donderdag 27 juni 2013

Tangarine

Ik ben geen muziekfestivaltype. Dus Oerol is voor mij de plek om nieuwe muziek te leren kennen. Ik geloof dat ik daarbij erg kan vallen voor de intensiteit van het optreden ter plekke. Soms hangt er al wat, voordat je de eerste noten gehoord hebt. In de blikken van de muzikanten, de wijze waarop ze hun instrumenten stemmen of het publiek inkijken.

De drie vondsten voor mij deze keer waren Herrek, Broeder Dieleman en Tangarine. Dat laatste betekent 'foutgespelde mandarijn' heb ik van één van de eeneiige tweeling vernomen. Ze zochten naar een artiestennaam, bladerden wat in het woordenboek, kwamen bij het woord 'tangerine', dat dus mandarijn betekent, ze zetten dat op hun eerste demo die ze de wereld instuurden en de wereld maakte er per ongeluk tangarine van en dat hebben ze zo gehouden.

Ik had al wat liedjes van hen gedownload met Sammie, waarvan mijn lievelingsnummer veruit Beyond The Sake of Sound is. Perfect in harmonie zingen ze met kristalheldere en toch net niet zoetgevooisde stemmen, er zit een rafelrandje aan: When you wake up, I will hear you, beyond the sake of sound. In the cage you can't get out, all the choices turn into doubt, I will hear you beyond the sake of sound. Elke keer weer zijn het woorden die leiden naar de stilte, die me aanspreken.

Hun nieuwste cd, die een debuutcd lijkt, heet Seek & Sigh, mooi uitgegeven in een soort van boekje. Ik heb ze een paar keer zien optreden en ken nu dus al bijna alle liedjes. Ze liggen makkelijk in het gehoor, en toch... er is een onderstroompje van scherpte en donkerte en die balans tussen 'zoeken' en 'zuchten' bevalt me wel.

Ze zijn zo dun als een luciferhoutje, lijken soms een jong gereïncarneerde Bob Dylan, zeker toen ze als couplet in een van hun liedjes Blowing in the Wind zongen. Ze zijn zo mooi op elkaar betrokken en ingespeeld. Soms door één microfoon en dan verwacht je dat hun hoofden en gitaren een keertje tegen elkaar aan zullen botsen, maar dat gebeurt niet.

Bij hun eerste optreden zag ik de ene onrustig op het podium op en neer drentelen, hij pakte zijn gitaar, legde die weer neer, zette zijn hoed op en af en toen zag ik zijn evenbeeld de straat inkomen. De andere beende met grote stappen naar hem toe. Ze omhelsden elkaar niet, maar keken elkaar even diep in de ogen, met gestrekte armen, de handen op elkaars schouders. Het optreden kon beginnen, het was goed zo.

Oerol's expeditie

Terug uit Oerol en Terschelling. Ik zou er woorden aan kunnen geven, maar heb daar helemaal geen zin in. Nauwelijks gepraat daar, alleen maar met wat kunstenaars. Zo was daar Maurice Meeuwisse, de man met de kruiwagen op het strand die vanaf januari daar een ramp aan het maken is. Een andere toeschouwer dacht aan het Nederlandse 'ramp', en ja, dat lijkt het ook  wel... Maar hij  bouwde  in  weer en wind een ramp, dat is het Engelse woord voor een soort van voetstuk, waar een beeld of monument op kan verrijzen.

Zijn thema is:  geintrigeerd zijn door de Noeste Arbeid. Dus hakte hij ooit met een botte bijl in een stuk hout in een galerie, de hakslagen denderden door het gebouw in de oren van de bezoekers. Maar hier: bijna niemand op het strand en enkele dagen later zat ik op een duin en zag in de verte een stipje: daar kuierde hij nog steeds... tot zondagmiddag 17.00, had ie verteld. Maar daar dacht hij verder niet aan, want anders was het niet te doen.

'Wat een moed', zei ik tegen hem. Ik heb er bijna een soort van ontzag voor. Het doorzettingsvermogen, dat doen. DOEN. Kruiwagens vol zand naar boven torsen en weten dat bij een storm zo weer alles verwaaid is, en bij een springtij alles weg zal zijn. Je moet niet kuieren omdat je hoopt dat er  volgend jaar een nieuw duin op het strand zal zijn.

