Ik ben geen muziekfestivaltype. Dus Oerol is voor mij de plek om nieuwe muziek te leren kennen. Ik geloof dat ik daarbij erg kan vallen voor de intensiteit van het optreden ter plekke. Soms hangt er al wat, voordat je de eerste noten gehoord hebt. In de blikken van de muzikanten, de wijze waarop ze hun instrumenten stemmen of het publiek inkijken.
De drie vondsten voor mij deze keer waren Herrek, Broeder Dieleman en Tangarine. Dat laatste betekent 'foutgespelde mandarijn' heb ik van één van de eeneiige tweeling vernomen. Ze zochten naar een artiestennaam, bladerden wat in het woordenboek, kwamen bij het woord 'tangerine', dat dus mandarijn betekent, ze zetten dat op hun eerste demo die ze de wereld instuurden en de wereld maakte er per ongeluk tangarine van en dat hebben ze zo gehouden.
Ik had al wat liedjes van hen gedownload met Sammie, waarvan mijn lievelingsnummer veruit Beyond The Sake of Sound is. Perfect in harmonie zingen ze met kristalheldere en toch net niet zoetgevooisde stemmen, er zit een rafelrandje aan: When you wake up, I will hear you, beyond the sake of sound. In the cage you can't get out, all the choices turn into doubt, I will hear you beyond the sake of sound. Elke keer weer zijn het woorden die leiden naar de stilte, die me aanspreken.
Hun nieuwste cd, die een debuutcd lijkt, heet Seek & Sigh, mooi uitgegeven in een soort van boekje. Ik heb ze een paar keer zien optreden en ken nu dus al bijna alle liedjes. Ze liggen makkelijk in het gehoor, en toch... er is een onderstroompje van scherpte en donkerte en die balans tussen 'zoeken' en 'zuchten' bevalt me wel.
Ze zijn zo dun als een luciferhoutje, lijken soms een jong gereïncarneerde Bob Dylan, zeker toen ze als couplet in een van hun liedjes Blowing in the Wind zongen. Ze zijn zo mooi op elkaar betrokken en ingespeeld. Soms door één microfoon en dan verwacht je dat hun hoofden en gitaren een keertje tegen elkaar aan zullen botsen, maar dat gebeurt niet.
Bij hun eerste optreden zag ik de ene onrustig op het podium op en neer drentelen, hij pakte zijn gitaar, legde die weer neer, zette zijn hoed op en af en toen zag ik zijn evenbeeld de straat inkomen. De andere beende met grote stappen naar hem toe. Ze omhelsden elkaar niet, maar keken elkaar even diep in de ogen, met gestrekte armen, de handen op elkaars schouders. Het optreden kon beginnen, het was goed zo.