Het regent pijpenstelen buiten, het roffelt op de daken. Net toen ik huiswaarts wilde keren vanuit de bieb. Laat ik dan maar op het droge mijn tijd goed besteden en gaan schuilen in dit blog. Alhoewel dat juist deel van de crisis in het blog-schrijven is: dat ik er niet echt ik kan schuilen omdat het openbaar is. Maar ja. Een blogje is ook niet meer dan één momentopnametje op een dag, waar tenslotte emoties en ervaringen, gedachten en handelingen als over een autosnelweg voortdurend op en neer aan het razen zijn.
Het is grappig om jezelf daarin eens waar te nemen: te volgen wat er zoal in momenten allemaal met je gebeuren kan. Zo was ik onlangs op de Posbank. Ik kwam voor de bloeiende hei. Maar die was bijna uitgebloeid, op een paar plukjes her en der, na. Ik kwam er later op de middag om te genieten van de avondzon. Maar de lucht werd grijzer en donkerder. Ik streek neer en was zeker anderhalf uur lang, de enige levende ziel op de Posbank. Er tikten wat regendruppels op mijn gele poncho.
Dat was een gek gevoel. Midden tussen die paars-bruine bulten en die enkele bomen. Het was er doodstil. Het voelde even héél oer. Wie had mij daar neer gezet in dat lege, bobbelende landschap? Alsof ik, verscholen van de wereld ineens zo goed wist, dat de wereld doorademende als ik er niet was. Niemand zou me werkelijk missen. Alsof ik mijn schouider ophaalde over mijn eigen leven: ach, dass war einmal, in een vloek en een zucht ben je weer weggemaaid.
Ik plukte eén plukje bloeiende hei en bedacht dat die als een bloeiend bloesemboompje wel een plek in mijn kerststal zou kunnen hebben. Thuis gekomen, plantte ik het boompje. Ach ja, mijn kerststal, vol beestjes, met veel mensen, elke dag kijk ik er wel een keertje bewust in. Wat vertegenwoordigt het? De mogelijkheid van een nieuw begin, bij elke geboorte van een mens.Hoe fijn het is als je je welkom weet door de mesnen en de dieren om je heen. Ik zocht naar de rubberen zwarte slang die eronder kronkelde en herschikte die. Wat vertegenwoordigt het? Het kwaad, het donkere en het boze, vlak onder de werkelijkheid van de kerststal. Ik zette het witte schaap aan de andere zijde, nog eens recht, met de kop naar de slang.
Waarom deed ik dat allemaal? Zo, in de actuele tijd van enkele minuten? Dan is het toch, dat ik de status van de wereld even kort door me heen laat gaan. De geboorte van het goede en het kwaad, altijd in de buurt. Het schaap dat je zelf bent en die in die levende werklijkheid wil blijven staan. Het bloeiend boompje dat ik plantte vanuit een plek waar ik me volkomen alleen voelde: een boompje tussen een herder en een koning in en de droom dat het daar altijd zal blijven bloeien.