donderdag 7 juli 2016

Vergeetboek

Ik zit nu in een tegelijk leerzaam als ontroerend boek: Vergeetboek van Douwe Draaisma, waar hij probeert om iets van de betekenis van 'vergeten' vast te leggen. We hebben de neiging om vergeten als iets negatiefs te zien: herinneren is iets wat we kunnen waarderen, maar vergeten heeft met delete te maken, verlies, verdwijnen. Maar  we hebben  'vergeten' net zo hard nodig als herinneren, want wie zich alles zou kunnen herinneren zou dol en gek daarvan worden. Herinneren en vergeten horen bij elkaar, zoals gist en deeg, zegt hij.

Het heeft me in ieder geval milder gemaakt rondom het verschijnsel dat een ander er met jouw idee vandoor gaat en dat niet meer weet. Je denkt toch allereerst dat die ander veinst en best wel weet dat deze een idee pikt. Ik heb het een paar keer meegemaakt. Hoe verder iemand van je afstaat hoe kwader of zelfs machteloos je je kunt voelen. Maar ik heb het één keer meegemaakt bij iemand die me best dierbaar is en bij wie ik werkelijk zag dat deze niet meer wist dat het idee van mij afkomstig is. Dan blijft een soort pijnlijkheid over, omdat je haar ook niet wil verraden bij anderen. Nu weet ik dat het evolutionair zo in het brein geregeld is: want het is belangrijker om een goed idee te onthouden, dan te onthouden van wie het afkomstig is. Dus zo werkt dat: weg met de eigen ego-streling.

Heel interessant is het om door het verslag in het boek van eerste herinneringen van o.a. bekende Nederlanders, te kijken naar je eigen eerste herinnering. Ik zit zelf met het merkwaardige gegeven, dat ik denk dat ik ouder was, al een peuter of kleuter, terwijl ik ongeveer een  jaar en negen maanden oud was: ik heb de oude foto erbij gezocht. Ik herinner me nog heel levendig dat ik in een lichtbruin-geel winter-'speelpak' werd gewurmd en dat ik dat elke keer vreselijk vond, een soort sensatie dat ik daarin zou verdwijnen

Dan is er nog een allereerste herinnering waar ik nog jonger was: ik heb pas vele jaren later ontdekt dat het om een herinnering ging. Ik had altijd de sensatie, als ik met ogen dicht in de zon lag, dat iets in mijn lichaam ging wiegen en er een beleving was alsof ik zweefde in een juist donkerder ruimte om me heen, al was ik buiten. Ik snapte dat nooit. Tot ik  een foto zag , opgedoken uit het archief van een jongere oom die als jongeman  fotografie als hobby bleek te hebben, dat ik in de eerste maand van mijn leven in een oude weegschaal op tafel werd gelegd, terwijl de zon door een raam naar binnen kwam.

Die eerste herinneringen zijn sensaties, niet-talig, omdat je zelf  nog geen taal tot je beschikking hebt. Maar op een bepaald niveau moet je het ook wél al hebben. Ik herinner me dat Moeder een paar jaar geleden zich hardop afvroeg, waarom ik mijn eerste broertje 'Tatang' noemde. Zonder nadenken antwoordde ik meteen: maar ik weet het wel: jullie zeiden altijd  'Datang" toen hij nog niet geboren was, en dat betekent: er komt er eentje aan, in het Indonesisch, de eerste taal die jullie met mij spraken. Broer is twee jaar en nog geen maand jonger dan ik

Kortom: allemaal heel raadselachtig en intrigerend. Douwe Draaisma schrijft daarbij mooi, zodat het speuren naar vergeten je helemaal bij eigen 'vergeten' herinneringen brengt.