De schilderijen van Melle (1908-1976) blijven mij bezig houden. Ik kijk op de foto’s die ik op de tentoonstelling in Venlo, in museum Bommel van Dam, gemaakt heb. Vergelijk, zoom in op details. Ik zoek naar een soort van coherentie in zijn beeldtaal, en vind die ook wel, maar dat zijn teveel woorden voor een blogje.
Dus in telegramstijl: Allereerst zie ik dat hij soms iets met ‘een voorhang’ heeft. Een afbeelding bestaat uit een onderkant, de bodem, de kelder en daar hangt hij als het ware een groot wandkleed of een schilderij boven. ‘Onder’ dat zou de ruimte uit zijn jeugd kunnen zijn, hij is opgegroeid in een eenvoudige Amsterdamse arbeiderswoning. Of hij staat in een ruimte met een geschilderde achtergrond. De sfeer is vol, ik moet denken aan de iconenwanden in Russisch-orthodoxe kerken, waar de priester vóór het Geheim, dat zich erachter bevindt, zijn diensten uitvoert.
Dan zijn er een heel aantal schilderijen, die zich in een bar of keuken afspelen. Drinken en eten, de landschappen die je ziet, is de decoratie op de toog of de muur. Er zijn deuren, open of dicht, je denkt aan dood en ook wel aan nieuw leven. Er is geen eenduidigheid, het platte vlak en drie dimensionaal lopen door elkaar.
De roze olifant in de kamer zijn natuurlijk de vele penissen die hij schildert. Er is bijna geen schilderij waar ze niet op de een of andere wijze in voorkomen. Het bezorgde hem ook een obscure naam, zodat hij nooit bekend is geworden bij het grote publiek.De psycho-analyticus Emde-Boas heeft er een verhandeling over geschreven. Zélf zei hij geen seksuele obsessie te hebben. Het lijkt mij typisch Westers om de fallus aan broeierige seksualiteit te koppelen. In het Oosten is de fallus ofwel de lingam, symbool van kracht, levensenergie, het goddelijke.
Elke tempel in Zuid-India heeft in het voorhof een gigantische paal staan, de lingam dus, die tempelbezoekers als eerste eer brengen. Dáár associeer ik Melle’s beeldtaal eerder mee. Evenals met de propvolle beeldtaal in het Indiase-hindoeïstische universum,waar menselijke en dierlijke wezens met elkaar een verband aangaan.
Het zou mij niks verbazen als over een heel aantal jaren het werk van Melle in de Nederlandse schilders canon belandt. Wanneer we zonder vooroordeel en negatieve associaties, gevoed door de christelijke moraal, gewoonweg genieten van die kleurige wereld waar mensen, dieren en dingen in elkaar overlopen en samenvloeien, dood en leven vlakbij elkaar.