 In de bossen zweefden de windviolen van Ronald van der Meijs totdat ze beroerd werden door de wind en een toon zouden gaan geven en mensen wachten in volkomen stilte met hen mee. Negen stuks had hij er gemaakt, van hout, elk met een andere toon, maar geen enkele garantie dat ze zouden gaan spelen. Hoe in de stilte van de bossen elk ander geluid helder klinkt: een vogeltje, het kraken van takjes, dennenaalden op de grond, de voetstappen van de mensen. Hoe zo'n project de mensen stil laat zijn.

Men wilde mensen op expeditie sturen, was de intro van de progammamaakster van deze projecten in het landschap. Niet zomaar iets geinigs of lolligs, of groots: less is more, leek een onderliggende boodschap en zelf denken en onderzoeken, dat is het grootste avontuur. Kies je om mee te wandelen met de bioloog of de filosoof? En als je daarna de verhalen vergelijkt, wat levert dat op aan veelzijdig perspectief?

Maar het mooist en meest vervullends voor mij is, om zelf eindeloos te wandelen:  de verte in, het strand, de zee, de Boschplaat, de tijd vergeten, met je volle lichaam van een duin afglijden, worstelen met de koude wind, me koesteren in een duinpan in de brandende zon, bij nacht aan zee staan turen naar het laatste avondrood. Het was weer geweldig.

woensdag 12 juni 2013

A sense of place

Dit blog staat, traditiegetrouw, vanaf morgen bijna twee weken stil. Omdat ik stil in een tentje ga zitten op de natuurcamping op Terschelling. O! Ik verheug me alweer op het ruisen van de zee, de uitgestrektheid van het wad, de grillige parapluduinen, het vallen in het zand, het tegen de wind oplopen.

A sense of place: dat is het thema van het Oerolfestival dit jaar. Ze gaan ineens op de engelse toer en ik weet niet wat ik daarvan vind: internationalisering gaat dat wel samen met a sense of place? Voor mij is mijn gang naar Terschelling, ik geloof alweer voor het viertiende jaar,  bijna een ritueel waarin ik, in der daad a sense of place vier.

Dat landschap waar ik in kan wonen en dat ondertussen al zozeer gemengd is met vele herinneringen, het draagt al zoveel sporen van verbeelding, creativiteit, verhalen... Gevoelens, gedachten en dromen ook, die ingeweven zijn in zovele voorstellingen die ik gezien en beleefd heb.

Dit jaar ben ik al helemaal niet meer gericht op voorstellingen. Ik wil er vooral ZIJN, me onderdompelen in dat landschap, de muziek die weer zal klinken op die prachtige locatie van het Groene Strand, en dat die muziek in stilte overloopt, als je honderd meter verder bent.

A sense of place... de tijd vergeten, leven met het licht en wanneer het donker wordt, meegaan met mijn eigen ademhaling, eindeloos de verte in kunnen kijken... ik gá weer en voel het alweer bijna in mijn aderen stromen: the sense of place.

Ontvouwing

Dat vind ik de fijnste dagen: die zich van zelf ontvouwen en waar je onderweg zomaar wat dingen in de schoot vallen. Ik bewonderde vroeg in de ochtend  het Romeins Legverband (zie vorig blogje), O! wat is het mooi geworden! en liep de stad in. Inpakdag voor mijn tentje naar Terschelling: plastic zeil, een gasbommetje, boeken. Ik vond voor de helft van de prijs het tweede dagboek van Susan Sontag, de periode 1964-1980, midden in de bloei van haar schrijverschap en ik viel voor de titel: As consciousness is harnessed to flesh.

Dat is toch precies het thema waar ik me altijd mee bezig houd: hoe en dat je bewustzijn elke keer weer vlees moet worden: in woorden, kunst, gedachten, beelden. Er is niks, wanneer je er geen vorm aan geeft en dat is een voordurende arbeid die aandacht en misschien ook een soort van discipline vergt. Wil je niet verwaaien, maar gronden en een basis krijgen.

