zaterdag 30 juni 2018

Wat er op tafel komt

Ik kijk vanuit mijn klamboe in de tuin tegen de oude vaas van moeder aan, met een veldboeketje daarin: korenbloemen, gele margriet-achtigen, witte bloemetjes. Geplukt op de terugweg in het Zijpendaalpark te Arnhem, vanaf Burgers Zoo. Dit was de laatste dag dat ik het abonnement met 10% korting kon verlengen. Warm weer en anders was ik niet naar de dierentuin gegaan, dan verkies ik het water.

Dus ik was er nog nooit geweest in de zomer. Ik liep meteen door naar de safari en de savanne, daar lopen de giraffen en de zebra's en de gnoe's en ik zeeg neer: ze hebben er nieuwe lounchestoelen gemaakt, met kussens, waarin je zowat kon liggen en begon voor de tweede maal Wat op het Spel staat van Phillip  Blom te herlezen. De boekenclub had gisteren besloten om die te gaan lezen, en ik moet het zo naar de bieb terug brengen en dan gaat die via hetzelfde systeem naar hun, dus even verfrissen, met het oog op een boekenclubgesprek, al is dat pas weer over twee maanden.

Gisteren waren ze hier, in de tuin had ik een nieuw zitje gecreeerd, want het was te mooi weer om binnen te zitten. Dat ronde tafeltje, ooit van de buren overgenomen, staat er nu nog, met het vrolijke Oerolkleedje dat dan op mijn koffer binnen in de tent ligt, een design met bloemetjes van Laura Ashley. Misschien laat ik het staan, toch handiger om aan te eten dan schuin aan het kleine Parijse cafétafeltje en ik kan er ook iets ander aan doen

De grootse afwas staat nog binnen op het aanrecht en ook nog een klein restje eten op tafel: je hebt een rijsttafel gemaakt! zeiden ze, maar dat was niet zo: wel wat gezellige gerechtjes waarvan ik zin had om ze te maken, zoals gebakken stukjes banaan en 'mais frikandel', zoals mijn oma dat noemde, en de mais heb ik geplet met haar stamper.

We hadden Het einde van de rode mens gelezen, met de ondertitel: Leven op de puinhopen van de Sovjet-Unie van Svetlana Alexijevitsj. Een dik boek propvol heftige verhalen van mensen daar, die de tijd van Stalin en Gorbatsjov enzovoort hebben meegemaakt, de instorting van het communisme, de wreedheden en chaos die er ontstond. Je wordt er niet vrolijk van, omtrent de menselijke soort...en ook Phillip Blom doet in zijn boek een dringend beroep op de lezer om menselijkheid en een leefbare wereld te behouden... maar helemaal zeker dat het zal gaan lukken, dat is hij niet, er staat wat hem betreft, werkelijk wat op het spel.

Enfin. Als ik naar de neushoorns en de zeekoeien en de olifanten kijk in de dierentuin, dikhuidig, traag, onverzettelijk in hun eigen element, ze roepen iets van oud en prehistorie bij me op, en al die mensen erom heen die ook maar blijven kijken, dan denk ik toch dat het wel goed komt met de menselijke soort.

Gisteren rond middernacht, ondertussen allemaal dik verpakt in kleedjes tegen de muggen en we opbraken, was dat toch ook de eindconclusie: dat als je op reis bent, je zoveel echt aardige behulpzame, gastvrije mensen tegen komt. Ook in Turkije, al heeft die een Erdogan. Blijven kijken naar de menselijke maat en niet alleen naar het grote journalistieke, generaliserende over-all verhaal, dat blijft de kunst, was de conclusie. In andere woorden, denk ik nu: Gewoon dus maar leven in het hier-en-nu met de mensen om je heen.

vrijdag 29 juni 2018

Speel & Tuin Praatjes

Je gaat als mens door allerlei levensfasen, maar het lijkt net alsof je je dat pas op oudere leeftijd bewust wordt: dit is de strekking van het gesprekje dat ik gisteren had met de man van het tuincentrum bij mij in de buurt, waar ik al bijna dertig jaar, lieve help ik schrik ervan als ik het zo uitreken, maar het is écht zo, met enige regelmaat bloemetjes koop voor in de tuin.

We waren alleen en hij stond geleund bij de toonbank en kon dus uitgebreid kijken hoe ik de plantjes uitzoek en dat doe ik ook langzaam en uitgebreid: ik vergelijk er meerdere, zet ze op de grond wat het aanzien is en kies er dan eentje uit en zet de rest weer terug.

- Jij hebt toch wel een mooie baan, dat denk ik altijd, als ik je hier zo zie, begon ik, bij het afrekenen.
- Nou vergis je er niet in, jij ziet me 's ochtendsvroeg niet ladingen voer voor de konijnen, al dat hout, zakken grint, stenen enzovoort verslepen. Maar het is wel zo: ik zou geen andere baan willen hebben, je maakt hier alle seizoenen mee en je bent altijd buiten.
- O, ja, dat zie ik niet, ik zie je meestal gezellig met mensen praten, maar die andere kant..dat is dan toch in ieder geval nooit achter elkaar?
- Zo kan het wel zijn hoor: als de ene klant twintig zakken grint naar zijn auto versjouwd wil hebben en er komt net als die weg is iemand anders die ook van alles wil... maar ik ben me wel aan het leren om daar anders mee om te gaan.

