donderdag 7 juni 2018

IPad kaduuk, koeien bij water

Dit is wel heel erg balen. Vanochtend begaf de wifi het van iPad. Sinds iPad is het me volkomen duidelijk geworden dat wij, de mensen steeds meer een onderdeel van de techniek zullen worden, ons brein zal van alles kunnen maken aan robots en omdat wij het hebben gemaakt, heb ik bijvoorbeeld niks tegen zorgrobots: daarin hebben we dan eerder al onze aandacht en zorg en fijngevoeligheid gestopt en dan voert de robot dat, als verlengde van ons zelf uit. Niks mis mee.

Want iPad voelde direct als een verlengstuk van me: met een, twee drukken, verplaats je je van de ene wereld in de andere, in een minuut, zo even in je Postvak, dan in je blog, je agenda, even iets googelen, onderwijl muziek ook zo ergens vandaan te halen, een foto maken en die meteen ook weer doormailen... de wereld aan je voeten. En nu doet ie het niet meer en ik voelde meteen gehandicapt.

Naar de winkel: helaas... ja het is mogelijk dat na een flinke klap, zij het nog doet en dan toch ineens 'de geest geeft'. Op de terugweg uit Londen, vlakbij mijn huis, nota bene, maakte de bus een scherpe bocht en remde, iPad op het voortafeltje, waarmee ik naar muziek luisterde vloog de bus in en knalde tegen een stoel verderop. Alleen het glas was aanvankelijk gebarsten, maar dan kon ik wel mee leven. In de winkel deed zij het ineens weer, o gelukkig!, maar thuisgekomen, niks meer.

Ik besloot het maar even los te laten iPad uit te zetten en naar de rivier te gaan, in het zand, met een boek, voor het eerst dit jaar: met mijn wond op mijn knie kon ik eerder niet zwemmen. Wat geweldig weer! De donkere langharige oerossen zijn vervangen voor gladde roodbruine runderen. Ze kwamen steeds dichterbij, gingen met de hele groep, waaronder twee kalfjes, op nog geen tien meter afstand onder de schaduw van een grote waterwilg liggen.

Een jongeman en een jonge vrouw uit de kudde gingen met hun grote horens bij het water met elkaar in een steekspel en neuzen wrijven en twee heel grote vrouwen keken me voortdurend aan met grote koeienogen. Wat zouden ze zien? Hoe word ik door hen ingeschat? Als een vreemd beest, dat stil ligt en dus ongevaarlijk is? Ook ik keek tersluiks terug, toch een beetje op de hoede, zou zo'n vredig pastoraal tafereel plotsklaps kunnen omslaan? Plotseling hoorde ik vlakbij mijn oor briesen. Bleek de grote stier, wat een rode massiviteit,  op nog geen drie meter, mij aan te kijken. Toen ik terug keek voegde hij zich bij de kudde onder de boom.

Probeer je alert te zijn op de hele kudde, weet de hoofdstier via een omweg mij toch te verassen. Even later ging ik het water in. Maar ho, ho, wat gebeurde er nu? Twee runderen liepen naar mijn handdoek en een ging in mijn tas snuffelen! Dus ik snel het water weer uit en de twee zagen het en liepen verder, de uiterwaarden in. Een grote was bruin en wit en leek exact op de stier van Paulus Potter, alleen was dit een koe met uiers.

Ik, met toch een beetje hoop, weer huiswaarts. Zou iPad zijn uitgerust en het weer willen doen? Ja, het slaat nergens op, deze antropomorfische eigenschappen die ik aan iPad hecht, maar mijn eerste mobieltje, die nu dienst doet als noodtelefoon, blijft voor mij ook Sammie....

Nee, iPad doet het niet. Ik typ nu op de oude laptop. En probeer wat apps na te maken: zo heb ik een NPO-account aangemaakt en moest sowieso mijn emailadressen weer helemaal ergens vandaan googelen... Misschien leer ik met mijn handicap leven: mijn eerste reactie was meteen een nieuwe ipad te willen kopen: net zoals een bril, daar kun je ook niet zonder. Maar bij iPad ligt het toch een beetje anders... Misschien kan je het van de reisverzekering terugkrijgen, adviseerde de behulpzame jongeman, net voordat iPad het weer deed, toen hij het vasthield. 'Magische handjes!' riep ik. Maar ik heb ze vooralsnog niet...