Maar het gebeurt ook heel concreet, door nieuwe en andere vormen van communicatie: ik liep naar de bushalte van plan om naar huis te gaan, maar daar kwam bus 5 aanrijden. Ach, wat, laat ik daar eens instappen, eens kijken of Zusje en Nichtje L. thuis zijn, het was lunchtijd. Ja hoor, en nichtje L. installeerde tussen de sneetjes brood, What's App op Sammie. En dus gaf Sammie nu, op mijn werk een geluidje en ik lees: '(mir) JAM(metje) hoe gaat het????' Zoete jam, het bewustzijn van Nichtje op mijn ochtendboterham.

En de dag ontvouwde zich verder: naar een goed gesprek in de Franciscaanse leesgroep over onbevangenheid, wat liefde is, hoe je soms wel wilt maar niet kan: hoe moeilijk het kan zijn dus, om voor bewustzijn vormen van vlees te vinden waarin wederkerigheid en echtheid de dynamiek is. B. kwam met een voorbeeld: dat zijn doodzieke zwager, onder de morfine van de pijnen, meestal knock-out liggende in een stoel, ineens aan hem vroeg: 'Wil je een kopje koffie?' De levenskunst om dan 'Ja' te zeggen en niet: 'Wacht maar, ik haal het wel.'

Elke bewustzijn zit vast in het vlees en wil altijd verder en zichzelf onstijgen. Zo ontvouwde het thema van de dag zich nog verder, aan tafel met kaarslichtjes en vriend T. Daar ging het ook over een heel andere leefvorm, die op de drempel van bijna een nieuw etmaal onverwacht verschijnt, de cirkel is weer rond.

maandag 10 juni 2013

Romeins Legverband

Ik ben dit weekend heel basaal, bijdegronds bezig geweest. Ik heb mijn aandacht gericht op het Romeins Legverband. Tja, wat is dat? Ik wist er tot voor kort helemaal niks vanaf. Het is een wijze waarop tegels van verschillende grote gelegd worden op de grond. In eén pakketje zit 1 tegel van 60x40cm, twee van 40x40cm, twee van 20x20cm en eentje van 20x40. Duizelt het al? Welnu, twee van dit soort pakketjes en dan kun je Het Romeins Legverband neerleggen: een verspringende motief met onregelmatige  kanten.

Voor een vloerenlegger vraagt dit wel wat. Want ik verwacht dat je de neiging hebt om ze gewoon allemaal tegen elkaar te leggen in een keurige rechthoek, en zo de smalle, nieuwe keuken van L. door. Prachtige natuurstenen van Travertijn, het heelal, boom- en fossielerige motieven, zeeën, woestijn: elke tegel is een wereldje op zich. Ik moest er niet aan denken dat die verkeerd gelegd zouden worden. Tja, en dus bekijk je de tegels eerst. Je zoekt de mooie bij elkaar in een pakketje. En daarna kijken hoe dat Romeins Legverband het best tot haar recht zou kunnen komen.

Ik was er zo door in beslag genomen, dat ik gisterenavond laat ineens bedacht, nog geen meditatietekst voor de maandagochtend te hebben. En die kon ik ook niet uit me persen met gerichte aandacht. Loslaten maar, met pen en papier bij mijn hoofdkussen. Wie weet?...Toen het eerste vogeltje begon te fluiten werd ik wakker met de woorden:

In de stilte
luister ik
naar het zacht gefluister
in mijn ziel

'kom, kom maar
ik ben hier
van alle tijden'
een ruimte van
geluk en trouw, plezier

Het licht in mij
alles helder
een woning
muren van liefde
ik kom thuis.

