woensdag 19 december 2007

Groeikracht

Gisterenochtend bladerde ik in de Trouw. Mijn oog viel op een schilderij van een nieuw tentoonstelling in het Groninger Museum. Zes schilderende meestervertellers maken schilderachtige sprookjes. Een vliegend tapijt zweeft over een nevelig rivierenlandschap en draagt een russische prins, die met een grote lamp de verte in kijkt.
Dat gevoel van ruimte en onbekende horizonnen waar je van droomt, deed me denken aan mijn eerste lievelingsprentenboek. Het ging over een jongentje wiens ledikant elke avond de heldere zwoele avond invloog, zó het venster uit. Dat deed ik dan ook, voordat ik in slaap viel.

Ik bladerde verder. Twee foto's met de kop: De extreme levens van kinderen. Op de ene foto zit een afghaans meisje van elf jaar naast een man van veertig, met een zwarte baard en een witte tulband. Ze blijkt uitgehuwelijkt aan hem. De exotische prins heeft plotseling het gezicht van een boeman. Aan het meisje de vraag hoe ze zich voelt. Nou, ze voelt niks want ze kent de meneer niet.
De andere foto is een philipijns meisje dat stralend springt op een oude fautteuil die in een zwart houtskool landschap staat. Ze blijkt daar te wonen. Haar ouders verdienen wat met het sprokkelen van hout. Zij gaat niet naar school, maar wil wel lerares worden...
Wat moet je daar toch mee?

Voorop dezelfde krant staat Condaliza Rice als een donkere walkure. Als iemand macht heeft om werkelijk de loop van een aantal dingen te veranderen, dan is zij het wel. Een man met grijs haar schrijft iets op: zou het wijs of betekenisvol zijn?

Ik kreeg eén dezer dagen van iemand een klein bloembolletje, verpakt in knisperend cellofaan, met de wens op een papieren kerstbal ,voor gezegende kerstdagen en voor het nieuwe jaar veel geestelijke groeikracht. Dat is mooi.
Dat wens ik die kinderen op de foto's ook maar toe. Dat die boeman toch een weldenkend mens zal zijn, die zo'n meisje niet bespringt, maar begeleidt. Dat het philipijnse meisje haar wens kan vervullen en mensen wat kan leren, ook als zij nooit zal leren lezen of schrijven.
Dat toch tot bloei kan komen, wat er in jou verscholen zit.
Dat we leren vliegen, ons verheffen uit het aardse slijk.
De wereld, jouw wereld, ieders wereld kan immers niet afhankelijk zijn van Schikgodinnen, Goden, God, Allah.