maandag 11 juli 2016

Oud worden

Het zijn de echte drama's van het leven. R. die zonet huilend van iedereen afscheid neemt in het Wijkcentrum. Hij was hier elke middag. Er is nog een leuke foto van hem en mij, terwijl we aan het dansen zijn op de Kerst-Inn. Hij heeft een heel gelukkig huwelijk gehad en zijn vrouw begeleid op haar ziekbed totdat ze stierf. Nog in de laatste week kleedde hij haar zo mooi mogelijk aan, want dat vond ze belangrijk. Ze hebben alles kunnen doorspreken wat nog nodig was. En nu kan hij zelf niet meer zelfstandig wonen.

Iedereen hier zag het al tijden aankomen. Dat hij vergeetachtig werd. Dat hij in tien minuten tijd drie keer een vraag kon herhalen. Dat hij ronddoolde in het winkelcentrum, maar er geen plezier meer aan beleefde. L. is de laatste maand voor hem gaan koken: elke dag een warme maaltijd en ze spoorde hem aan om fruit te eten en muesli en noten, voor de vezels. Hij nam het aan. Alle maaltijden waren schoon op. Ze is een keertje in zijn flat geweest om te gaan kijken. Die bleek vol behangen met briefjes, wanneer iets was, waar iets stond.

'Ik heb het zo lang mogelijk uitgesteld', zegt hij net tegen me, 'maar dan moet je maar radicaal wezen. Schluss!' De tranen sprongen hem weer in de ogen. Zijn zoon kwam hem ophalen. Nu zou hij gaan wonen tegenover de school van zijn kleinzoon. Die zou hij nou elke dag kunnen zien. 'Misschien dat het mogelijk is,dat hij toch elke week een paar keer naar hier toe komt?' vroeg ik zijn zoon. 'Het zijn de mensen die hij dagelijks zag.'

Je weet soms echt niet hoe het allemaal zal gaan lopen. (Que sera, sera, zingt Doris Day, nu). Vrijwilliger R. uit een ander Wijkcentrum, die al jaren geleden aangezegd heeft gekregen op korte termijn dood te gaan aan kanker, leeft nog steeds. Sterk vermagerd, bleek in zijn gezicht. 'Ik ben er nog, meisje', zegt hij zacht, als ik hem eventjes tref, een keer in het jaar ofzo. Zijn vrouw weet nog steeds van niks. Zijn pijngrens moet ongelofelijk hoog zijn. Dat zei de dokter zoveel jaar geleden al tegen hem. Elk ander zou allang  zijn ingestort. Wat een eenzame strijd levert hij, elke dag...

Geen pijn hebben en niet verdwaald raken in je hoofd: dan ben je gezegend in de laatste periode van je leven. Ik denk aan Moeder die onlangs de wedstrijd jeu de boule won, van haar twee dochters en kleinkind. Hoera! God zegene de greep.