Vandaag is het de tweede sterfdag van Broer. Ik eer hem hier maar, met wat foto’s…Toen hij naast mij mijn zevende verjaardag vierde. Ik herinner mij zijn grote, glanzende ogen. De eerste keer dat hij een drinkbeker gaf aan zijn dochtertje, hier in het stadshuis, waar zijn jonge gezin een poos verbleef, na hun wonen in Niger. Zijn beschermende hand, een paasontbijtje in een huisje…Zo vreemd: ik denk nu vaker aan hem dan tijdens het leven. Dan leef je, mensen zijn op de achtergrond, er was ook een periode een onoverbrugbaar verschil in kennen en beleven…dat laat je dan maar zo, voor een poos. En nu? Soms lijkt het alsof hij direct tot mij spreekt: Aanwezig is, in zijn liefde voor zijn gezin en familie. En het bos.
Dit waren wij in de Hoge Veluwe. Het park dat nu mijn achtertuin is. Er is daar een boom, waar ik altijd aan hem denk. Ik gaf hem als tiener een mok cadeau met Sinterklaas: Hij heeft er een groot deel van zijn leven uit gedronken. Er stonden bomen op, bomen horen bij hem. Hij werd allereerst een bosbouwer.
Vandaag herinner ik mij, dat hij nog een zanger onder mijn aandacht heeft gebracht: Jonathan Richman. Eigenlijk herken ik nu wel dat in wezen zachtaardige, dat zij overeenkomstig hadden. Dit lied vond ik terug en ken ik zowat uit mijn hoofd, blijkt nu. Ja, dat is toch wel héél noodzakelijk in de wereld: Affection. Dag lieve R., jij blijft bij mij.