Gek genoeg, geeft het een kick. Om nog voordat je koffie hebt gedronken en je haren geborsteld, je meteen met opruimwerkzaamheden buiten bezig bent, terwijl de wind om je heen loeit. Ik dacht aan de graphic novel The House van de Spanjaard Paco Roca. Al bijna alleen om de sfeervolle voorkant aangeschaft. En omdat ik zijn tekenkunst al bewonderde door Wrinkles, het boek waarmee hij internationaal doorbrak. Dat gaat over zijn vader met alzheimer in een verpleeghuis. Zijn zachte kleuren, hoe hij de verwarring van zijn vader, het gemengd raken van zijn ondernemende verleden en nu patiënt die begeleiding nodig heeft, via kleurverschil en een subtiel andere tekenstijl, weergeeft. Zonder veel woorden word je ingeleid in de gevoelens van de familie, die hun vader niet graag daar achter laten (ik las het in het begin van de lockdown, het was heel toepasselijk) en die vader die rondzwerft in zijn eigen hoofd.
Allereerst komt de tweede zoon, kunstenaar en tekenaar, Paco Roca zelf, gezien het geblokte overhemd dat je ook op een foto van hem met zijn vader achter in het boek ziet. Vader bleek altijd druk, kon niet stilzitten en nu vind hij in een boom in de takken, alle papieren recensies die hij zijn vader heeft gestuurd. Hij was dus helemaal niet geïnteresseerd in mij, hij heeft ze niet eens gelezen, denkt hij aanvankelijk. Totdat hij een oude buurman spreekt die vertelt dat zijn vader die recensies uitgebreid aan hem liet zien en zo trots was.
De tweede zoon, die zich niet dus niet gekend en erkend voelt als de eerste, die even handig is als zijn vader. Die klaagt ook bij aankomst, dat zijn broer dus niks gedaan heeft, alleen maar wat heeft gerommeld. ‘Hij heeft wel de koelkast vol eten gestouwd’ zegt zijn vrouw. En dan blijkt dat de oudste zoon in het ziekenhuis, zonder overleg te hebben gepleegd met de anderen besloten heeft om, na de zware niet goed gelukte operatie van zijn vader, de behandeling stop te laten zetten, vertelt hij aan zijn zus, die nu ook aangekomen is in het vakantiehuis. En ondertussen lopen hun kinderen rond en vragen dat het huis niet verkocht wordt, het is er zo fijn.
Ook Paca Roca komt weer aan, met alle benodigdheden om in een dag een pergola te bouwen, een wens van zijn moeder, om daar samen gezellig onder te kunnen eten. Die wens was nooit vervuld, zijn vader had altijd andere belangrijker klussen. Dus ze bouwen de pergola. Terwijl het de bedoeling was om alles in het huis op te ruimen en weg te doen. Dan belt ook nog de makelaar: er is iemand die het huis meteen wil kopen, een heel goed bod. Ze besluiten in november nog een keer met de hele familie terug te komen, om het dak te herstellen. En daarvoor kan een ieder dan ook nog van het huis genieten. Paco Roca wil zien wat er uit de meloenzaden is gekomen die hij geplant heeft, hun vader was daar ook altijd mee bezig.
De oude buurman komt langs om alles te controleren en dood blad op te ruimen. Er hangt een bordje ‘Te Koop’ aan het hek. Hij herinnert zich het laatste gesprek met zijn buurman. ‘Ik ga niet dood voordat ik vruchten van deze vijgenboom geplukt heb’, zegt deze. De buurman graaft het vijgenboompje uit en neemt het mee naar zijn eigen huis: het laatste plaatje in het boek. Dat gevoel van opbouw en afbraak, ik maak het hier mee met die oude bewoners die vertrekken en hoe een tuinhuisje meegenomen wordt door de wind. Dat het altijd maar doorgaat: Het leven is voortdurend in transitie.