Het begon met de zoetige, weeïge smaak van papaja bij het ontbijt. Wat is dat lang geleden! Lekker met de krant erbij, de Indiase en de westerse smaakjes mixen. En toen... Delhi is groots en zo prikkelend en de mensen hebben een soort rust over zich in alle kleur-rijkheid. Ik had dit niet verwacht. Dacht aan chaos en hectiek en een soort van dol dwaasheid. Ja, de auto’s toeteren de hele tijd, riksja’s, tuktuks, mannen op motors en af en toe op een paard door elkaar, er hangt smog en alles is stoffig, maar...
Zoveel kleine tafereeltjes, die in zich een wereld herbergen. De wijze waarop verkopers hun waar uitstallen, dat je overal mensen met elkaar ziet praten, dat een ieder haar eigen ding doet, fysiek vlak naast elkaar en ik heb nog nooit tegelijk zoveel mensen recht in de ogen gekeken, hoe dat werkt weet ik niet, er is geen opdringerigheid in de ogen... Eén moment komt nu in mij op.
Ik zat al in de bus, bij het uitstappen bij de grootste moskee van India maakten enkele vrouwen met een baby op de arm, een bedelgebaar zonder aan te dringen. Ik keek er nu van boven op en dacht: wat een klassiek Madonnabeeld, moeder met kind, alleen is het waarschijnlijk de oma, zij is al op leeftijd. Precies op dat moment kijkt ze me aan, ze heft opnieuw haar hand voor een aalmoes, maar ze glimlacht erbij. Bijna alsof ze zegt tegen me: we spelen beide ons goddelijk spel, jij de rijke toerist, ik aan de andere kant.
Ik kreeg een gevoel van milde heimwee, heel apart, wandelend over die grootse complexen, die moskee van rood zandsteen in de ochtend en de Qutb Minar op de middag, met een islamitische toren uit de 11e eeuw met de 100 namen van Allah daarin gebeiteld, vijf lagen hoog, er is gebruik gemaakt van stenen uit Brahma heiligdommen die er eerder waren, menselijke gestalten en dieren afgevlakt en onherkenbaar gemaakt, de islam doet niet aan afbeeldingen. Alsof de stenen vanuit het verleden mij riepen: wij hebben zoveel gezien en meegemaakt, jij klein mens... Er stond ook een ijzeren paal uit de vierde eeuw, die nauwelijks geroesd heeft. Men weet nog steeds geen antecedenten, waarom en hoe deze gemaakt is.
Het memorial van Gandhi, een waakvlam op zwart marmer en bloemenkransen, hier is hij gecremeerd, een groot park eromheen met uitspraken van hem: A word uttered fron a pure heart, never goes in vain en: the soul dries up without the company of the good... De vader van de natie, zo heet hij, mooi toch?
En verder: groepen kleine apen in het groen tussen de witte villa’s , ooit de woonwijken van de Britse kolonialen, ik zag een grote baviaanachtige aap op een zeil boven een winkeltje zich te weer stellen tegen drie grote honden onder hem, een boom vol eekhoorntjes, groene papegaaien, roofvogelachtigen boven de bomen, veel vogelgeluiden, zwerfhonden, maar geen koeien op straat, dat mag in Delhi niet meer.
Duizelingwekkend Delhi; daar vat ik het maar even mee samen, eigenlijk heb ik geen woorden voor de mix van alles wat ik op één dag gezien en beleefd heb.