donderdag 7 juli 2016

De hele tijd bij me

Met Je en Jo, de biljartvrouwen, die hier elke week komen, praat ik al weken over poezen. Over de poezen die we hadden. Jo heeft haar poes B. enige maanden geleden eindelijk laten inslapen, na drie jaar afscheid te hebben kunnen nemen.  Vandaag zag ik voor het eerst een foto: aah, wat een schatje, een grijze cyper. We raakten aan de praat over poezen toen ze vertelde over het dierencrematorium waar de eigenaar totaal niet kon luisteren, niet eens een woord van medeleven uitte en alleen maar praatte over zijn eigen hond!
Poes L. van Je, is totaal onverwachts overleden, in twee weken tijd bergafwaarts,  terwijl ik op Terschelling was.  De foto vorige week liet me toch een persoonlijkheidje zien! Een lapjeskat met een zwarte vlek rondom een oog. Een tsarin en zo gedroeg ze zich. Het soort poes waar je rekening mee had te houden. Totaal het omgekeerde van mijn eigen poes Pepi, DOMweg gelukkig en daar werd ik weer blij van: dat eindeloze snorren! Zo dom was ze, dat ze niet door een openstaande achterdeur wist te lopen, omdat ze gewend was om via het klapraam naar binnen te gaan. Ik moest het haar voordoen.
Jo vertelde dat haar allereerste poes (een poes met een 'innerlijk leven' zei Je. Volgende week neemt Jo een foto mee,  iedereen vond het een heel aparte poes)  na de sterilisatie niet bijkwam. De dierenarts belde op en zei dat ze maar moest komen. Die duwde haar een krant in de hand met het verzoek om voor te gaan lezen. Ze moet iets vertrouwds horen, zei hij, ze is verdwaald. En warempel, na een uur kwam de poes bij.
Ik voel me nu een beetje ontroerd. Want vervolgens vertelde ze dat haar jongste broer, voor wie ze altijd had gezorgd, ook eens vier weken in coma had gelegen. Indachtig de ervaring met haar poes, heeft Jo toen elke ochtend bij zijn bed, ook voorgelezen. Het verplegend personeel op de intensive care vond dat aanvankelijk niks. Er moest gesoebat worden of een zus ook wel welkom was op de afdeling, naast zijn vrouw en kind. Maar ze wenden aan haar en na weken hoorde ze er gewoon bij.
Toen kwam Broertje bij. Hij vertelde dat hij de hele tijd gereisd had, overal naartoe. 'Jij was de hele tijd bij me', zei hij. Dat is toch bijzonder? Alsof, nee ik denk dat het zo is: dat mensen in verschillende lagen tegelijk kunnen leven. Broertje werd meteen weer broer: twee volwassenen tegenover elkaar, weer weg was die hele intieme band die ze als kleine broertje en grote zus hebben gehad. Ze had  hem de hele tijd over de haren gestreken in zijn ziekenhuisbed, zoals vroeger.
'Jij was de hele tijd bij me...' Zo zou je willen dat mensen dat in een laag van zichzelf kunnen ervaren, al zijn ze soms verdwaald. Ik probeer dat wel te ervaren. Dat allerlei mensen uit verleden en heden de hele tijd bij me zijn, zodat ik nooit verdwaal en me overal thuis voel.