woensdag 29 september 2021

Afscheid

‘Wat ben je allemaal aan het doen?!’,  vraagt E. de technisch beheerder die in zijn golfkarretje voorbij komt. Ik sta met jas aan in de regen met een hark in het grasgazonnetje te hakken. Dat heet, geloof ik, 'verticuleren'. ‘Gras aan het zaaien’, zeg ik, ‘en nu maar hopen dat het aanslaat met de regen’. Jawél…’ zegt hij breed lachend en rijdt door.

En hiermee is de herfst definitief ingeluid. De regen tikt rondom het huisje, ik zit bij de gaskachel die ik voor het eerst weer op een hogere stand heb gezet. Ach… de herfst… een mooi seizoen van oogst en van … afscheid? Al het blad zal gaan vallen, maar de paddenstoelen moeten nog komen. Elk seizoen is er ook één van afscheid. En komt de zomer, dan is dat ook afscheid van de lente. Enzovoort.

Deze zomer was er één waar ik het afscheid ook goed voelde, en er zijn twee boeken die daarbij mijn gesprekspartner waren. Het ene was: Fresh Water For Flowers van Valerie Perrin. Het gaat over een vrouw die beheerder is op een begraafplaats, ze verzorgt de graven van diegenen voor wie niemand komt, praat met bezoekers, doet de algehele administratie , enzovoort. Het boek bestaat uit korte hoofdstukjes en staat barstensvol mijmeringen over sterfelijkheid, vergankelijkheid, dat wat gaat en komt, dood en leven. Teder en sterk tegelijk.

Zo is het leven… het gaat dóór, ondanks degenen die er niet meer zijn. Die je het ook nog zo gegund had om te leven. Dat jezelf leeft, terwijl een ander er niet meer is… Dat verdriet is onnoembaar, diep en soms duizelingwekkend. Daarin hielp het prentenboek met tekst van Michael Rosen en tekeningen van Quentin Blake. Het is autobiografisch, de schrijver heeft een zoontje verloren. ‘Verdriet’ is de Nederlandse titel van: Michael Rosen’s Sad Book. Door de tekeningen blijft het boek ook licht en… ja opnieuw dat woord: teder. 

Hier blijkt de kracht van Quentin Blake en ik bedacht mij ook dat prentenboeken eigenlijk de eerste Graphic Novels zijn, die naar je toekomen. Tekst en tekening kunnen niet zonder elkaar. Dat begint al meteen op de eerste bladzijde: ‘Dit ben ik. Ik heb verdriet. Als je de tekening ziet, denk je misschien dat ik vrolijk ben. Maar dat is niet zo. Ik heb verdriet en ik doe alsof ik vrolijk ben.’ 

Deze zomer heb ik dit boek waarschijnlijk wel elke week een keer gelezen en bekeken. Dat gaat heel snel, je bent er zo doorheen. Maar het geeft handen en voeten aan ‘verdriet’. Dat daarmee niet overgaat, maar je wel ook aanspoort om verder te leven. En het eindigt dat hij zegt dat hij dol is op verjaardagen: ‘Niet alleen de mijne, ook op die van anderen. Lang zal hij leven… dat soort dingen. En kaarsjes, vooral kaarsjes’. En de laatste bladzijde is een tekening waar hij naar de grote vlam van een kaars staart, het portret van zijn zoontje ervoor, een pen in de hand met papier. 

Zo schrijf ik dit blogje. In het begin van de herfst. Waarbij ik dan opnieuw denk: dit is de eerste herfst, die hij niet meer mee kan maken. Er was een afscheid. Er zijn zoveel afscheiden. Soms is er een gerede verwachting naar iets nieuws: gras zaaien in de herfstregen.  Soms is het diffuus en ontdek je dat je ergens blijft hopen op vormen van nieuw begin. Waarvan je niks weet. Dat blijft zo. Het aansteken van een kaars helpt wel, altijd. Het gebaar van het zelf aansteken van licht.