Hij vertelde dat hij vroeger, altijd, wie het ook was, zei: Laat mij het maar doen, hij beschouwde dat als een  service van de zaak. Maar nu, als hij een breed geschouderd type ziet met tatoeages, dan zegt hij: daar kun je het vinden en de kruiwagen staat erbij. Dat gaat hem niet gemakkelijk af. Maar pas dit jaar, hij bleek 59, dus jonger dan ik. Nou! dat had ik niet gedacht, reageerde hij, ik zie je hier altijd zo energiek lopen. Nu zag hij het volgende voor zich:


- Kijk als dit een meter is en hij gaf met zijn zondoorstoofde stevige handen de maat op de toonbank aan, dan hebben we dit allemaal dus al gehad! Vroeger dacht ik daar nooit bij na, ik leefde gewoon, maar nu... Ik beaamde het van harte: het is precies dat waar ik me het afgelopen jaar steeds bewuster van word: je tijd is eindig en het grootste gedeelte ervan heb je al geleefd.

In de speeltuin, in de meest achteraf hoek zat een meisje in haar eentje alleen op dat toestel, ik weet de naam niet, waar je als het ware zit in een ijzeren zadel en er zijn er een heel aantal achter elkaar en dan kun je met je voeten en handen het ding in beweging zetten. Met z’n allen heen-en-weer. Maar zij zat er alleen, aan het uiteinde:  lang, slungelig, eigenlijk al geen kind meer...'vroegrijp' heet dat dan, en wat een ongemak meende ik te zien... een donkere blik, wat treurige ogen... Ze overzag de speeltuin vol drukke, rennende kinderen, dat kon ze niet meer zo.

Ik harkte wat met zand om haar heen.
- Vroeger was dit mijn lievelingstoestel' zei ik, want je kunt zo lekker in het zadel hangen en een beetje bewegen als je wilt en  met je hoofd leunen met  je ellebogen op de stang...Ze leek zowaar een beetje op te lichten.
- Daar zit wel wat in...' zei ze.
En ze bleef nog wat hangen en slenterde even later weer richting de rest.

O! Zo'n meisje met nog zoveel toekomst voor zich, maar nu even doodongelukkig wellicht, omdat ze nergens bij past in haar beleving. Ik had het haar allemaal willen zeggen: dat dit overgaat en dat het weer goed komt en dat er nog zoveel in het verschiet ligt! Maar dat past niet en wat zou ze ervan snappen, ze leeft gewoon haar leven in een nog eindeloze tijd...

woensdag 27 juni 2018

Oerol 2018; perfecte locaties

Ik zit hier weer in mijn eigen achtertuin met een witte klamboe gedrapeerd om me heen, die meer dan twintig jaar oud is. Die hangt aan een bamboestengel van mijn zelfgeknutselde afdakje.Dat ik daar niet eerder aan heb gedacht! Veilig tegen de muggen in een bruidsluiertentje. Ik hoorde op Oerol dat de muggen dit jaar explosief veel zullen zoemen door de combinatie van vocht en warmte.

Ach, Oerol... ik ben nog steeds wat in die sferen, al luisterde ik net ook naar de completen in Chevetogne. Zonet de laatste aflevering van Opium TV op Oerol gezien, dus nu is de koek op. Dit jaar geen enkele keer in het echt meegemaakt, vorig jaar was ik nog in beeld, volgens de mensen in het wijkcentrum  en er is een jaar geweest dat ik er bijna elke keer bij was. Oerol en Terschelling verschijnen elk jaar weer anders aan me en dit jaar realiseerde ik me, hoezeer het ook al allerlei levensfases van me heeft begeleidt.

Ik heb er grootse voorstellingen gezien, ik weet niet of spektakelstukken daar het juiste woord voor is. Grote gezelschappen uit Australië, Indonesië, Portugal, een groot schip van bamboe en hout dat het duinmeertje overstak met een gamelanorkest naar een dorpje dat er gebouwd was aan de andere oever, meerdere schermen waar Aboriginals hun oerverhalen vertelden, een muziekmakende reuzenmarionet die verscheen, door meerdere mensen in beweging gezet, waternimfen die uit het meertje oprezen, er was een hele container onder de grond in Peer Gynt, van Tryater, 'gewoon' uit Friesland.

Nu is alles anders. Van groots naar eenvoudig en klein, een welhaast omgekeerde carriere,  wel passend bij  een tijdsgeest: extreme versimpeling. Vorig jaar waren er overal nog slingers licht in de opgang door het bos naar een voorstelling. Nu niet meer: gewoon gestommel in het donker terug, maar goed doordacht: natuurlijk heeft iedereen mobieltjes bij zich, met een zaklamp-functie erop, dus elkaar bij schijnen en een meute van tweehonderd mens komt gewoon dat bos uit. Ook zo weinig mogelijk bankjes gebouwd: waarom ongemakkelijk zitplekken maken, stellages op een duinhelling bouwen, als iedereen ook gewoon in het zand kan zakken?

Wat me het meest zal bijblijven van dit jaar, is de perfecte locatiekeuze van voorstellingen. Alle voorstellingen die ik gezien heb, daarbij dacht ik: en de plek is een meerwaarde, past precies, dezelfde voorstelling in een theater, en daarvan zijn er steeds meer, ook dat lijkt een nieuwe trend, kan het nooit halen bij de impact van deze locatie en de wijze hoe deze beeldend wordt ingezet. Ook van de stukken die ik zag bij Opium, was de locatie perfect passend en sommige herkende ik meteen. Ik hoorde dat Oerol de plek toewijst aan een artiest en daarin schuilt steeds meer een groeiende deskundigheid en aandacht.


