Vandaag kwam de elektriciën een nieuwe meterkast en wasmachinestekker aansluiten. Hij was steeds aan het neuriën. Nou, je bent wel in een goed humeur!, zei ik. O, ja, ik hoor vaak dat ik daarmee stoppen moet, zei hij. ‘Het klonk anders helemaal niet vals hoor, ik vind het wel vrolijk.’ Toen ging zijn mobiel en ik hoorde hem heel zacht, lief en teder zeggen dat hij zó thuis zou komen. Hij vertelde dat het zijn zoontje was, hij had al tien minuten gehuild en zijn moeder kreeg hem niet stil. Hij is helemaal vaders jongen. Ze leken sprekend op elkaar en pas had hij voor hem een shirt laten maken, zoals hij nu aan had: met elektrotechniek erop. Blij dat het joch was, hij ging ook vaak mee, hij is zeven.
Toen bleek dat zijn vrouw epileptische aanvallen had door een hersentumor, al dertien jaar lang. Tja, wat kon je anders dan gewoon maar doorgaan, de zorg van zijn zoontje kwam ook vooral op hem neer... ja., ze zal er wel aan sterven... Ze had ook last van stemmingswisselingen. Hij kon er wel mee leven, maar voor zijn zoontje begint het niet meer te helpen, zeggen : ‘Mama is ziek, ze bedoelt het niet zo, ze kan er niks aan doen.’ Pas had zijn zoontje aan hem gevraagd: Bestaan er ook lieve mama’s?
Gisteren kwam de loodgieter, ook met zijn zoon, de nieuwe wc bleef maar doorlopen, terug van mijn werk had het water dus zeven uur lang gestroomd. Dat zoontje rende zowat hier de trap op, ‘Ik heb de badkamer hier meegebouwd’, zei hij. Maar de jongen leek zo jong, hoe kon dat? Het was een stage en hij had de tegelvloer op de grond mee gezet. Ik zei hem dat het me was opgevallen dat er in het vierkant van de douche een net andere tint grijs was. Ja, zei hij heel professioneel en serieus: Dat was hen ook opgevallen, maar het hoorde toch echt zo, ze hadden er nog over gebeld.
Zo en nu kon ik dan eindelijk de was uit de koffer wegwerken en begin ik een beetje op orde te komen. Fijn om tijdens de verbouwing van de badkamer in Londen te zijn. Maar dan kom je half twaalf thuis in een huis vol stof en fijnegruis en zo douche je dan voor het eerst. En dan goed slapen hoopte ik, om vroeg weer klusjes te gaan doen in de speeltuin. Maar mijn milde hooikoorts werd door al dat stof hevig;snotterend, niezend, verstopte neus, met dikke tranende ogen en dan heb je geen echte nachtrust.
En de volgende middag, na ongeveer over de hele speeltuin met een hark de bandsporen van al het werkverkeer weggewerkt te hebben, best wel leuk om te doen overigens, thuis aan de bak, ik hield mijn werkkleding maar aan: alles schoonmaken, stofzuigen en opnieuw inrichten... verzinnen om de grote ficus te ondersteunen met een bamboestengel uit de tuin en die tussen plafond en pot vast klemmen, de plant , liggend op de grond dan ook maar een lauw warme douche geven, alles vraagt tijd en pas ver in de avond stopte ik omdat ik honger kreeg, gelukkig had ik nog een spagetti-maaltijd in de diepvries.
En toen weer een nacht met weinig slaap, de hooikoorts werd nog heviger, en de volgende dag weer naar de speeltuin, om in het bos ook letterlijk op adem te komen. Leuk, er waren nu kinderen, van een schoolreisje en de dag erop kleuterklassen. Zo onbevangen als kinderen kunnen zijn: Wat doe je? Wat is dat, over de knijpgrijper, mag ik het proberen? ‘Alles wat niet uit de natuur komt, raap ik op’ , zei ik. Twee meisjes gingen me ijverig helpen. Ach, de jeugd heeft de toekomst en je gunt ze allemaal het mooiste.
Ik hoop vooral dat de elektriciën zijn goede humeur zal blijven behouden en zijn zoontje vertrouwen in mensen kan meegeven. Zijn moeder had hem pas met de volle hand een duw in zijn gezicht gegeven en gezegd dat hij een rotjoch was... Morgen ging hij met hem naar Koningsdag. Zijn weekend begon nu, hij had er echt zin in. En mijn hooikoorts is over en vandaag heb ik vooral weer een lange dag gelezen.