Ik zit hier in een royale fauteuil in de zon in hotel Mandawa Haveli in Jaipur, de hoofdstad van de provincie Rajasthan. Het was het stadsverblijf van de koning van Mandawa en daar heeft de familie een hotel van gemaakt. De mooiste kamer wat uitzicht betreft, schat ik in, op de bovenste verdieping: een hoekkamer, aan de ene kant de binnentuin, aan de andere kant in de verte de straat. De moskeeën roepen nu op voor het middaggebed.
Het is zo bijzonder wat ik tot nu toe allemaal gezien heb, ik heb er in het kort geen woorden voor. Vanuit Delhi naar Mandawa door een landschap vol felgeel bloeiend mosterdzaad. Vlak buiten Delhi al koeien langs de kant van de weg. Eerst ben je verbaasd, maar ze zijn werkelijk overal. Ze sjokken rustig tussen de mensen, ze eten op afvalbergen, dus het plastic en blikjes blijven over, eigenlijk best milieuvriendelijk. Hoe is het om hier koe te zijn? Je hebt geen natuurlijke vijanden. Auto’s en alles rijdt om je heen, ruim baan! Je snuffelt gewoon mee aan tafeltjes waar mensen zitten, geen probleem. Wat zegt het over de mensen, dat zij zo gewoon met de koeien samenleven? Op de allernieuwste snelwegen, die in de hoogte worden gebouwd, daar mogen geen koeien meer op, die moeten op de servicebaan, zoals die heet, blijven. Maar op de oude ‘snelwegen’ ontstaan er files door een koe, of omdat mensen over willen steken, of omdat er een kleine tractor, vrachtautootjes, een trekkar met een paard ervoor, you name it, rustig haar gangetje gaat.
Je ziet hier alle tijdslagen en mensensoorten inėėn, een smid op de grond op een aambeeld, een jongen met een mobieltje ernaast, zwerfhonden ertussendoor, vrouwen met spullen op hun hoofd of waterkruiken of in jeans, scooters, auto's , soms een wagen getrokken door een kameel. Dat kunnen nomaden te zijn, die om de zoveel maanden van plaats te veranderen. Aan de randen van elk dorpje of stadje wonen ook mensen in tenten met zeer weinig middelen. Ik zag in twee dorpjes vrouwen in het zwart in burka, hier bij binnenkomst in Jaipur, een vrouw totaal bedekt, maar dan in fel blauw met glittertjes. Ja, de kleuren... die felle sari’s die je tot ver aan de horizon kunt herkennen, in het op sommige plekken droge woestijnlandschap wat later kwam, wel met bomen overal, die natuurlijk zijn ontstaan. Maar sommige stukken zijn intens groen, want de regering geeft subsidiemogelijkheden om het grondwater op te pompen.
En dan Mandawa: koopmanswoningen met fresco’s, de bouwstijl, met een balkon voor, doet me je aan Venetië denken. Zou dat kunnen, dat kooplieden uit India, daar hun inspiratie vandaan haalden? Zo mooi.
En Pushkar: een heilige stad aan een klein bergmeer, waar de enige tempel van Brahma staat.De trappen ernaartoe zijn gewijd, er staat 150 witte tempeltjes omheen, men offert er mandjes met rozenblaadjes en oranje bloemetjes, met zakjes met nootjes, kleurige snoepjes, popcorn. Bij zonsondergang klonken er door de microfoons gezangen, alles verzadigd van muziek, het meer als klankkast, priesters waren aan de kant in de weer met een vlam en zwaaibewegimgen met de armen en een pluim in de hand. Ik Iiep per ongeluk op een stuk waar ik op dat moment niet had mogen komen... Het grote kamelenfestival was net geweest, er hing een sfeer van opruimen , met wat achterblijvers.
Tot zover, maar even, uit de explosie aan beleving.