebruiksvoorwerpen uit het huis in zijn lege kamer. Dan gaat Gregor Samsa zichzelf ook verwaarlozen: hij wast zich niet meer met zijn pootjes, hij eet nauwelijks meer. En gaat dood. Tot opluchting van  zijn familie. Nu hoeven ze de levensgrote kever alleen nog de kamer uit te vegen. En dan zit in de laatste alinea, voor mij de angel. Zijn ouders zien de toekomst weer zonnig tegemoet. Ze zien dat hun dochter, ondanks alle ellende, is ontloken ‘tot een mooi en weelderig meisje’. Ze zullen gaan verhuizen en een brave man voor haar zoeken.

Dus niet alleen Gregor Samsa is van gedaante veranderd, zijn hele familie ook, het zit samen geklonterd en het is onderling van elkaar afhankelijk. Maar er was ooit menselijkheid en empathie. Gregor zag het talent van zijn zus en hij zorgde voor de hele familie. Dan worden de rollen omgedraaid: hij verliest zijn positie in de familie, dat wordt vergeten, herinnering wordt weggevaagd, hij is werkelijk niks meer en kan daar zelf weinig aan doen. Dát is de beklemming die zich in een familie kan afspelen. Als je wordt dood gezwegen, dan besta je niet. Hij zag het muziektalent van zijn zus, had dit tot ontwikkeling willen brengen. Uitzonderlijk; het speelt zich af in de eerste decennia van de twintigste eeuw, waar vrouwen nog een tweederangspositie hadden. Nu zal zijn zus, in de toekomst zonder hem, gekoppeld worden aan een brave man. Klaar uit. 

Wát een ijzersterk verhaal, dat dacht ik. Technische beheerder S. kwam tussendoor vertellen dat hij een Eureka-moment had gehad, en de deur weer in het slot viel. 

maandag 13 februari 2023

Brokeback Mountain


Het allerleukste sinds een halve week is, dat de vogeltjes in het bos al zachtjes tjilpen. Van vroeg in de ochtend tot in de schemer. Lente-aankondigers. Te vroeg wellicht, al in de tweede week van Februari. Misschien toch te wijten aan de klimaatcrisis. Ik zou er de hele dag wel buiten voor willen zitten, maar daarvoor is het te koud. 
Daarom maar dit liedje uit de aftiteling van Brokeback Mountain, die dit weekend op de tv was. Wát een geweldige film.  Nog steeds, sinds het verschijnen in 2005, waar het de Gouden Leeuw op het filmfestival in Venetië won. Geregisseerd door Ang Lee en dat was toen al een favoriete regisseur van mij, naar een novelle van Annie Proulx, ook al een favoriete schrijver.De film is dus alweer 18 jaar oud, maar raakt nog steeds evenzeer.

Het gegeven dat een plek als Brokeback Mountain, waar je gewoon jezelf kan zijn, in zoveel gedeelten van de wereld er níet is. Hoe de film je ook een spiegel voorhoudt, dat je levenslang bést oneigenlijk kan leven, in bijvoorbeeld een huwelijk waar ook kinderen uit voortkomen. Of hoe dit tot en met nu, óók in de moderne westerse wereld, gebeurd bij priesters en andere religieuze typen, die hun seksualiteit sublimeren en wegpoetsen.
Dat seksualiteit en liefde wel degelijk bij elkaar horen. De pijn die dat veroorzaakt voor die andere partij, te moeten ontdekken dat Brokeback Mountain niet is, waar jij bij hoort. Het grote belang en de kracht van een ritueel: Jack neemt na hun eerste ontmoeting de bebloede blouse van Ennis mee en bewaard deze in zijn klerenkast, met zijn blouse eroverheen, aan een kleerhangertje. En dan vindt Ennis dit na zijn dood in zijn ouderlijk huis, en hangt sindsdien de spijkerblouse van Jack in zijn caravan, met een blouse van hem eroverheen. ‘Jack, I swear…’ zijn de laatste woorden in de film. Wat?…Hij was degene die niet met Jack durfde samen te leven, op een ranch met wat paarden, omdat hij als jongetje gezien had, hoe een homo vermoord was en in flarden bij een beekje lag.

