Eindelijk, eindelijk was het dan zo ver: naar buiten de natuur in en lekker gaan zonnen, zwempak en grote badhanddoek mee. Naar mijn favoriete plek: de Bisonbaai. Maar ik leer niet van al eerder opgedane kennis: er is sprake van hoog water en dus kwam ik bepakt aan en kon niet verder, de beesten van allerlei aard dienen weer beschermd te worden middels grote hekken van Staatsbosbeheer: op hun eigen terrein met de mens als grootste vijand, die wordt buitengesloten, gevangen in wie hij is: een bedreiging voor de levende natuur.
Oké, dan maar in de berm , op de dijk, tussen de hoge grassen, de paarse klaverbloemen, het fluitenkruid en alles geel bespikkeld met boterbloemen. Mmmm... en zo zit en lig ik daar rustig de hele late ochtend tot in de vroege avond. Ik las In tijden van afnemend licht, een autobiografische roman van Eugen Ruge, over drie generaties van een Duits-Russische familie, lopend van 1952 tot 2001. Van DDR naar het vrije westen.
Een regelmatig terugkerende verhaallijn is die van 1 oktober 1989 in de DDR, dik een maand dus voor de val van de Berlijnse muur op 9 november. Ik denk de heel tijd aan U. uit Dresden, heel even komt dat perspectief zó dichtbij: dat je geen idee kunt hebben hoe binnen zo'n korte tijd je hele vanzelfsprekende leven op de kop wordt gezet. Je leeft vanuit aannames van een enigszins voorspelbare tijd. Denk je. Maar dat is niet zo. Hoe die Wende levensbepalend is geworden, iets waar je steeds op terugkomt.
Een steeds terugkerende vraag voor mij is: zou je dingen anders doen, als je zou weten wat je in de nabije toekomst te wachten staat? Worden dingen urgenter bij naderend onheil, oorlog, een ziekte of dood van jezelf of een ander? Dan realiseer ik me dat je ook de gevangene bent van de tijd waarin je leeft: alleen het hier-en-nu kan werkelijk je handelen bepalen. Al zou je dat soms anders willen.
We zijn maar beperkt. Mensjes op een aardbolletje, mensjes met een zeer beperkte tijd van leven.We kunnen visionair dromen, maar daar niet naar kunnen handelen. Ik las ondertussen ook bij Bonaventura over Franciscus van Assisi . In een stukje van een halve pagina, komt tot drie keer toe het woord 'onbevangen' voor.
Hoe dat een kwaliteit van Franciscus was: onbevangen, met een tederheid de wereld, de dieren, de dingen, de mensen tegemoet treden. Dat is een mooi woord: onbevangen. Niet gevangen dus, binnen de muren van je eigen angsten, emoties, patronen, verwachtingen,denkwijzen....een mooi streven, dacht ik in die weidse Ooy, heel onbevangen.