Ik heb een heel orkest aan echte instrumenten in een duinpan gezien: Nu luister je naar de weidevogels op de dijk in een geluidswal gemaakt van compost en klei. Is het ene meer waard dan het andere? Wat het kost om het te realiseren wel en wat is te verkiezen? Ik heb ooit reuzenschelpen van glas op het strand gezien, waar je bij kon liggen voor een sterk verhaal bij je oor: ludiek, maar de glasvormen van kiezelwier, in het echt microscopisch klein, met daarbinnen abstracte, minimalistische geluiden, een mix van natuur en elektronisch, met de uitnodiging je een kiezelwier te voelen, staande, of liggend op het strand, vond ik eigenlijk wel charmanter.

Vroeger was de programmering veel slordiger: je had extreem geweldige voorstellingen, de toppers, maar er zaten ook veel miskleunen tussen: aardig geprobeerd, maar net niet af of goed doordacht. Het komt me nu voor het eerst voor, dat alle voorstellingen de moeite waard waren, elk op de eigen merites. Geen circus uit Peking meer, geen dravende zwarte paarden uit Frankrijk, inclusief een vrijscène van man en paard in het duin, geen groots gebouwde installaties die konden zingen, bewegen, piepen op het strand, geen sprookjeswandelingen meer door de bossen of levende groenten in de duinen...

Het landschap van Terschelling is overweldigend mooi, denk ik, als je het voor het eerst ziet. Daarin schuilt wel een gevaar, als je een buitenlands theatergezelschap uitnodigt om met de plek een voorstelling te maken: in de try-out van een groep uit Noorwegen, zei de acteur dat het een once in a lifetime experience voor hen was, die plek in de duinen met vlak achter je de zee en je daaraan over te geven en je laten gezeggen. Om vervolgens op te merken dat het hem was opgevallen hoe gedisciplineerd het publiek, achter elkaar over de duinkam liep.
'Maar jullie kennen het hier misschien al', zei hij. En ja, dat is dan zo: ik heb meerdere voorstellingen daar gezien, en daarmee verdwijnt ook de eerste magie. De discrepantie tussen een verse theatermaker en een doorgewinterde Oerolganger is dan te groot: zoiets als een grootmoeder en een kind, terwijl het kind, de theatermaker, zo graag haar verhaal wil vertellen...

Ondertussen is het aardedonker om me heen en kan ik het toetsenbord nauwelijks meer zien met de weinige bijlichting van het scherm van de laptop. Ik ben de schemering dus geheel muggenvrij doorgekomen en voor mij schijnt een bijna volle maan en begint een kikker te kwaken. Hoera! Dit is mijn perfecte locatie.

zaterdag 16 juni 2018

Oerol snapshot

Ik zit hier op een stoel op het festivalterrein van Westerkeyn.

En nu is het de volgende dag en zit ik er weer, op een bankje, te wachten op een straattheatervoorstelling. Gisteren was ik aan het bijkomen van een goede muziekband uit Leeds, die om 04u 's ochtends het vliegtuig uit Londen hadden genomen. Jazzy, funk, African beats, ‘garage’, dat laatste, ik weet niet wat het is, maar ik raakte er helemaal into en dat gebeurt me alleen hier op Oerol, terwijl ik met een schuin oog ook keek naar de mooie roze avondschemering,in de verte bij de zee.

Al zoveel meegemaakt in nog geen vier dagen...er is geen beginnen aan om erover te bloggen... de uitgestrektheid van het strand en de zee, het kleurenspel, het nieuwe hobbelige duinlandschap rondom duingras, vorig jaar waren er alleen nog mini uitgeslepen zandformatietjes, die doen denken aan grootse rotsformaties bij Arcs National park in Zuid- West Amerika; kleine zandboogjes, ik herinner me mijn verwondering dat het exact hetzelfde was. En nu waan ik me een reus bovenop de bergen...

Drie gratis theater-try-outs gezien en één bezorgde me het lyrische moment, dat minstens een keer tijdens Oerol plaatsvindt, misschien later meer daarover, en toen moest Oerol dus nog gaan beginnen. Ook al echte storm en regen meegemaakt, dat je je ook maar een klein mensje voelt in je tent: hoort er ook bij, des te meer geniet je een uur later weer van de zon en het bos voor mijn neus.

Het ruikt in  de nacht naar kamperfoelie, die bloeit nu, wild om een boom pal voor, en ook naar de zoete zwaardere geur van duinroos langs de fietspaden. O, de voorstelling begint, dat was het dan voor nu.

dinsdag 12 juni 2018

A united kingdom

Zo. Alles is weer ingepakt, klaar om morgen door mij versleept te worden naar Terschelling. Het is de grootste landverhuizing die ik jaarlijks pleeg. Want ik wil dat alles meegaat: picknick-kleden om de tent van tapijt te voorzien, een lantaarntje met een waxinelichtje, een borrelglaasje voor de literfles Juttersbitter die ik altijd drink, een vlaggetjeslijn, ook voor de afscheiding, heel veel warme slaapkleding... en dan nog vergeet ik altijd wel iets.

Nu al typend denk ik maar 1 theedoek te hebben ingepakt, terwijl ik er meer nodig heb als tafelkleedjes op de kartonnen dozen uit de supermarkt, want ik maak meerdere bijzettafeltjes en 1 doos als een soort van voorraadkast. Die moeten dan op het allerlaatst nog in mijn rugzakje. Ik sleep werkelijk alles mee wat ik kan versjouwen en met een koffer op wieltjes hoef ik nu niet op het gewicht te letten. Dezelfde koffer mee naar Venetie, ja dan wel, maximaal 25 kilo. De tent op de koffer in de ene hand, een grote Ikea-tas met slaapzak, matjes, kleden en plastic in de andere hand, rugzakje om... en sjouwen maar: om op de natuurcamping mijn eigen koninkrijkje te maken.

