Razend interessant. Ik kreeg een gesigneerd exemplaar van de Frans Kellendonklezing cadeau, uitgesproken door Nina Polak. Nooit iets van haar gelezen, om precies de reden die ze in de lezing zelf aangeeft. Haar personages leven in een middleclass milieu, geprivilegieerd boven de arbeidersklasse en een verhaal beweegt zich dan in de veilige, enigszins optimistische zekerheden van het burgerlijk bestaan.Waar geld redelijk veel voor handen is: je staat niet in de rij bij de voedselbank, maar vraagt je af of je de dure VanMoof fiets moet aanschaffen, of dat het design van je nieuwe keuken wel van alle gemakken is voorzien en de nieuwe grijze hoekbank comfortabel zit. Geld creëert een universum van schijn veiligheid, je denkt dat het leven controleerbaar is en alles uiteindelijk maakbaar. De klimaatcrisis, een toeslagenaffaire, de gasrekening niet kunnen betalen; dat blijven ver-van-mijn-bed-shows.
De titel van de lezing is een citaat van Frans Kellendonk zelf. Als schrijver heb je ook een ‘helikopter-vieuw ’, mijn woorden; je ziet en analyseert en denkt méér dan dat wat je als burger met twee benen op de grond kunt leven. Hij heeft daar twee concepten voor bedacht: ‘oprecht veinzen’ en ‘ontgoocheld geloof’. Betekenis ontstaat door altijd en voortdurend in dit spanningsveld te verblijven en dit in alle gebieden van het leven. Ook in het ‘klassieke’ christelijk geloof: je leeft het gelovige leven met haar beleving van de tijd (zo is nu de ‘vastentijd’ begonnen), en tegelijk weet je dat het ook ‘onzin’ is, verzonnen en ontsproten aan de verbeelding van de mens.
In de lezing verzint Nina Polak buren wiens leven in de verbeelding allemaal plotwendingen kunnen aannemen. Alledaagse beschrijvingen rijgen het verhaal aan één en stijl zorgt voor de literaire ervaring. Vrouw is zwanger, man droomt weg en ziet op tegen de verantwoordelijkheid, vrouw leent later stiekem geld van haar vader om het gezin een vakantie te geven en te behoeden van een burn-out. De burgerlijke helden leven hun leven, hun bestaan bestaat uit deze onderliggende intriges en spanningen. Helemaal op het einde komt dan als een soort duveltje uit een doosje, dat Frans Kellendonk dit in zijn boek Mystiek Lichaam het allerbeste heeft gedaan, ze heeft het boek al vijf keer gelezen.
Hoe geld dus, het leven dicteert. Dáár moet het over gaan in het huidige tijdperk en ik ben het daar helemaal mee eens. Al lang denk ik dat we allemaal slaven zijn van het kapitalistische systeem. Dus ik ben Mystiek Lichaam gaan overlezen.
Alleen al deze leeservaring met de ogen van Nina Polak maakt het interessant. Want de eerste keer las ik het toen het boek net uit was en vertoefde ik in theologische kringen. Het was het eerste boek waar het ook over aids ging, de zoon van Gijselhart, de calculerende doortrapte burger en geldwolf, is homoseksueel, krijgt een vriend die sterft en draagt wellicht de dodelijke ziekte ook met zich mee. De titel van het boek triggerde interpretaties, waar wij allen deel zijn van het mystieke lichaam, tot de dood erop volgt. Het was een rehabilitatie van het homoseksuele leven, dat indertijd gecontamineerd was met negativiteit. Homo’s brengen niet de dood in de vorm van aids, door hun perversie, ze brengen ons naar het hart van het leven omdat zij écht, zonder versluiering leven. Leven brengt altijd ook de dood, in het aangezicht van de dood, krijgt leven haar waarde.
Maar voor Nina Polak, geboren in het verschijningsjaar van deze roman, speelt dit geen enkele rol. Zij ziet, denk ik, vooral de dochter die alleen in de nabijheid van haar vader wil zijn omdat zij en haar baby dan goed verzorgd worden. Zij ziet een vader die opbloeit en menselijk wordt omdat hij deze zorg kan geven. Hij maakt een moestuin bij het huis, waar zijn dochter gaat inwonen, hekjes voor de baby voor de veiligheid. Voor het eerst van zijn leven houdt hij zich niet bezig met slim geld vergaren, maar hoe hij hapjes babyvoeding naar haar mondje kan brengen. Ook zoon komt erbij wonen, terug uit Amerika waar zijn vriend is gestorven en vader denkt dat zijn geluk compleet is en voor altijd zal duren. Niet dus. Dochter gaat toch haar liefde , de vader van hun baby, achterna naar Zwitserland en zoon…draagt wellicht de dodelijke ziekte met zich mee. Het ‘mystieke lichaam’ is in deze interpretatie de volkomen verbondenheid van geld en persoonlijke relaties en zingeving. Terwijl het geld niet wint en doorslaggevend is. Vader kan met zijn geld het leven niet dicteren, dat doet uiteindelijk de ongrijpbare liefde. Niemand kan het in haar eentje rooien. Betekenis is pas écht en duurt, als je in die dynamiek leeft: Van ‘oprecht veinzen’ dus, en ‘ontgoocheld geloof’.
Ik hoop ergens dat niet de schrijver wijzer is dan de burger, maar dat elke burger op haar eigen wijze, óók schrijver wordt…Je onttrekken aan de wetgeving van het kapitalisme, dat gericht is op winst en jacht op geld. Zélf regels schrijven. Dat je iets kan doen of kan gaan betekenen, al is het maar een kleine alinea, waardoor de wereld niet vergaat, zoals in het doemscenario van de klimaatcrisis, maar ánders wordt: wijzer.