Dan kom je bij dat andere liedje bij de aftiteling van Brokeback Mountain, gezongen door Rufus Wainwright , in al zijn homoseksuele sensualiteit. Om out in the open te zijn. Met de woorden daarin: Oh Lord how I know/ Oh Lord how I see/ That only can the maker make/a happy man of me. Het is als dat vogeltjesgezang, verborgen in het bos om mij heen. Dat je hoopt dat het in het proces van de natuur ligt besloten, altijd, dat het komt: De lente. 

zaterdag 11 februari 2023

In het Limburgs Museum: Mislukte Mystiek?

Naast Melle, is er pal tegenover het station Venlo, een beetje een megalomaan groot gebouw, voor een provinciestadje: Het Limburgs Museum. Dus ook daar naar binnen gegaan, ook aangetrokken door de titel van deze tentoonstelling: MYSTIEK. Rituelen. Verstilling. Extase. Onderverdeeld in drie zalen. Wat mij betreft rammelde de tentoonstelling aan alle kanten. Vier aantrekkelijke woorden, waar het moderne verlangen naar verheffing in vervat is, maar elk met een wereld aan mogelijkheden. Wat doe je ermee? Het begon wél veelbelovend en heftig: met een gekruisigde aap ( De Confrontatie) met naast hem , zoals Maria en Johannes bij het kruis, twee andere opgezette apen, respectievelijk ‘De Kleren van de Keizer’ en ‘Het Verzoek’. Van een Maastrichts kunstenaarsduo: Les Deux Garçons.

Maar dan? Je staat in een zaal die is ingericht volgens de bouwkundige principes van de benedictijn Dom Hans van der Laan (1904-1991),  die in wiskundig afmetingen en kleurgebruik zocht om in zijn architectuur de verstilling van een modern klooster te bewerkstelligen. Met opzet zo gedaan, door de tentoonstellingsmakers, maar je staat in de zaal die over ‘rituelen’ gaat. Er klinkt het gezang van Hildegard van Bingen, nissen en tussenruimtes zijn gevuld met katholieke parafernalia, zoals miskelken, gebedenboeken, filmpjes van processies, en dergelijke. Op het einde van de zaal vielen mij vooral de dierensacrofagen en de gemummificeerde kippen van de kunstenaar Koen Vanmechelen op. Alles rondom kippen is zijn levensproject. Ik heb ooit door museumzalen vol levende kippen gelopen, dus ik vind het mooi dat zij in zijn verbeelde wereld, ook een dierwaardig afscheid krijgen. Maar er gebeurt teveel van van alles in deze zaal, die ‘rituelen’ als thema heeft. ‘Rommelig’ , was het woord dat bij mij opkwam. 

Vervolgens kom je in een totaal verduisterde zaal, die het thema ‘verstilling’ heeft. Eyecatcher is een dame op een bed à la Orphelia van Hans Op de Beeck, met de poëtische titel: My bed a raft, the room the sea, and than I laughed some gloom in me (2019). De keuze van deze kunstenaar hier, past: Stilte en verstilling is zijn thema. De video’s ‘Staging Silence’ waren rondom de Corona-lockdown ook in het Kröller-Müller museum te zien. De kunstenaars zijn overigens allemaal gekozen omdat zij komen uit het zuiden van Nederland; Limburg of daaromheen, in Vlaanderen, België. Maar ja… of nu nét dit centrale werk over ‘verstilling’ gaat? De dood lijkt meer nabij, maar in mystiek gaat het juist niet over deze absolute stilte. Het gaat daar eerder over levenwekkend licht, temidden van het leven, terwijl je stil bent.

