Ik word helemaal week van binnen. Nu ik weer mijn eerste stappen in Venetië heb gezet. Twee dagen heerlijk op het strand gelegen,de kalme golfjes, drijven op het water, met een goed boek, een 'dwarsligger', fijn formaatje vind ik het, je kunt ze vasthouden met een hand. Ik lees De kabbalist van Geert Kimpen.
Het is een wijze om te mijmeren over de hooggestemde idealen die je kunt hebben en zij die dat relateren aan Godsgeloof. Hoe kun je je eigen strevingen onderscheiden van dat wat je ervaart als 'gods wil'? Je volgt de zielenroerselen van een man die hoopt het belangrijkste boek over de kabbala te gaan schrijven. Wat moet hij daarvoor doen en laten....? Steeds meer zie ik om me heen dat de professionele Godszoekers, zij die voor de gewone mens de weg banen, het zelf heel moeilijk vinden om dichtbij de eigen kleine en soms verwarde gevoelens te blijven. De kortste escape is dan maar te denken dat God aan je zijde is.
Nu ben ik voor het eerst weer in de stad, het lijkt alsof ik niet weg ben geweest. Steeds meer ervaar ik dat je voortdurend in meerdere tijdslagen en werkelijkheden tegelijk leeft. Alles wat ooit beleefd is, is actueel en levend in jezelf aanwezig, of je daar nu bent of niet.
Nu ik er echt ben, is het nog mooier en kleuriger dan in mijn gedachten. Alles bijeen houden, niet uit elkaar trekken, ervaren dat je alleen dat kleine schakeltje bent in een keten. Die keten niet moedwillig breken: Dat leert de Kabbalist gedurende het boek.
En ik ben in Venetië,de stad waar op wondere wijze veel werkelijkheden in mezelf samenkomen. Een soort van alchemie: goud hoef ik niet te maken,alleen maar zoeken naar lijnen. Zoals op de poster van de Architectuur Biënnale: een vrouw op een ladder die de verte in kijkt. Het blijkt een foto te zijn van wereldreiziger Bruce Chatwin van Maria Reiche, de ontdekster van de Nazca-figuren. Je ziet eigenlijk niks op de grond, maar het is er wel, wis en waarachtig.