Misschien dat het zwoegen op het Romeins Legverband de bodem is geworden in mijn brein van deze woorden die helemaal vanzelf kwamen: 'Mooie tekst', zei M. zoals je soms een lekkere maaltijd kunt brouwen uit toevallige ingrediënten.

vrijdag 7 juni 2013

Onbevangen

Eindelijk, eindelijk was het dan zo ver: naar buiten de natuur in en lekker gaan zonnen, zwempak en grote badhanddoek mee. Naar mijn favoriete plek: de Bisonbaai. Maar ik leer niet van al eerder opgedane kennis: er is sprake van hoog water en dus kwam ik bepakt aan en kon niet verder, de beesten van allerlei aard dienen weer beschermd te worden middels grote hekken van Staatsbosbeheer: op hun eigen terrein met de mens als grootste vijand, die wordt buitengesloten, gevangen in wie hij is: een bedreiging voor de levende natuur.

Oké, dan maar in de berm , op de dijk, tussen de hoge grassen, de paarse klaverbloemen, het fluitenkruid en alles geel bespikkeld met boterbloemen. Mmmm... en zo zit en lig ik daar rustig de hele late ochtend tot in de vroege avond. Ik las  In tijden van afnemend licht, een autobiografische roman van Eugen Ruge, over drie generaties van een Duits-Russische familie, lopend van 1952 tot 2001. Van DDR naar het vrije westen.

Een regelmatig terugkerende verhaallijn is die van 1 oktober 1989 in de DDR, dik een maand dus voor de val van de Berlijnse muur op 9 november. Ik denk de heel tijd aan U. uit Dresden, heel even komt dat perspectief zó dichtbij: dat je geen idee kunt hebben hoe binnen zo'n korte tijd je hele vanzelfsprekende leven op de kop wordt gezet. Je leeft vanuit aannames van een enigszins voorspelbare tijd. Denk je. Maar dat is niet zo. Hoe die Wende levensbepalend is geworden, iets waar je steeds op terugkomt.

Een steeds terugkerende vraag voor mij is: zou je dingen anders doen, als je zou weten wat je in de nabije toekomst te wachten staat? Worden dingen urgenter bij naderend onheil, oorlog,  een ziekte of dood van jezelf of  een ander? Dan realiseer ik me dat je ook de gevangene bent van de tijd waarin je leeft: alleen het hier-en-nu kan werkelijk je handelen bepalen. Al zou je dat soms anders willen.

We zijn maar beperkt. Mensjes op een aardbolletje, mensjes met een zeer beperkte tijd van leven.We kunnen visionair dromen, maar daar niet naar kunnen handelen. Ik las ondertussen ook bij Bonaventura over Franciscus van Assisi . In een stukje van een halve pagina,  komt tot drie keer toe het woord  'onbevangen' voor.

Hoe dat een kwaliteit van Franciscus was: onbevangen, met een tederheid de wereld, de dieren, de dingen, de mensen tegemoet treden. Dat is een mooi woord: onbevangen. Niet gevangen dus, binnen de muren van je eigen angsten, emoties, patronen, verwachtingen,denkwijzen....een mooi streven, dacht ik in die weidse Ooy, heel onbevangen.

donderdag 6 juni 2013

De kunst van...

Het is Nichtje dus overkomen met haar mobieltje, die bij mij Sammie heet: alles weg. Alles. Ook dus de foto's van haar met Minnie Mouse in Disneyland, maar gelukkig had ze er al een aantal gewhatsappt (is dit een werkwoord?), dus sommige
kreeg ze zo weer terug. Alles weg, de vergankelijkheid der dingen, ik heb er maar rekening mee te houden, dat alles wat Sammie nou voor mij bewaard, muziek, foto's, enzovoort, ineens weg kan zijn.

En hoe zit het dan met dit blog? Ik lees zelf bijna nooit uitgebreid mijn blogs terug, maar stel me zo voor dat ik als ik oud en de dagen zat ben, wel lekker eens rond kan scharrelen in deeltjes van mijn geleefde leven en nog eens kan genieten van alle mooie geplakte plaatjes.  Kan ik dit blog bewaren? Of moet ik daarvoor een computer hebben? Of zal ik me maar eens bedenken dat dit een goede oefening is in de kunst van het loslaten?

Ik oefen nu al een beetje met Sammie. Want de geheugenkaart zit al vol. Dus als ik nu een fotootje maak, dan moet ik een ander van mezelf wissen. Met muziek is het evenzo: voor elk nieuw nummer, moet iets anders weg. Het lukt me beter dan met boeken. Daar had ik me het ook ooit voorgenomen, maar de boekenstapeltjes blijven groeien in huis. Maar met Sammie is het anders: het MOET.

