Voetbal is voor mij geen onderwerp van gedachten. Maar het WK van dit jaar, die zal ik me toch wel blijven herinneren. Bij Nederland tegen Spanje zat ik in mijn tentje bij een lichtje op de natuurcamping. Mijn buren hadden een radiootje dat heel zacht aan stond. En ik hoorde enkele zinsneden: Nee, dat kan niet... Nee dat geloof ik niet... en later gelach. De volgende dag bleek waarom: 5-0.
Van de tweede wedstrijd zag ik de eerste twee doelpunten van Nederland en Australië. Ik was bij een camping van mijn fiets afgestapt omdat Tangerine, de lange lucifer-tweeling alvast aan het inzingen en soundchecken was voor een optreden later op die avond. Nederland scoorde: dat hoorde ik vanuit binnen komen, maar op internet keek er ook een groep buiten, vlakbij me, op een scherm. Het signaal van internet komt een minuutje later ofzo, dus ik liep er naar toe en zag het gebeuren. En vlak daarna de voltreffer van Australië.
De derde wedstrijd zag ik in mijn wijkcentrum op een groot scherm, al gourmettend met een klein groepje. Ik vond het een saaie wedstrijd. Maar op het moment dat eentje, voor geluk, zijn oranje hoed opzette, toen kwam er een goal. En bij de vrije trap (zo heet dat toch, geloof ik), toen keerde de oude B. haar stoel om en ging met haar hoofd in de knieën zitten, ze durfde niet te kijken. Ik weet de uitslag al niet meer, behalve dat Nederland gewonnen heeft.
De vierde wedstrijd hoorde ik op de radio...nou ja. Maar gisteren zag ik de finale Argentinië- Duitsland met Duits commentaar en de zeer gespannen U. uit Dresden, die op Whatsapp contact met haar zuster in Berlijn onderhield, die aan een advocaatje zat, een soort van familie-talisman voor geluk. Ik zou voor Argentinië zijn. Maar dat lukte me niet. Ik had de hele dag al gehoord en meebeleefd, dat men hoopte dat Duitsland Weltmeister zou worden. Bij het eerste echte gevaar voor Duitsland kwam er als vanzelf een kreet uit me: Nee!!!!
Tja, en zo ben je dan Weltmeister in meebewegen van het ene naar het andere. Ik was blij dat Nederland niet in de finale stond, want ik geloof niet dat dit samen met U. en Y. een leuke avond was geworden. Nu wel. Maar de werkelijke Weltmeister-opmerking, maakte de zesjarige Melli, eerder die middag.
Ze vroeg aan mij waarom volwassenen de hele tijd maar bezig waren met hun Handy. Ik had de mijne even tevoorschijn gehaald omdat er Wifi bij het vakantiehuisje was. Ik zei: Maar ik heb thuis NOOIT mijn Handy in de hand, ik doe er NOOIT wat mee, alleen nu héél eventjes. Toen zei ze: 'Ja, dat snap ik, want jij hebt thuis een boekje met een olifant die beweegt, jij hoeft niet op zoek te gaan naar bewegende beelden.' Ze bedoelde een klein doorwapperboekje waar, als je heel snel de bladzijden door je vingers laat gaan, de olifant gaat lopen.