Onlangs was het Franciscaanse Leesgroep en toen werd, al pratend, bijna 'de ziel' afgeschaft. Dat kwam zo: we lazen een stukje van Bonaventura dat ging over 'Zielenheil' en hoezeer Franciscus begaan was met het zielenheil van een ieder. Zozeer dat hij ook zijn lichaam strafte. Nou ja. Dan komt zielenheil al gauw in het licht te staan van moraliteit, goed en slecht, de zonde, de ziel van de mens die zwart zou zijn enzo. Daar wil niemand aan.Je wilt niet aangesproken worden op een onzichtbaar iets in je dat gered kan worden als je goed bent, en anders reddeloos verloren zou zijn.
Ik zei dat ik de ziel wel een mooi woord vond. Dat het verwijst voor mij naar het meest gave en hele deel in een mens, iets wat je je altijd kan blijven herinneren en waar je dichtbij kan zijn, zelfs als dat in het dagelijkse leven niet meer mogelijk is. Door onbegrip en conflict en uiteindelijk natuurlijk door de dood. Ik denk dat hetgeen je bij blijft van een persoon, het beste deel van die ander kan zijn, en je de rest als minder belangrijk kunt gaan ervaren. Naar dat deel ben je ook altijd op zoek in de ander en in jezelf en dat noem ik : de ziel.
Bezield zijn, bezieling, zielsgelukkig, mijn ziel, met je ziel onder de arm, de ziel gaat te voet, zielig, zielgenoot... allemaal woorden die verwijzen naar een kern in ieder mens, naar iets wezenlijks. De tijden zijn veranderd sinds Franciscus: Als je niet meer bidt voor het zielenheil van de ander of jezelf, omdat je niet meer gelooft in de hemel en de hel, waar die ziel terecht kan komen, hoe kun je nu dan omgaan met 'zieleheil'?
Ik denk dat we nog steeds activiteiten kunnen ondernemen, en houdingen kunnen ontwikkelen, die tot heil van je ziel zijn. Ofwel : waar je ziel heel van wordt en gelukkig. Het is eerder te vinden in rust en bezinning dan in actie. Meditatie is een wijze waarop je dichtbij je ziel kan komen en die zo dus ook kunt beschermen en door droeve tijden kan loodsen.
Ik ben even dol van de serie Downton Abbey. Daar zag ik gisteren een mooi voorbeeld hoe een keukenmeisje haar eigen ziel redde. Het meisje heeft dezelfde soort positie als de onvergetelijke Ruby in Upstairs-Downstairs, met de familie Bellamy, de oude voorloper van Downton Abbey: het sulletje van het personeel, altijd in een hoekje, altijd gepest. Dit meisje is begonnen met niks, maar in de loop van de tijd is ze de rechterhand van de kokkin geworden: ze kan ook zeer ingewikkelde recepten maken, maar ze wordt nog steeds behandeld als sloofje en ze gaat mokken, wat alleen maar meer irritatie oplevert.
Dan krijgt ze het goede advies, van iemand die haar tot dochter wil adopteren, om hierover te gaan praten. Ga vragen of je opslag kan krijgen, zeg dat je assistent-kokkin wilt worden en niet behandeld wilt worden als sloofje en domoor. Ze pakt al haar moed bij elkaar en ze neemt die ruimte: oog in oog zegt ze: ik wist en kon niks, maar nu kan ik hetzelfde als U. En de reactie is:'Waarom heb je dat niet eerder gezegd?! Dus dat is er met je aan de hand! Je hebt gelijk, ik ga mijn best doen dat je opslag krijgt.'
Van mokken, je afzonderen en om je heen slaan, naar er-zijn: oog in oog de ander willen ontmoeten en daarmee ter plekke in woord en daad gelijkwaardigheid creƫren: Ze redde haar ziel, zielenheil.