Soms moeten er dingen, die je zelf niet wil. Soms moeten dingen bijna, maar dan keert het zich toch weer naar een andere richting. Zo was ik bang om mijn mussenkolonie, die ondertussen meer een vogelparadijsje is, te verliezen. De woningbouwvereniging meende aanvankelijk dat al die dichtbegroeide klimop slecht voor het huis zou zijn. Wapenfeit nr. 1: in Februari heeft een technische beheerder defintief verklaard dat het niet slecht is voor de woning.

Wapenfeit 2 kwam vorige week binnen middels een brief van de Vogelbescherming: de mussenkolonie wordt beschermd door de Flora en Fauna wet. Dus die kan niet zomaar verdwijnen, dat moet aangevochten worden.  En hoe doen mensen dat met elkaar? Dat de ene niet zomaar kan verdwijnen voor de andere? Wellicht is dat een voordurend laveren tussen wetten die je bij jezelf verankerd, veel what's appen met elkaar en de kunst van het loslaten.

woensdag 5 juni 2013

Nacho Carbonell

In het Groninger Museum was er ook Capita Selecta: een keuze uit de eigen collectie: foto's van Anton Corbijn en Inez van Lamsweerde, mode, design en grote namen zoals Andy Warhol en aan in een halve cirkel aan elkaar geassembleerde chinese antieke krukjes van Ai Wei Wei. Ik zag werk van Marc Quinn (zie blogje 'bloedserieus' in Mei), een kunstenaar die ook zijn eigen lichaam inzet als beeldmateriaal. Hier stond het werk : Emotional detox, the seven deathly sins IV, uit 1994.

Quinn blijkt een alcoholverslaving gehad te hebben en je ziet 7 afbeeldingen, houdingen waar je Quin ziet worstelen. Hij scheurt zijn eigen hoofd eraf, beschermt met twee handen zijn borstkas, en grijpt met een derde hand naar de gaten in zijn geschonden lichaam. Soms heeft hij geen hoofd meer en blijven er scheuren en gaten over in iets wat nog altijd zijn lichaam is. Intrigerend: het maakt iets zichtbaar over de krachten in je die je soms bijna niet meer kunt controleren of sturen.

Wat ik heel, heel mooi vond, waar ik zó op had willen zitten, of het had willen aanraken waren paarsgewijze stoeltjes met iets van een cocon om hen heen of boven hen van de spanjaard Nacho Carbonell. Twee stoeltjes tegenover elkaar, met een ronde cocon of hol dat hen verbindt met twee openingen heet Confrontation. Dezelfde soort stoeltjes naast elkaar, met maar één opening heet Equility. wat een mooie, zachte energie om iets zichtbaar te maken! Ook het organische, alsof de poten van de stoeltjes ook ineens iets dierlijk kregen en zo konden wegwandelen, vond ik heel aantrekkelijk.

Op internet googelde ik zijn naam, bij 'afbeeldingen' en ik vind meteen alles mooi. Hij heeft ook een soort van lampen gemaakt, met daarbinnen een groene beplanting, die licht geeft in het donker. Hij blijkt in Eindhoven ook daar de design-academie gedaan te hebben en veel inspiratie gehaald te hebben van het werken in een oude kerk, aldaar. Zijn jeugd in Valencia, met het huis van zijn grootouders die direct aan het strand lag en hij zo naar de zee kon , is een blijvende bron van inspiratie.

Wat grappig toch, dat je iets kunt zien ,wat raakt en dat dan zo helemaal past bij al die andere dingen die op een organische wijze uit elkaar lijken te zijn ontwikkeld. Hij wilde eerst maritiem-bioloog worden. Een interview met veel afbeeldingen uit Lancia Trent Visions opent een hele wereld.