Dus ik ben weer twaalf dagen van de wereld en dan staat dit blog waarschijnlijk stil. Behalve als iPad wifi-verbinding maakt op het festivalterrein, ja dan...

Nog een mooie en leerzame film gezien, pas geleden: A United Kingdom, het echt gebeurde verhaal, over Botswana, dat boven Zuid Afrika ligt en een democratie heeft. Wist ik veel, je weet maar zo weinig, maar dit vergeet ik niet meer.
Seretse Khama studeert in Londen en wordt verliefd op Ruth Williams.. Hij blijkt de troonopvolger van Bechuanaland, zijn oom is er regent. Ze trouwen, zeer not-done toen, een zwarte en een blanke... en in Zuid Afrika wordt de apartheid uitgevonden. Ruth gaat mee naar zijn land, wordt aanvankelijk door iedereen weggekeken en ook de oom van Seretse probeert een breuk te veroorzaken. Want langzaam wordt Ruth wel geaccepteerd en wil een meerderheid toch, dat Seretse hun koning wordt: dus de oom verzint met de Engelse regering een list: Seretse gaat terug naar Londen, om zijn troonopvolging te regelen, zo denkt hij, maar hij wordt in ballingschap gezet, terwijl Ruth zwanger en wel achter is gebleven: hun inschatting was, dat wanneer zij Bechuanaland zou verlaten, zij geen toegang meer zou krijgen.

Het komt dus allemaal goed: Seretse mag een week terug naar zijn land en in die week verzoenen oom en Seretse  zich en besluiten om het koninkrijk te vervangen voor een democratie. Ondertussen hebben ze ontdekt dat Bechanaland diamanten in de grond heeft en rechterlijk al vast laten leggen, dat alles wat er uit de grond komt, van de inwoners zal zijn.

Hoe een liefde tussen twee mensen en alle pijn en moeite die ze doorstaan hebben, de basis is van een democratie in Afrika: Seretse wordt de eerste president, en tot op heden bekleed op democratische wijze zijn nageslacht het presidentschap. Gemengd van bloed dus, zwart en wit. Lang voor Obama en Seretse wordt de voorloper van Nelson Mandela genoemd.

Ik heb de echte Seretse en Ruth gegoogeld. Ze lijken me een leuk stel, ze hielden veel van jazz en dansen. Dansen ga ik ook op Oerol; en als het niet op muziek is, dan wel in de duinen, aan zee, bij het wad of bij mijn tent, in stilte.

zondag 10 juni 2018

Webcast Chevetogne

Ik ben nog steeds enigszins in de sfeer van het klooster in Chevetogne. Nu werd ik weer vanzelf wakker en luister naar de eerste ochtendviering. Ik vind het prikkelend dat het nu, ter plekke daar aan de gang is. Ik luister mee met vijf anderen .Misschien zegt het vooral dat ergens mijn geestelijke ruimte, in de basis, zich in een klooster bevindt. Ik weet ook wel dat ik dit uit mijn 'kloosterperiode' heb meegenomen: ik ben er niet voor niks zo lang mee bezig geweest, want iets in mijn leefstijl staat haaks op 'de gewone wereld'.

Het klooster blijft DE plek, waar mensen bewust gestalte geven aan en een woonplek maken voor dat wat heilig, heel en goddelijk is in het menselijk brein en op aarde: het besef van pure liefde en mededogen dat er zomaar is. Een wellicht ook bovenmenselijk streven, dat in de praktijk het menselijk vermogen ook ten boven gaat... Vandaar dat 'de hel', het vreselijke dat mensen elkaar ook aandoen, door dezelfde kloosterlingen in het dagelijkse leven ook geleefd wordt. Binnen die besloten muren, dus des te intenser en verwrongener het kan worden...

De gastenzuster Beatrice, een vrolijke, warme, goedlachse vrouw,vond ik, tipt het ook even aan in de documentaire die over Chevetogne in twee delen op YouTube te zien is; dat niet iedereen zomaar goed met elkaar kan opschieten. En dat het dan bijzonder is, dat mensen bij elkaar blijven en toch die gemeenschap blijven vormen... In die documentaire zie ik inderdaad een heel aantal gezichten van monniken die ik in het echt gezien heb. Maar van de Chevetogne-gangers die al jaren gaan, hoorde ik ook dat ze elke keer weer andere gezichten zien en de samenstelling er steeds anders uitziet.

Misschien waarborgt dat, als het goed gaat, een gezonde gemeenschap: sommigen blijven er voor altijd en anderen versterken voor een tijdje of dragen op hun eigen wijze bij aan de gemeenschap. Zo meende ik ook dat de bedoeling was, daar waar men leken uitnodigt om deel te nemen... Maar helaas is in mijn geval gebleken dat de kloof tussen de lekencultuur en de kloostercultuur onoverbrugbaar is.

En ik heb voor mijn ogen meegemaakt en ben ook in dat kielzog meegetrokken, dat de abdis zelf haar taak niet goed uitvoerde, mij heeft aangesproken dat ik iets deed wat niet kon en ik het klooster schaadde, waardoor ik me er niet meer veilig voelde. En nu is ze zelf niet meer welkom in hetzelfde klooster en is met een andere vrouw een eigen kloostertje begonnen... Is dat nou de weg?

