donderdag 13 december 2007

Scherven

Ik ben een echte hamster. Als de cultureel antropoloog Claude Levi Strauss mij moest indelen, zou ik niet horen bij de landbouwers of de jagers maar bij de verzamelaars.
"Straatjutten": da's de term die een vriendin voor deze activiteit verzonnen heeft, in deze moderne tijden. Dat slaat allereerst vooral op haar zelf en gedeeltelijk op mij.
Mijn hele huis puilt dus uit van de onnuttige maar O Zo Betekenisvolle Dingen. Een oud vogelnestje. Lange zwart-wit pennen van een Italiaans stekelvarken, schelpen, stenen, fossielerig of gewoon mooi gekleurd of mooi van vorm, veertjes, balletjes, gekke plastic beestjes.
Sinds kort is er een nieuw thema bijgekomen: Scherven, gevonden op de strandjes langs de rivier waar ik woon. Van Oude Beschavingen.

Nou, het was wel kicken hoor, om in het Gemeentemuseum een hele grote Romeinse pot te zien van het scherfje dat ik net gejut had! Schielijk keek ik om of een bewaker me zag, bang dat hij zou kunnen denken dat ik deksel van de glazen vitrine zojuist had opgetild. Of mijn ander scherfje waar ik trots op ben: van een Rijnlandse vaas of schenkkan uit de 15 e of 16 e eeuw
.
De gedachte dat er mensen geleefd hebben op de grond waar jij nu woont, met huisraad en al en hun eigen bedoeninkje, dat generaties komen en gaan; dan voel je weer even hoe kort je eigen leventje is. Je bent maar een vallende ster, dat is alles.

Het is prettig om te weten dat er voor jou ook geleefd is en dat je er belangstelling voor kunt hebben. Dat kulturen veranderen, gewoontes komen en gaan.
"Mens, wat kunnen anderen jou nou schelen, denk vooral aan het behoud van jezelf": dat is de kiem van de barbarij en verWildering.
Dus ik ga lekker door met jutten.

Het grootste Juthuis staat aan de andere kant van de wereld, in Sydney. Het heet Hyde Park Barracks. Het is van rood baksteen en valt meteen op in het moderne centrum van Sydney.
Er loopt een rechte weg van daar naar de oceaan: dit was de eerste plek waar mensen zich registreerden als nieuwe inwoners van een onontgonnen continent. Velen waren aanvankelijk gedwongen om de wereldzeeën over te gaan.

Op zolder is een database van zogenaamde Europese criminelen: naam, leeftijd, de misdaad die begaan was. Ja, er zitten moordenaars bij, maar ook het stelen van een paar schoenveters was op een zeker moment genoeg om je te dwingen Groot Brittanië te verlaten.
Om geen roversbende van Australië te maken zijn zo getalenteerde mensen verscheept. Hun nazaten vertellen daarover: Violist bij het Sydney Operahuis en betovergrootvader heeft de eerste cultuurnota geschreven, zulke dingen...

Terug naar het jutten. In de Barracks hebben uiteindelijk 50 soorten groepen geleefd of gewerkt. Na de "criminelen", die met zijn 600(!) in hangmatten op zolder leefden, overdag werken op het land, s'avonds terug, hebben er Ierse vrouwelijke immigranten gewoond. Ontroerende foto's van meisjes met stoere, kwetsbare, blije blikken, herinner ik me. Nog weer later werd het een ziekenhuis voor geesteszieken. De rechterlijke macht heeft er kantoor gehouden en heel veel andere instanties.
De Barracks waren bijna afgebroken, maar zijn net op tijd behouden voor het nageslacht. Wat blijkt? Laag op laag zijn alle hoeken en gaten onderzocht en de hele (korte) geschiedenis van Australie heeft haar sporen achtergelaten. . Oude rattennesten bevatten textiel van de gehele 19 e eeuw. Er zijn pennen, schrijfsels, spijkers, knopen, nagelschaartjes, oude stukjes leer, kant en roest, popjes, haarpinnen, scheergerei etc. etc. gevonden.

Ik weet nog dat ik er neutraal naar binnen ging omdat het een must-see item was en er geheel overdonderd uit kwam. Ik hoorde de stemmen, klaagzangen, bevelen, gemor, gehuil en gefluister van mannen, vrouwen, babies, kinderen...
Ik mag er niet jutten, maar ben blij met al die scherven uit de geschiedenis die mij ook, op de een of andere wijze, meer doen leven.