En dan mist de tentoonstelling door de laatste zaal ‘Extase’ voor mij helemaal de boot. Je staat plotsklaps in een rode zaal vol uitbundigheid en expressie, met ook aandacht voor het Limburgs carnaval. In de mystieke gang komt in alle religies éérst de extase en dan de verstilling. Kijk naar Boeddha, die uiteindelijk in een glimlach stil zit onder een boom. De dansende derwisjen uit het islamitische Soefisme, die ronddraaiend zich in extase dansen en daarna stil vallen. En ook in de katholieke traditie: er is eerst het uitbundig losgaan met carnaval, daarna de inkeer met het vasten, om daardoor mee te kunnen leven naar een verrijzenis toe. In het hindoeïstische India komen alle goden met al hun drukke levens, en ook de erotische extase van de Kama Sutra voort, uit het Ene. En keert daar ook naar terug: zie de yoga, die in India ontwikkeld is. De vitrine waar er een heel aantal Mariabeelden staan, bij het Holi-feest uit India, lijkt mij voor iemand met een verstilde en devote Maria-verering een affront…
Deze tentoonstelling die ‘Mystiek’ heet, hinkt op meer dan twee benen. Of beter gezegd: verstrikt zichzelf als de meerdere tentakels van een octopus, in zichzelf. Je kunt er, met een onrustig, oppervlakkig, verstrooid bewustzijn wél goed snoepen. Voor elk wat wils : een héél aantal goede hedendaagse kunstwerken, die ieder op zich wél een coherente en consistente ervaring zichtbaar maken. Temidden van vooral katholieke gebruiksvoorwerpen en filmpjes, maar daar kun je ook zin in hebben. Alleen de laatste uitspraak op de rode muur van Hadewijch, voordat je de tentoonstelling verlaat, doet recht aan wat ‘mystiek’ ten diepste beweegt: de ervaring van radicale liefde die uitnodigt en uitdaagt, om deze ook in het dagelijkse drukke leven te beoefenen.


vrijdag 10 februari 2023

Melle’s wonderlijke wereld

De schilderijen van Melle (1908-1976) blijven mij bezig houden. Ik kijk op de foto’s die ik op de tentoonstelling in Venlo, in museum Bommel van Dam, gemaakt heb. Vergelijk, zoom in op details. Ik zoek naar een soort van coherentie in zijn beeldtaal, en vind die ook wel, maar dat zijn teveel woorden voor een blogje. 
Dus in telegramstijl: Allereerst zie ik dat hij soms iets met ‘een voorhang’  heeft.  Een afbeelding bestaat uit een onderkant, de bodem, de kelder en daar hangt hij als het ware een groot wandkleed of een schilderij boven. ‘Onder’ dat zou de ruimte uit zijn jeugd kunnen zijn, hij is opgegroeid in een eenvoudige Amsterdamse arbeiderswoning. Of hij staat in een ruimte met een geschilderde achtergrond. De sfeer is vol, ik moet denken aan de iconenwanden in Russisch-orthodoxe kerken, waar de priester vóór het Geheim, dat zich erachter bevindt, zijn diensten uitvoert.
Dan zijn er een heel aantal schilderijen, die zich in een bar of keuken afspelen. Drinken en eten, de landschappen die je ziet, is de decoratie op de toog of de muur. Er zijn deuren, open of dicht, je denkt aan dood en ook wel aan nieuw leven. Er is geen eenduidigheid, het platte vlak en drie dimensionaal lopen door elkaar.

De roze olifant in de kamer zijn natuurlijk de vele penissen die hij schildert. Er is bijna geen schilderij waar ze niet op de een of andere wijze in voorkomen. Het bezorgde hem ook een obscure naam, zodat hij nooit bekend is geworden bij het grote publiek.De psycho-analyticus Emde-Boas heeft er een verhandeling over geschreven. Zélf zei hij geen seksuele obsessie te hebben. Het lijkt mij typisch Westers om de fallus aan broeierige seksualiteit te koppelen. In het Oosten is de fallus ofwel de lingam, symbool van kracht, levensenergie, het goddelijke. 
Elke tempel in Zuid-India heeft in het voorhof een gigantische paal staan, de lingam dus, die tempelbezoekers als eerste eer brengen. Dáár associeer ik Melle’s beeldtaal eerder mee. Evenals met de propvolle beeldtaal in het Indiase-hindoeïstische universum,waar menselijke en dierlijke wezens met elkaar een verband aangaan.

