donderdag 10 juli 2014

Ik juich

Wat is koningin Maxima toch een slimme meid. Ze had gisteren op de site van het koninklijke huis gezet: 'Als Nederland een doelpunt maakt, dan juich ik voor Nederland, niet voor Argentinië.' De snelle jelle die blijft dan met het gevoel achter: zie, ze is voor Nederland. Die andere zin, die zegt ze niet hardop: 'Als Argentinië een doelpunt maakt, dan juich ik voor Argentinië en niet voor Nederland.'

Máima maakt heel handig gebruik van dat wat woorden kunnen: soms telt niet de inhoud, maar wat voor een gevoel ze oproepen. Want wat ze zegt, is zonder gevoel alleen maar een waarheid als een koe. Maar Maxima is populair, ze wordt door 80% van de Nederlanders met warmte bekeken, dus die woorden van haar beginnen meteen warmte af te stralen... ik juich voor Nederland...

In religieuze en geloofstaal is er ook zoiets aan de hand. Mensen zeggen iets en degenen die erin geloven, gaan erin mee en hebben iets met de woorden. Degenen die er niks van geloven, vinden het allemaal alleen maar onzin. Alle poëzie laat ook die speciale werking van de taal zien: de woorden roepen gevoelens op, combinaties van woorden die in het écht helemaal niet kunnen bestaan, die kunnen dat wel in de poëtische werkelijkheid.

Je moet willen geloven in woorden: in wat ze kunnen en wat je met ze wilt, in wat een ander wilt: wie niet kan geloven of voelen dat woorden er zijn om mensen van goede wil  met elkaar te verbinden, die beleeft de woorden van anderen alleen maar als bedreiging, als afbrekers, en zal zich zelve onderdompelen in cynisme, in bedreigingen, die zal altijd muren bouwen met de eigen woorden...

Dat is triest en tragisch. Als je leven in feite door angst geregeerd wordt en elk mens, hoe dichterbij die komt, steeds meer als een vijand beleeft wordt. O, het is zo makkelijk om vanaf een afstand contacten te regelen, en  aandacht te genereren omdat, gelukkig, de meeste mensen wél wat voor een ander willen betekenen en er voor een ander willen zijn. Maar wie dat zelf niet in dezelfde mate aan een ander wil geven, die zal alle echte  intimiteit uiteindelijk altijd kapot maken  en daarmee ook de mensen die de dragers zijn van die intimiteit. Zo iemand blijft ten diepste, altijd dodelijk alleen.

Ik juich... voor...allen die juichen, voor allen die  durven te juichen, die geloven dat juichen en dankbaar zijn,  een gezegende staat van mens-zijn is.