Ondertussen luister ik nog altijd naar Chevetogne, nu in de ochtend. Aangezien het grootste deel in het Slavisch is, komen de woorden toch niet binnen. Gisteren bij de completen, was plotseling het gebed voor de hymne aan Maria in het Nederlands. Sommige zinnen spreken me dan aan zoals: neem de onrust weg uit onze harten, draag ons door de nacht, geef geen boze dromen (ik zeg het nu in mijn eigen woorden), andere die zeggen me niks. Maar het blijft mooi dat in de diepte de dag eindigt met het goddelijke, dat vrouwelijk is.

Het is een grappige gedachte dat een van de monniken zo meteen het internet weer uitzet en het daarna meteen transporteert naar de showreel, zodat anderen het op een ander tijdstip ook kunnen volgen. De eerste keer dat ik luisterde op de oude laptop met koptelefoon, in plaats van door de muziekboxen met bluetooh, dacht ik dat de ontvangst met de laptop vreselijk slecht was, want ik hoorde een groots geruis. Totdat ik me realiseerde dat het daar aan het stortregenen was! Nu hoor ik vogelgefluit in de verte.

Het bewustzijn en de wil om alles, elke keer weer op internet te zetten getuigt van een monnikenwerk dat volkomen aansluit bij het moderne bewustzijn, the stream of consciousness die altijd doorgaat, op allerlei wijzen. Zoals dat ik nu typ, maar iets in mij toch ook deelneemt aan dat hier-en-nu in Chevetogne.

Verder kijken:
- Webcast Chevetogne: https://www.monasteredechevetogne.com/webcast
- Chevetogne op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=3m1sZ9W1q1U

vrijdag 8 juni 2018

Edda en iPad

Het heeft me tenminste een ding opgeleverd: bezig op de oude laptop en die gebruiksvriendelijk proberen te maken. Want ineens zag ik bij Google de app die Books heet, die is me nog nooit opgevallen. Daar zijn tig boeken beschikbaar, sommigen als geheel, maar ik schat de meesten met een aantal pagina's, dat werkt lustopwekkend: als je er dan net in zit dan stopt het, en dan wil je het boek gaan kopen, hetzij op papier of als eBook.


Ik typte Edda in. Ik ben al een poosje geïntrigeerd door de Noorse mythologie door het gelijknamige boek, maar dan in het oorspronkelijke Engels, van Neil Gaiman. Van hem zeggen ze, in de strip- en comic-wereld, dat hij het genre definitief heeft veranderd, hij creëerde met The Sandman serie, een nieuw soort mythologie van Goden;  jonge typische jongemannen en meiden die naar de aarde gaan en de duivel die de hel verlaat en onder de mensen gewoon een leuke tijd wil hebben. Ook schreef hij het dikke American Gods. Wat is Amerika met of zonder Goden, lijkt een van de thema's en dit onverfilmbare boek is toch een uitgebreide mainstrean-serie geworden.

Neil Gaiman zegt zeer beïnvloed te zijn door de Noorse mythologie, al vanaf zijn jeugd en daarom dat hij een aantal  mythen opnieuw vertelt. Wat mij intrigeert is de reden waarom deze mythologie nu zo aanspreekt. Iets in de verhalen is krachtig en veelzeggend, maar wat? Steeds meer denk ik dat het door het totaal omgekeerde perspectief komt, in deze mythen. In de monotheïstische godsdiensten staat eén God centraal, hij schept uit het niets en de chaos uiteindelijk de mensen en die wonen aanvankelijk in een omsloten tuin, het paradijs.

Maar in de Noorse mythologie zijn er eerst de reuzen. Daar stel ik me de ervaring bij voor, dat de wereld als reusachtig werd beleeft: grote bergen en dalen, de diepte van de zee, woudreuzen van bomen. En toen pas kwamen de Goden en in hun kielzog andere wezens:de elfen en de dwergen. De mensen werden geschapen uit twee bomen of in een andere versie uit twee stukken drijfhout. Ze zijn dus niet zo belangrijk, ze zijn een van de velen, ingebed in de natuur, horend bij anderen.. J.R.R Tolkien heeft ook ten zeerste geput uit de Noorse mythologie.

Ook is het zo, dat de Goden zullen vergaan. ze leven een poos, maar gaan uiteindelijk ten onder in Ragnarok, heet dat. De Goden spelen hun eigen goddelijk spel, listen, bedrog, de liefde enzovoort en wij worden daar deelgenoot van. Het komt mij voor, dat dat de spiegel is, waar mensen zich nu in herkennen: we zijn een deel van een heel groot geheel, dat elkaar nodig heeft, die ene God die de mens als kroon op de schepping zette, daar hebben de meesten niet veel mee. Maar het verlangen naar Goden blijft en daar verschijnen ze dan, in al die stripverhalen, films, sci-fi, fantasy: de eeuwige strijd tussen goed en kwaad moet worden uit gevochten, elke keer weer en het ultieme goede is goddelijk.

Die Edda is dus best speciaal, denk ik al een poos en nu las ik door twee begin stukken boek via Books een bevestiging van dit vermoeden. In het essay The Edda as ritual door Finar Haugen in Edda a collection of essays, lees ik dat de oorspronkelijk Edda bestaat uit korte, krachtige dichtregels. Snorri, dat is iemand uit de twaalfde eeuw, heeft er verhalen van gemaakt, zo zijn ze bekend geworden en er wellicht ook een christelijk tintje aan gegeven. Ja, ik las stukken van hem en de god Baldur is er best belangrijk: hij is alleen maar goed en mooi en vriendelijk en de enige God die na Ragnarok terug keert. Ik vond dit al erg Jezus-achtig.

