Gisteren heb ik een klassiek dagje Londen gedaan. Naar het British Museum, waar ik toch uiteindelijk urenlang van het ene naar het andere dwaalde. Weer zie je de expansiedrift van het oude Great Britain: nu mooi tentoongesteld, die prachtige muurschildering van een Egyptische God met brokkelige rand in een roodlemen muur ingebracht, maar ooit los gehakt uit een tempelcomplex in Egypte... De immens grote zaal met delen van friezen van het Parthenon in Athene, is daar dus wel weggehaald, zodat je in Athene alleen maar het kale skelet ziet.
Alles is nu tentoongesteld in glazen vitrines, keurig onderverdeeld in de continenten, maar ik miste het British Museum van vroeger. A la Teylers in Haarlem: ik herinner me immense ruimtes, volgestopt met overal spullen, rommelig, schemerig. De mummies vond ik toen een beetje eng, nu raakte ik vooral vertederd van een oma en haar kleindochter, beide met een paars rugzakje, klein en tenger van postuur, hetzelfde soort, levendige gezicht en oma vertellen, om de mummies heen, met drukke gebaren. Mooie mijmering rondom alle mummies , sommige deels uitgepakt en die mooie sarcofagen: over de vergankelijkheid van het leven en de drang het te conserveren, over 15 jaar leeft oma misschien niet meer en loopt kleindochter als jonge vrouw de herinnering op te halen dat haar oma haar hier alles over mummies heeft verteld...
Ik zelf zat dus in zo’n terug-in-de-tijd-cocon. De bus reed over die lange Oxford Street, de oude winkelstraat van Londen, en heb er, de eerste keer in Londen met middel bareschool vriendin L. er dagen rondgebracht. L. wilde alleen maar winkelen, we gingen tussendoor nog wel ook naar het British Museum en ik werd helemaal gegrepen door een tentoonstelling over oude Chinese schilderkunst. Er gingen luiken bij me open, ik MOEST er nog een keer naar toe en had daarmee de eerste ‘ruzie’ in een vriendschap ever... ik ben toch weer gegaan en zo ontstond dan voor het eerst het patroon, dat ik winkelen en wereldse goederen best wel leuk kan vinden, maar op een gegeven moment snak naar cultuur en kunst en boeken.
Oxford Street, één kaarsrechte winkelstraat dwars door het centrum, moet wel het model vormen van alle winkelstraten in heel Europa... Hier in klassiek Londen, is de skyline nog onveranderd dezelfde gebleven, geen hoge nieuwbouw, alles zat al vol in dit oude stratenplan. Maat wat is op de grond, alles vercommercialiseerd... Covent Garden, de oude bloemenmarkt van My Fair Lady, was tien jaar geleden ook al een toeristische trekpleister, maar nog met rommelige plekjes, nu is het één groot cafégebied met winkeltjes en marktkraampjes met bekend soort merken en goederen. Zo was het ook op Spittafieldsmarket, ontdekte ik al eerder: in een boekje stond dat Jeanette Winterson daar haar zelfgeooogst fruit en groente verkocht: ik denk dat ze er gillend is weggelopen... Tien jaar geleden was het een verrassing voor me: heerlijk rondsnuffelen tussen originele en handgemaakte spulletjes.
Maar tegenover Covent Garden ontdekte ik St Pauls Church, de kerk van de artiesten en de theaterwerld. Met een sprankelende, levendige welkomstgroet, theatraal, ik zou willen dat elke kerk die zou overnemen. In het rustige tuintje erachter kon je rustig op het gras in de zon gaan liggen. Borlis Karloff en Margareth Rutherford rusten er. Terwijl ik rondkeek, zat er voorin een jongen te bidden en te mediteren. Heel geconcentreerd en lang. Op een foto zie ik hem wéér terug, op de knielen in de achterste bank. Zou het een jonge acteur zijn, die moet beslissen of hij stopt of doorgaat met zijn werk? Is acteerschap een beroep of een roeping?
's Avonds ging ik naar The Phantom of the Opera in het Her Majesty’s Theatre. Fantastisch! Wat een know-how, vakmanschap, de snelheid van kostuum en decorwisseling, alles klopte. Beroep of roeping: oefening en professionaliteit is de basis. Het beleeft al haar 31ste seizoen en soms twee keer op een dag. Maar het klonk verre van routineus: het sprankelende, sommige liedjes zijn al klassiek, maar nu in de context gezongen, van dat spook onder het operagebouw die hunkert naar liefde, ontroerde het me zelfs.