Het zou mij niks verbazen als over een heel aantal jaren het werk van Melle in de Nederlandse schilders canon belandt. Wanneer we zonder vooroordeel en negatieve associaties, gevoed door de christelijke moraal,  gewoonweg genieten van die kleurige wereld waar mensen, dieren en dingen in elkaar overlopen en samenvloeien, dood en leven vlakbij elkaar.





woensdag 8 februari 2023

Naar het innerlijk: Judith Joy Ross

Na één week en twee dagen weer terug in mijn boshuisje. En alleen maar drie woorden: ‘ O, wat héerlijk, fantastisch! Terwijl ik tussen de bomen de oranje avondschemering zie, en daarna de eerste heldere sterren, nog geen licht aangemaakt, het donker voelen worden. De stilte. De ruimte. Geen auto’s , geen mens. En nu, in de ochtend, die vogels die door de takken gaan, zich als het ware laten vallen of opstijgen. Ondertussen door het land tentoonstellingen gezien en de zee. Ook een soort van thuiskomen. Ditmaal had de sfeer iets surreëls en teders. 

Misschien kwam dit, doordat ik kwam aangewandeld vanuit het Fotomuseum en de trage, intense foto’s zag van Judith Joy Ross. Door de techniek die zij gebruikt, het moeten opstellen van een grote camera tussen haar en de afgebeelde, vertraagt zij als het ware de tijd en de handeling. Er ontstaat een afgesloten ruimte tussen haar en een ander. Een échte ontmoeting, een soort van verliefdheid, zegt ze er zelf over, waardoor je dwars door het ego iets van essentie ziet. De ander transcendeert en houdt zich ook niet meer bezig met uiterlijkheid. Niét: ‘hoe kom ik over?’, maar : ‘hier ben ik.’

O, ik zou willen dat hier altijd de focus op ligt. Op het innerlijke, op de bewegingen in het gevoelsleven. Hieronder twee foto’s van twee oudere vrouwen, die een paar dagen na de instorting van de Twin Towers, aan de overkant daarnaar kijken. Tegelijk een vrouw die net in New York was gearriveerd, een vluchteling, die op een conferentie zou komen vertellen over de verschrikkingen in Oeganda. Maar daar was nu geen aandacht meer voor.


 De gezichten…de houding… gestolde getuigenissen van mensen te midden van verwoesting en overlevingsdrang. De combinatie van berusting, het is onomkeerbaar, wat het is, en de pijn. We leven met een oorlog is Oekraïne. De gigantische aardbeving en het dodental in Syrië en Turkije. Met depressies onder jongeren. Hoezeer zij tegelijk een uiterlijk laagje van schone schijn ophouden, omdat zij niks anders gewend zijn door de sociale media: Leuke foto’s op Insta en Snapshot … En dan op het strand van Scheveningen een dichte kiosk met: De Bijbel het woord van God…Maar God spreekt in deze gezichten. Zij spreekt over menselijkheid.

zaterdag 4 februari 2023

Denkend aan R.

Vandaag is het de tweede sterfdag van Broer. Ik eer hem hier maar, met wat foto’s…Toen hij naast mij mijn zevende verjaardag vierde. Ik herinner mij zijn grote, glanzende ogen. De eerste keer dat hij een drinkbeker gaf aan zijn dochtertje, hier in het stadshuis, waar zijn jonge gezin een poos verbleef, na hun wonen in Niger. Zijn beschermende hand, een paasontbijtje in een huisje…Zo vreemd: ik denk nu vaker aan hem dan tijdens het leven. Dan leef je, mensen zijn op de achtergrond, er was ook een periode een onoverbrugbaar verschil in kennen en beleven…dat laat je dan maar zo, voor een poos. En nu? Soms lijkt het alsof hij direct tot mij spreekt: Aanwezig is, in zijn liefde voor zijn gezin en familie. En het bos.

Dit waren wij in de Hoge Veluwe. Het park dat nu mijn achtertuin is. Er is daar een boom, waar ik altijd aan hem denk. Ik gaf hem als tiener een mok cadeau met Sinterklaas: Hij heeft er een groot deel van zijn leven uit gedronken. Er stonden bomen op, bomen horen bij hem. Hij werd allereerst een  bosbouwer.

Vandaag herinner ik mij, dat hij nog een zanger onder mijn aandacht heeft gebracht: Jonathan Richman. Eigenlijk herken ik nu wel dat in wezen zachtaardige, dat zij overeenkomstig hadden. Dit lied vond ik terug en ken ik zowat uit mijn hoofd, blijkt nu. Ja, dat is toch wel héél noodzakelijk in de wereld: Affection. Dag lieve R., jij blijft bij mij.