Maar als de Edda uit korte dichtregels bestaat, dan zijn ze waarschijnlijk heel praktisch en konkreet gebruikt, bij riten waar we geen idee van hebben, betoogt Finar Haugen. Dan beschrijft de taal niet, maar wordt deze levend; de aanwezigen worden uitgenodigd zich met de talloze gedaanten van alleen al Odin, de hoofdgod, te identificeren. En daarna las ik de eerste verzen van de Edda in de nieuwe vertaling van Carolyn Larrington uit 2014 in The Poetic Edda. In de inleiding versterkt ze het idee van het evocatieve van de Edda en ze illustreert het door het oorspronkelijke Ijslands te tonen naast haar vertaling.

Dus ik ben een hele hoop wijzer geworden, dankzij iPad die... niet stuk blijkt te zijn! Na ergernis omtrent de langzame oude laptop: nee dit is behelpen, ik voel alleen maar de handicap, toog ik naar de winkel om me te laten adviseren hoe en wat. Hoeveel van de oude iPad kan overgezet worden naar een nieuwe? En toen gebeurde het dat iPad daar wel weer meteen wifi had! Dezelfde jongeman van gisteren zei, dat ik dan waarschijnlijk opnieuw iPad moet verbinden met de wifi thuis.  Hoera!

Alleen weet ik mijn wachtwoord niet meer...ik had een heel simpele bedacht en meende het ook uit mijn hoofd te kennen. Maar iPad zegt dat het een onjuist wachtwoord is... sindsdien heb ik talloze variaties geprobeerd, ik ben er in mijn geheugen vlakbij... Het staat ook nog gekrabbeld op de gebruiksaanwijzing, weet ik, maar die kan ik niet vinden... Zelfs met een zaklantaarn geschenen onder de bank, aan de zijkanten, overal, ook tussen de boeken enzovoort. Ik hoop op voortschrijdende kennis, net zoals met Edda.

donderdag 7 juni 2018

IPad kaduuk, koeien bij water

Dit is wel heel erg balen. Vanochtend begaf de wifi het van iPad. Sinds iPad is het me volkomen duidelijk geworden dat wij, de mensen steeds meer een onderdeel van de techniek zullen worden, ons brein zal van alles kunnen maken aan robots en omdat wij het hebben gemaakt, heb ik bijvoorbeeld niks tegen zorgrobots: daarin hebben we dan eerder al onze aandacht en zorg en fijngevoeligheid gestopt en dan voert de robot dat, als verlengde van ons zelf uit. Niks mis mee.

Want iPad voelde direct als een verlengstuk van me: met een, twee drukken, verplaats je je van de ene wereld in de andere, in een minuut, zo even in je Postvak, dan in je blog, je agenda, even iets googelen, onderwijl muziek ook zo ergens vandaan te halen, een foto maken en die meteen ook weer doormailen... de wereld aan je voeten. En nu doet ie het niet meer en ik voelde meteen gehandicapt.

Naar de winkel: helaas... ja het is mogelijk dat na een flinke klap, zij het nog doet en dan toch ineens 'de geest geeft'. Op de terugweg uit Londen, vlakbij mijn huis, nota bene, maakte de bus een scherpe bocht en remde, iPad op het voortafeltje, waarmee ik naar muziek luisterde vloog de bus in en knalde tegen een stoel verderop. Alleen het glas was aanvankelijk gebarsten, maar dan kon ik wel mee leven. In de winkel deed zij het ineens weer, o gelukkig!, maar thuisgekomen, niks meer.

Ik besloot het maar even los te laten iPad uit te zetten en naar de rivier te gaan, in het zand, met een boek, voor het eerst dit jaar: met mijn wond op mijn knie kon ik eerder niet zwemmen. Wat geweldig weer! De donkere langharige oerossen zijn vervangen voor gladde roodbruine runderen. Ze kwamen steeds dichterbij, gingen met de hele groep, waaronder twee kalfjes, op nog geen tien meter afstand onder de schaduw van een grote waterwilg liggen.

Een jongeman en een jonge vrouw uit de kudde gingen met hun grote horens bij het water met elkaar in een steekspel en neuzen wrijven en twee heel grote vrouwen keken me voortdurend aan met grote koeienogen. Wat zouden ze zien? Hoe word ik door hen ingeschat? Als een vreemd beest, dat stil ligt en dus ongevaarlijk is? Ook ik keek tersluiks terug, toch een beetje op de hoede, zou zo'n vredig pastoraal tafereel plotsklaps kunnen omslaan? Plotseling hoorde ik vlakbij mijn oor briesen. Bleek de grote stier, wat een rode massiviteit,  op nog geen drie meter, mij aan te kijken. Toen ik terug keek voegde hij zich bij de kudde onder de boom.

Probeer je alert te zijn op de hele kudde, weet de hoofdstier via een omweg mij toch te verassen. Even later ging ik het water in. Maar ho, ho, wat gebeurde er nu? Twee runderen liepen naar mijn handdoek en een ging in mijn tas snuffelen! Dus ik snel het water weer uit en de twee zagen het en liepen verder, de uiterwaarden in. Een grote was bruin en wit en leek exact op de stier van Paulus Potter, alleen was dit een koe met uiers.

Ik, met toch een beetje hoop, weer huiswaarts. Zou iPad zijn uitgerust en het weer willen doen? Ja, het slaat nergens op, deze antropomorfische eigenschappen die ik aan iPad hecht, maar mijn eerste mobieltje, die nu dienst doet als noodtelefoon, blijft voor mij ook Sammie....

