zaterdag 21 september 2013

Labyrint

Zuster M. deed de deur open en toen ik terugkwam van het mijn fiets in de tuin zetten bij de poort ernaast, had ze een gedichtenbundel in haar handen. Ze gaf het me te leen, ze zei dat ze het zelf mooie gedichten vond om over te mijmeren en er weer naar terug te keren. Ze dacht dat ik ze ook wel mooi zou vinden. Zo wees ze o.a. op het gedicht Labyrint. Dat is geïnspireerd op het labyrint aan de Waalkade in mijn stad, gemaakt door Klaus van der Locht in 1982.

Wonderlijk, want ik ben er deze week nog langs gelopen en had er een foto van gemaakt, omdat het nu tussen het puin staat, in plaats van op de betegelde Waalkade: het hele gebied is nu onder de schop. Uniek, dacht ik, om het labyrint zó te zien, er niet op te kunnen lopen nu, maar wel in het hoofd en de verbeelding. Dat labyrint tussen het puin is wellicht ook een veel accuratere en daarmee meer beeldende plek, waar het thuis hoort: je loopt er immers in om je bewust te worden dat er géén rechte weg is naar je einddoel: helderheid, rust, vrede, de lichtende kern in je.

Ik dacht ook aan het labyrint op het eiland tegenover Venetië. Die was gemaakt van hoge struiken en bomen, maar ook die kon ik niet bewandelen: het lag in een afgesloten tuin met een ijzeren poort ervoor. Ik kon er alleen maar naar gluren. Maar ook toen betoverde het labyrint me vanaf een afstand: Er daalde een diepe rust over me en ik genoot daarna van de zonsondergang over de lagune en de zon, een rode bal die achter de skyline van Venetië wegzakte.

Dit is het gedicht van Saskia van Leendert, de bundel heet Een doodgewone donderdag en op de voorkant prijkt het silhouet van de Waalbrug en de skyline van mijn stad.

Eenmaal onderweg
blijf lopen

in eigen tempo
schud monsters af

verlies demonen
terloops

zoals ooit
je onschuld

volg lijnen en bochten
nader en wijk af

verdwalen
kan hier niet

blijf lopen

in het midden
komt een stem

je tegemoet.