Er is één gedicht dat ik uit mijn hoofd ken. Daar vragen natuurelementen, The sea, the clouds enzovoort wie je bent en het steeds herhaalde antwoord, dat is een soort van mantra van mij geworden: The Trees ask me who I am... SOMETHING SMALL, SOMETHING SMALL, BUT A PIECE OF IT ALL. En een ander gedicht van Robert Frost las ik ook altijd, over de twee wegen: Two roads diverged into a wood / and I took the one less travelled by / and that has made all the difference.
Dat gedicht op Instagram kan ik nu niet meer terugvinden. Hetzelfde eigenlijk als met dat gedichtenboekje: te lang getwijfeld en daarom is het zoekgeraakt. Ik dacht erover om er een blogje van te maken en het daarmee over te schrijven, zoals je dat vroeger deed met pen en papier, en dan had ik het tussen de bladzijden van het boekje ook meegenomen, maar het kwam er toch niet van en dus heb ik er ook geen simpel ‘screenshot ‘ van gemaakt... Wég. Net typte ik voor het eerst de hele titel van de gedichtenbundel in, ik schreef het dus als het ware over zoals ik dat vroeger deed bij mooie gedichten, twee Chinese dagboeken vol, en voor het eerst kwam de impact ervan binnen, het bevat allemaal lievelingswoorden van mij en dat dier voegt er iets wilds aan toe en vraagt om dezelfde ruimte en hoort daarmee evenzeer bij de ‘ik’: Room For Me and a Montainlion: Poetry of Open Space.
Ach... en daar verscheen die kleine pocket met die twee mensen die op een rots bij het water de ruimte inkijken... ’Bantam Books’ uit 1975, het was waarschijnlijk ook een van de eerste boekjes die ik in Amsterdam kocht in the American Book Center, dat voor mij een werkelijke poort is geweest om uit te breken uit de Nederlandse spruitjeslucht... Ook mijn huidige interesse in the graphic novel is daar, al heel lang geleden begonnen, halve-hele boeken las en bekeek ik er op een krukje tussen de kasten. En die Chinese dagboeken kocht ik in een Chinese winkel in Amsterdam, ook al zo’n openbaring voor mij toentertijd: China Town.
Dat gedicht op Instagram lijkt nu voorgoed verloren geraakt, maar wordt in mijn herinnering nu waarschijnlijk steeds mooier en niet te overtreffen. Dat past bij de ervaring van het liedje dat ik gisteren toevallig al zappend tegenkwam (ook dat doe ik bijna nooit). Bij Humberto op RTL4 was Youp van het Hek o.a. gast. Ik ben nooit fan van hem geworden, hij blijft voor mij een echte hetero-man uit de betere klasse, ook al drijft hij daarmee tegelijk de spot. Bij het liedje hoorde hij steeds de stem van Janne Schra, dus heeft hij haar een brief geschreven of ze met hem wilde zingen en die vertelde eerst verbaasd te zijn, maar ze had toch ‘ja’ gezegd.
Toen zongen ze samen het liedje, je zou kunnen denken, een echt ‘hetero-liedje’ van een oudere man. Maar juist door de toevoeging van Janne Schra, dacht ik meteen : O, dit kan een klassieker worden, het liedje wordt zoveel gelaagder omdat zij het ook zingt: Er is altijd wel een meisje... Zo is er altijd wel een gedicht dat ergens wacht om gelezen te worden en aanwezig is. En gisteren kwam ik tot een heerlijke ontdekking hier. Ik wist dat het er was, maar had er nog geen gebruik van gemaakt: het verwarmde zwembad. Dus ik kan het hele seizoen zingen: er is altijd wel een zwembad... Zoals het mijn gewoonte was om die gedichtenbundel altijd mee te nemen, zo zou ik er een gewoonte van kunnen maken om elke dag wat baantjes te trekken: Room For Me...