Nee, iPad doet het niet. Ik typ nu op de oude laptop. En probeer wat apps na te maken: zo heb ik een NPO-account aangemaakt en moest sowieso mijn emailadressen weer helemaal ergens vandaan googelen... Misschien leer ik met mijn handicap leven: mijn eerste reactie was meteen een nieuwe ipad te willen kopen: net zoals een bril, daar kun je ook niet zonder. Maar bij iPad ligt het toch een beetje anders... Misschien kan je het van de reisverzekering terugkrijgen, adviseerde de behulpzame jongeman, net voordat iPad het weer deed, toen hij het vasthield. 'Magische handjes!' riep ik. Maar ik heb ze vooralsnog niet...

woensdag 6 juni 2018

Beauraing en Fraternité de Tiberiade

In België ook nog twee andere religieuze plekken bezocht: Beauraing en Les Fraternité de Tiberiade in de buurt van Namen. Op de eerste plek is Maria verschenen aan vijf schoolkinderen. Ze zagen haar wandelen op het viaduct van de spoorlijn. Later daalde ze af, in de hoek van een kloostertuin van zusters die er nog steeds wonen. Ze verscheen in 1932, in totaal wel dertig keer, ook aan onderwijzers. Haar boodschap was, dat mensen vooral veel moeten bidden.Intrigerend.

Wat kun je er anders van zeggen? Hoe een gehucht van pakweg één straat nu een gigantische ‘theaterzaal’ heeft, mooi gebouwd, alsof je onder grote afdakken buiten zit, en er is ook nog een buitenpodium met een groot altaar en de witte Maria met een gouden hart staat nu in de hoek waar ze ook verschenen is, maar nu achter een omheining met wat bloemen ervoor, keurig verzorgd door de zusters. De kloostertuin is nu een betonvlakte vol bankjes, en vitrines waar je kaarsen kunt opsteken.

Een uit de klauwen gegroeide plek, wél met maar één winkeltje met een museumpje eraan vast, waar je bijvoorbeeld de gerafelde sjaal van een van de jongens die Maria heeft gezien kunt bekijken, sommige kwastjes zijn er afgerukt, in een poging dichtbij hem te komen. Gesponsord natuurlijk door de katholieke kerk: het doel was on er dé Bedevaartsplaats voor jongeren van te maken. Ik had niet de indruk dat het er bruiste of kon bruisen...Alles ziet oudbollig en verder totaal niet tot de verbeelding sprekend uit. Had de kloostertuin groen en bloeiend gehouden, dan kan iets in je stoutste dromen zich een verschijning voorstellen, maar nu? 

De andere plek, sprak wél tot de verbeelding. Prachtig gelegen in de natuur staan er eenvoudige huizen van natuursteen en hout, een simpel kerkje met een houten boot als altaar, meditatiebankjes eromheen, aan de zijkant een grote vuurplaats, boven kamertjes om te overnachten, ik zag een gast zijn rolkoffer weer naar beneden brengen. Er is een grote moestuin, ter grote van een voetbalveld en ze stoken voornamelijk op hout. Ze houden ezeltjes en witte duiven, de vredesduif. Buiten tussen de bomen stonden lange tafels met mokken en borden. Zoiets als op bezoek gaan bij de beren in het sprookje van Goudlokje.

Broeder Marc, de stichter, die ooit alleen in een hutje hier is begonnen, heeft zich laten inspireren door het verhaal van het Meer van Tiberias, waar Jezus zijn eerste volgelingen kreeg, vissers. Zijn eerste volgeling, was de timmerman van wie hij advies vroeg, hoe te bouwen. Ook de eenvoud van het leven van Franciscus van Assisi, is inspiratiebron.

De broederschap bestaat in totaal uit ongeveer dertig mensen, waaronder ook zusters en de gemiddelde leeftijd is nu ook dertig. Ze hebben ook in Litouwen een klooster en in Belgisch Congo, maar die wordt opgeheven, want ze hebben alle menskracht op deze plek  nodig. Is dit al het begin van het verval?... Aanvankelijk woonden de zusters en broeders allemaal op dit terrein... maar nu wonen de zusters tien kilometer verderop. Dan ga je toch denken: zijn dat de gillende hormonen van het jonge volk?

Ze lopen in een blauw habijt en de zusters hebben hun hoofd bedekt met een lange witte in elkaar gevouwen doek. Ze zijn gedeeltelijk contemplatief, de maandag is een stille dag, maar ook actief: ze gaan ook de wereld in, op missie, naar scholen en parochies, in de hoop op roepingen. Ze zingen heel lieve, vrolijke liedjes a la Elly & Rikkert, maar ik hoorde verdacht veel het woord De Waarheid, en Maria was heel vaak onbevlekt ontvangen.

Een jonge broeder J. was  er al acht jaar en had twee jaar geleden de eeuwige professie gedaan. Het klikte tussen hem en twee oude zusters in de groep, die al meer dan zestig jaar geleden de eeuwige professie hadden gedaan. Amai!, dan heb ik nog een lange weg te gaan... Bid voor mij, vroeg hij hun. Hij probeerde heilig te worden, zei hij, ‘maar U bent veel verder’. Dit was dus een onderonsje tussen religieuzen. 

