Terug uit Oerol en Terschelling. Ik zou er woorden aan kunnen geven, maar heb daar helemaal geen zin in. Nauwelijks gepraat daar, alleen maar met wat kunstenaars. Zo was daar Maurice Meeuwisse, de man met de kruiwagen op het strand die vanaf januari daar een ramp aan het maken is. Een andere toeschouwer dacht aan het Nederlandse 'ramp', en ja, dat lijkt het ook wel... Maar hij bouwde in weer en wind een ramp, dat is het Engelse woord voor een soort van voetstuk, waar een beeld of monument op kan verrijzen.
Zijn thema is: geintrigeerd zijn door de Noeste Arbeid. Dus hakte hij ooit met een botte bijl in een stuk hout in een galerie, de hakslagen denderden door het gebouw in de oren van de bezoekers. Maar hier: bijna niemand op het strand en enkele dagen later zat ik op een duin en zag in de verte een stipje: daar kuierde hij nog steeds... tot zondagmiddag 17.00, had ie verteld. Maar daar dacht hij verder niet aan, want anders was het niet te doen.
'Wat een moed', zei ik tegen hem. Ik heb er bijna een soort van ontzag voor. Het doorzettingsvermogen, dat doen. DOEN. Kruiwagens vol zand naar boven torsen en weten dat bij een storm zo weer alles verwaaid is, en bij een springtij alles weg zal zijn. Je moet niet kuieren omdat je hoopt dat er volgend jaar een nieuw duin op het strand zal zijn.
In de bossen zweefden de windviolen van Ronald van der Meijs totdat ze beroerd werden door de wind en een toon zouden gaan geven en mensen wachten in volkomen stilte met hen mee. Negen stuks had hij er gemaakt, van hout, elk met een andere toon, maar geen enkele garantie dat ze zouden gaan spelen. Hoe in de stilte van de bossen elk ander geluid helder klinkt: een vogeltje, het kraken van takjes, dennenaalden op de grond, de voetstappen van de mensen. Hoe zo'n project de mensen stil laat zijn.
Men wilde mensen op expeditie sturen, was de intro van de progammamaakster van deze projecten in het landschap. Niet zomaar iets geinigs of lolligs, of groots: less is more, leek een onderliggende boodschap en zelf denken en onderzoeken, dat is het grootste avontuur. Kies je om mee te wandelen met de bioloog of de filosoof? En als je daarna de verhalen vergelijkt, wat levert dat op aan veelzijdig perspectief?
Maar het mooist en meest vervullends voor mij is, om zelf eindeloos te wandelen: de verte in, het strand, de zee, de Boschplaat, de tijd vergeten, met je volle lichaam van een duin afglijden, worstelen met de koude wind, me koesteren in een duinpan in de brandende zon, bij nacht aan zee staan turen naar het laatste avondrood. Het was weer geweldig.