Zhao Zhao

Zo wordt je reislust opgewekt: ik had toen het nog zo koud was, een trein-dagkaart gekocht bij Appie en die moest op. Ik geloof niet dat ik anders dat treinreisje had ondernomen, nu het ineens mooi weer aan het worden is. Ik ging dus naar Groningen, naar het Museum, waar een tentoonstelling is waar Ai Wei Wei de curator van is: Fuck off 2. De eerste Fucked off was in Shanghai en werd snel verwijderd. Ook dit is een kwestie van stemming: ik wist dat ik hier de radicale kunstenaars zou zien, die ageren tegen het Chinese regime.

Ik ben ooit bijna vier weken in Beijing geweest en voelde me daar weldadig thuis. Fietsend in een stroom van mensen waarin ik kon verdwijnen omdat ze allemaal een beetje op me leken. In de parken luisteren naar musici bij maanlicht, stijldansen en samen-zingen in de avond, tai chi in de ochtend, het menselijke gekrioel in de hutongs, talloze vliegers op het Tianmanplein. Ik wist ook van die andere kant, wilde daar toen niet naar kijken. Ik ben niet op zoek gegaan naar de alternatieve kunstscene, maar genoot van de traditie in de grote musea.

Maar nu was ik wel in de stemming om iets van die andere kant te willen zien. Want alles in het leven heeft twee kanten. Minstens. En daar was het: een kunstenaar  die 'democratisch besloten' door zijn vrienden, een een meter lange snee in zich laat maken over zijn hele lichaam. Een kunstenaar die in het openbaar in een museum copuleert met The Arstists whore, een performance waarvan hij van tevoren wist daarvoor in de gevangenis terecht te komen. 'Chaos of phases' een internet-project en app die in China van google wordt gehaald, gewisd en gecensureerd, met politieke cartoons. Een vitrine vol gestapelde aanvragen en afwijzingen, muren beplakt met  de afschriften van donaties van over de hele wereld om Ai Wei Wei uit de gevangenis te halen.

Ook dit is China, naast 'mijn' China. Er was  eén bijdrage die me werkelijk raakte omdat daar Beijing, poezie, protest, onmacht en laten-gaan bij elkaar kwamen. Het is van Zhao Zhao en de video heet Rain. Op 27 juli 2011 viel er zoveel regen dat straten en snelwegen in en rondom Beijing half onderwater  kwamen te staan.De kunstenaar heeft toen een luchtbed opgeblazen en is gaan ronddrijven. In een kort broekje, met blote voeten. Langs auto's die half onder water staan, het licht is gelig en wazig door de luchtvervuiling. Waterdruppels, de rimpelingen van het water ... een tijdreiziger die drijft en broedt op betere tijden. Zucht, zucht, zhao, zhao.

maandag 3 juni 2013

Marnie's gladiolen

De menselijke geest zit maar wat ingewikkeld in elkaar. Soms zou ik wensen dat het allemaal wat makkelijker gaat, dan het soms is. Gewoon: mensen houden van elkaar en van daaruit zoeken ze consequent en consistent naar vormen waarin die verbondenheid gestalte krijgt. Geen strijd van het 'ík' tegenover 'de ander'. En daar begint de ellende: want het ene 'ik' wil en voelt wat anders dan een andere: samen-zijn terwijl je elk anders bent, dat heet dan levenskunst.

Sommige dingen in de geest zijn niet bestuurbaar en controleerbaar. Onlangs kwam die scene me in herinnering uit Marnie, een film van Hitchcock. Een mooie vrouw kan het niet nalaten om te stelen in winkels. Waarom? Bovendien raakt ze helemaal buiten zinnen als ze rode gladiolen ziet. Gekmakend wil ze dan weg en om haar heen slaan. Waarom? Wat blijkt: haar moeder was een prostituee en Marnie maakte op jonge leeftijd van alles mee. Er komt een storm, ze is bang, een klant wil haar troosten, maar haar moeder denkt dat Marnie door de klant belaagd wordt. Er onstaat een bloedbad met een pook en messteken waardoor er rode strepen op de muur onstaan. Het patroon en motief  lijkt op rode gladiolen.