Een plek die tot de verbeelding spreekt, maar met zeer traditioneel en orthodox gedachtegoed, vrees ik. Gaat deze jongeman nu ook uitgebreid de woestijnvaders lezen, die telkens  maar bezig zijn om niet voor de verleiding te bezwijken? ... Het is een corset en concept wat niet meer bij de tijd is. Één waarheid om voor te leven: dat Jezus waarlijk is opgestaan... Ik kreeg er toch een soort van sektegevoel bij, hoe erg ik ze tegelijk gun dat ze kunnen blijven leven op zo’n mooie plek in de natuur, vredig met elkaar, in alle eenvoud en verbondenheid.

dinsdag 5 juni 2018

Ochtendstond, completen

Ik luister nu naar de ochtendviering om 6u die ik zelf maandag nog heb meegemaakt in Chevetogne. Dan loop je 400 meter van het gastenverblijf naar de kerk. De zon gloort achter de heuvels, koeien staan in de mist, de zwarte poes speelde met een gevangen muisje, dauwdruppels en zacht, zacht licht. Wat de monniken zingen maakt me niet zo uit, ik weet het ook niet, hun geluid vibreert in je ziel als een klankschaal.

De kracht van Chevetogne is, dat er tegelijkertijd aan de linkerzijde in de hoogte een Latijnse kerk aan het klooster is gebouwd en uiterst rechts een kleine witte Byzantijnse kerk. De monniken zijn één gemeenschap, sommigen kennen beide riten en doen ook beide, anderen zijn gespecialiseerd in één vorm. Je zou denken dat degene die het beste kunnen zingen zich specialiseren in de Byzantijnse rite, maar een aloude klooster-anekdote is dan natuurlijk dat wanneer je daarvoor opteert bij binnenkomst, de abt je dan zegt: begin dan maar eens bij de Latijnse dienst. De beroemde, maar voor mij ondertussen ook beruchte ‘gehoorzaamheid’.

Uiteindelijk is de boodschap dus: alles is maar een vorm en elke vorm nemen we wel volstrekt serieus. Ik wipte zelf bij de eerste completen over van de Byzantijnse naar de Latijnse. Bij de Byzantijnse is het ook gewoon dat je inloopt en er weer uit loopt, ook de monniken zie je dat doen, even tussendoor naar de wc ofzo. Ik dacht dat ik in de verkeerde dienst zat voor dat mooie Salve Regina, want ik zag J. die het had aangeraden niet zitten. Ze zat in het donker in een van de zes zitplaatsen binnen de koepel waar ook de monniken zijn, maar dat kende ik toen nog niet.

Ik dus over het terrein, langs de voorkant van het klooster, de vier keer zeven trappen op aan de achterzijde naar de Latijnse kerk, met slechts één heel grote fresco in oranjetinten van de onderwijzende Christus, omgeven met de vier symbolen van de evangelisten. In de Oosterse kerk staat deze centraal en niet de lijdende Christus aan het kruis, zoals in de westerse kerk. Mooi, spreekt mij veel meer aan.

Er zaten aardig wat monniken in de koorbanken. O, dit was ook wel weer vertrouwd, want zo heb ik het vaak meegemaakt. Op het einde liepen alle monniken naar achter, schaarden zich aan weerzijden om het Mariabeeld en zongen in het donker het Salve Regina, Ik kreeg acuut heimwee naar  de Clarissen. Ooit is er een tijd  geweest dat ik overwoog om dichter bij het klooster te gaan wonen, omdat het me zo mooi leek om zo elke dag af te sluiten...

maandag 4 juni 2018

Monnikengezang in Chevetogne

Nou ja, dit heeft wel iets surreëels. Ik ben net thuis gekomen, maar hoor nu de klokken van Chevetogne. Het blijkt dat al hun diensten live en dus ook herhaald, te beluisteren zijn, via hun website: Monastère de Chevetogne. Je hoort exact zoals het geluid dus is: klappende bank stoeltjes, tikkende stokken van oude monniken die aan komen lopen, gekuch, gehoest, wellicht hoor ik mezelve rondbanjeren of iets te hardop praten...

De monniken in het zwart met lange vierkante kappen op, in een geheel met fresco's beschilderde Byzantijnse kerk: ze zingen zó mooi. En soms waren het maar vier stemmen, die de hele kerk vulden. Net luisterende ik naar de completen van gisterenavond, de laatste hymne is  aan de moeder Gods, Maria, dus. De monniken druppelen binnen, na de teksten en gebeden door twee monniken.  Dan blijken er ongeveer acht monniken verspreid in de hele koepel van de kerk te staan , ze heffen aan en op het einde dan storten ze zich, al zingend op de grond neer. Zo eindigen ze de dag.

J. met wie ik in de auto zat en al voor de zesde keer ofzo ging, had het al vooraangekondigd: ik dwing jullie om hier naar toe te gaan, ik hou het niet droog, het is zo intens en heftig. En ook nu stond ze gisterenavond met tranen buiten de kerk. Ik had ook iets van een brok in de keel. Om elke dag zó te eindigen, dat wil ik wel. Misschien gewoon elke dag, vanaf nu, naar hun completen luisteren of het live volgen.

De monniken beginnen te zingen. Ik luister naar de vigilie van eergisteren.Ik denk: wat is dat gerinkel toch, het lijken wel sleutels. Maar ineens weet ik het weer: alle iconen in de kerk worden met een rondgang begroet, zwaaiend met een wierookvat, met zelfgemaakte wierook van bloemen en kruiden uit de tuin. In deze vigilie werd het tot drie keer toe gedaan. Ook jij wordt bewierookt. In elke icoon kijkt het goddelijke je aan. En ook elk mens is een deel van dat goddelijke, vandaar.