Dus nu heb ik het plan opgevat om zes bakken in een rij te plaatsen op mijn parkeerplaats, waar nooit een auto van mezelf op zal komen. De aantallen zijn bepaald door de hoge korting die je dan krijgt en nu komt er dus een moestuinstrook in mijn bostuintje en een auto kan er toch nog provisorisch naast terecht. Het doet me denken aan mijn eerste jaar in het nieuwbouw-hoekhuis; toen was de strook ernaast ook een moestuintje en toen bleek na de grote vakantie bij thuiskomst alles eruit gehaald te zijn...Ik ga er nu maar vanuit dat dit hier niet zal gebeuren. Áls er oogst komt...Ik zal het gaan meemaken. Helemaal in het begin, hier, droomde ik dat bij de buren een moestuin gemaakt werd en nu ben ik het zelf.
Het artikel focust op de blik van de vrouw (Berthe), die kijkt naar haar man (Eugène), die kijkt naar een vrouw, die waarschijnlijk een gouvernante is, die weer kijkt naar het meisje, die weer kijkt naar de zee. Dat het gezicht van de gouvernante helemaal niet geschilderd is maar letterlijk gedwarsboomd is door het kozijn van een venster, passend bij haar sociale positie. Dat in het meisje de moderne blik gestalte krijgt omdat in die tijd voor het eerst de zee als plek voor ontspanning en toerisme opkwam, dat de gouvernante doet wat ze moet doen, op het meisje letten en haar man doet wat past bij mannen: kijken naar een vrouw, de verrekijker even terzijde geschoven, meesterlijk geschilderde in de suggestie van twee gebogen vegen.
En Berthe overstijgt dus de beperkingen die vrouwen toen nog zozeer hadden, door dit ‘kijken’ van een ieder tot thema te maken. Ze is de scherpe waarnemer en verslaggever van haar tijd. Haar man was de broer van de beroemd geworden schilder Edouard Manet die ophef maakte in zijn tijd met dat bekende schilderij ‘Olympia’ van een naakte vrouw met een zwarte bediende naast zich en die zonder enige schaamte je onbevangen aankijkt. Net zoals ‘Ontbijt op het gras’: levensgroot een naakte vrouw met twee geklede heren, dat ik vroeger ook alleen maar een heel gek schilderij vond.
Berthe Morisot staat trouwens op heel veel schilderijen van Manet, ze zou die naakte vrouw weleens kunnen zijn, want ze was zijn model en zo heeft ze zijn broer ook leren kennen. Dan zie je het subtiele verschil met haar geschilderde zelfportret: daar komt een vrouw van vlees en bloed je tegemoet, met iets van wallen onder haar ogen van vermoeidheid en een zweem van wellicht grijs wordend haar. Haar schilderkunst stond altijd in de schaduw van die van haar man, die haar zonder kreukje heeft vereeuwigd. Wat lijkt het mij aardig, als dit uiteindelijk in de schaduw komt te staan van haar eigen schilderkunst.