Ikzelf werd lang panisch, als ik een net niet regelmatig motief zag van allemaal kleine vierkantjes. Ik wist ook waar het vandaan kwam: ik zat als nog geen tien-jarige op de commode van jongste zusje, alles in een roze wolk, ze werd in badje gedaan. Toen was ze aangekleed en al de kamer uitgedragen, ik wilde opstaan en zag op mijn onderarmen allemaal kleine vierkantjes. Ik wreef en wreef en ze verdwenen niet. Ik dacht dat ik dood ging. Het bleken de vierkantjes van het plastic 'lekmatje' op de commode, ik had op mijn armen gezeten. En al wist ik het, het heeft wel 30 jaar geduurd eer ik het gevoel kwijt was van : help, wegwezen, benauwenis.

Wat moet je met die kloof tussen gevoel en verstand, tussen kunnen en willen, of eerder niet-kunnen en willen? Ik weet het niet. Je ziet in Marnie hoe iets van levenslust een eigen uitlaat krijgt: je gaat stelen om als het ware het leven van je moeder een andere draai te geven: zó kun je ook aan iets komen, je hoeft je lichaam niet in te zetten, lijkt dan de boodschap van de volgende generatie aan de eerdere. Misschien had ze ook non kunnen worden: je hoeft niet aan bezit te hechten, om gelukkig te zijn, is dan de boodschap. Hoe ga je om met eigen en ander persoons trauma's? Hoe worden rode gladiolen weer bloemen? Ik weet het niet. Het maakt me stil.

zaterdag 1 juni 2013

Hij gaat iets doen

Ik had gisteren een heel merkwaardige ervaring. Tijdens de laatste meditatie van het seizoen in de kapel bij de Clarissen. Ik was niet aan de beurt met begeleiding, dus ik liet het over me heen komen. Psalm 46 was aan de beurt en R. gebruikte daarvoor de hertaling van Huub Oosterhuis. De psalm gaat over de vaste burcht, die God is: de plek in ons en om ons heen, overal, boven, onder, voor je en achter je. In de hertaling van Oosterhuis:

Maar hij is een vaste burcht
een stad op rotsen gevestigd
in tuinen gespreid-
blinkende stromen doorstromen Hem
dwars door het midden.

God onze toevlucht en kracht.

Hij gaat iets doen,
hij is als morgenlicht
met een groot voornemen op weg gegaan.

Nooit meer oorlog.

De stilte viel in de kapel. Ik keek naar de vloerbedekking: wol, gemêleerde kleuren groen, zoiets dacht ik. Ik heb me de laatste tijd herhaalde malen met vloerbedekkingen van marmoleum bezig gehouden, vandaar. Ineens zag ik een heel klein gezicht verschijnen. Met een klein baardje, de ogen geloken, zo heet dat, geloof ik: tussen dicht en open in. Het gezichtje bewoog: de ene keer leek het in extase, zoals een gezicht voor een orgasme eruit kan zien, dan weer leek het gepijnigd. Dat schijnt ook dezelfde gelaatsuitdrukking te zijn.

Maar dat is Franciscus!, bedacht ik me ineens. En gedurende de gehele stilte lang, bewoog het, vlak bij me. De ene keer dwaalde ik met opzet weg, naar andere plekken op de vloerbedekking. Maar als ik terugkeerde naar dat ene plekje, dan verscheen het weer.

Hij gaat iets doen,
hij is als morgenlicht
nooit meer oorlog...

Die ochtend nog voelde ik iets van oorlog om mij heen. Verwoeste gebieden, het weggaan van het vanzelfsprekende, alledaagse menselijke. De dag stond in het teken daarvan: hoe blijf je heel, waar kan je schuilen? Zielenroerselen, die ik in dat gezichtje van Franciscus ineens voorbij zag trekken: verandering, beweging: ja, zo is het leven.

Bij zo'n ervaring kun je heel nuchter zeggen: wat een fantasie, wat een flauwekul, je hebt een levende verbeeldingskracht. En met die laatste omschrijving, kan ik best mee gaan. Maar het gevoel daarbij, de uiteindelijke interpretatie heeft ook een zekere lyriek en iets van extase. Zoals in een worshipliedje van Hillsong United: Oceans will part... at the whisper of your call. De lyriek die ook in psalm 46 is vervat.