Gisteren heb ik een chimenea gekocht. Uuh? Wat is dat? Multiple choice, wat lijkt jou het waarschijnlijkst? Voor mij: wat denk je dat ik wil kopen?
A. Chimenea is een fabelfiguur. Ze heeft blauwachtige vleugels en een groene vogel als attribuut en ze brengt vrijheid en inzicht. Te koop als hanger of als plastic figuur in de spiri-winkel of ook in de betere speelgoedzaak.
B. Chimenea komt uit het chinees: Chi betekent adem en Mnjá is is een nieuw, modern woord dat zoiets betekent dat het midden houdt tussen machine en techniek. Het is een nieuw ontwikkeld apparaatje waarmee je de snelheid van een ademhaling kunt instellen. Bedoeld om te gebruiken bij de meditatie, om je bewust te worden van je eigen ademhaling en te experimenteren met dieper en langzamer adem halen en weer afgeven.
C. Chimenea komt uit het Mexicaans. Het is een vuurpot gemaakt van drie verschillende soorten klei en op ongeveer 850 graden gebakken. Het heeft de vorm van een grote vaas, met een openhaardgat erin. Je kunt er buiten vuurtjes mee stoken, leuk al die vlammetjes en die warmte.
Enfin. Chimenea is natuurlijk nummer C. Voor A en B zóu ik gevoelig kunnen zijn, maar zijn uit mijn duim gezogen. Nummer C. prikkelt een van mijn grootste hobbies, toch wel: kampvuurtjes maken. Twee keer een reis door Amerika en ikke verheugde me toch elke dag weer erop om des avonds bij de tent, ergens in die grootse natuur, een fikkie te stoken! Franciscus van Assisi looft in zijn Zonnenlied ook broeder vuur: mooi, vrolijk, stoer en sterk. Ik sluit me daar graag bij aan.
Aldus deed ik, gisterenavond: loven en stoken. Mmmmm... En dan als er alleen maar roodoranje vurige houtskool is en de warmte nog nagloeit, héél dicht erbij zitten en het als een cello tussen je benen omklemmen. Ik dacht: niet voor niks praat men over de geest, dat die vurig kan zijn. Je hebt deze alleen maar voortdurend te voeden met groten en kleine zaken. Net zoals kleine takjes en grote houtblokken.
Ik ga hopelijk heel wat behagelijke zomer- en herfstavonden tegemoet. Zomaar in mijn achtertuintje.
B. Chimenea komt uit het chinees: Chi betekent adem en Mnjá is is een nieuw, modern woord dat zoiets betekent dat het midden houdt tussen machine en techniek. Het is een nieuw ontwikkeld apparaatje waarmee je de snelheid van een ademhaling kunt instellen. Bedoeld om te gebruiken bij de meditatie, om je bewust te worden van je eigen ademhaling en te experimenteren met dieper en langzamer adem halen en weer afgeven.
C. Chimenea komt uit het Mexicaans. Het is een vuurpot gemaakt van drie verschillende soorten klei en op ongeveer 850 graden gebakken. Het heeft de vorm van een grote vaas, met een openhaardgat erin. Je kunt er buiten vuurtjes mee stoken, leuk al die vlammetjes en die warmte.
Enfin. Chimenea is natuurlijk nummer C. Voor A en B zóu ik gevoelig kunnen zijn, maar zijn uit mijn duim gezogen. Nummer C. prikkelt een van mijn grootste hobbies, toch wel: kampvuurtjes maken. Twee keer een reis door Amerika en ikke verheugde me toch elke dag weer erop om des avonds bij de tent, ergens in die grootse natuur, een fikkie te stoken! Franciscus van Assisi looft in zijn Zonnenlied ook broeder vuur: mooi, vrolijk, stoer en sterk. Ik sluit me daar graag bij aan.
Aldus deed ik, gisterenavond: loven en stoken. Mmmmm... En dan als er alleen maar roodoranje vurige houtskool is en de warmte nog nagloeit, héél dicht erbij zitten en het als een cello tussen je benen omklemmen. Ik dacht: niet voor niks praat men over de geest, dat die vurig kan zijn. Je hebt deze alleen maar voortdurend te voeden met groten en kleine zaken. Net zoals kleine takjes en grote houtblokken.
Ik ga hopelijk heel wat behagelijke zomer- en herfstavonden tegemoet. Zomaar in mijn achtertuintje.