Het zit vol mensen en dieren en dingen en natuur in metamorfose en soms worden ze daardoor hybride: deels mens en dier of machine, of met twee gezichten, of vleugels als oren of een huis dat groeit op je hoofd, of over drie kinderen die bedorven vlees eten, hun hoofd verliezen, die daarna door een groene indiaan geplakt worden op grappige plekken: op hun hand en voet en hun achterste en ze vinden dat helemaal niet erg. De mooie Humbert, die echter wel gemeen is tegen zijn zusters. Die stoppen dan een krokodil in zijn bed, maar hij is zo mooi dat de krokodil smelt voor zijn schoonheid en ze vriendjes worden. Enzovoort. Het boekje vormt de basis van de komende Biënnale in Venetië.
Daarna ging ik mijn tuinhuisje-kas weer herbouwen. Een puzzel met al die losse stangen, half verdraaid en door de kracht van de storm was op sommige plekken ook aan de uiteinden de buis gescheurd. Met ducktape weer herstellen en het spannends was, of ik wel alles bij elkaar gevonden had: als er één stang ontbreekt kon ik alles wel weggooien. En toen stond het er weer, de onderkant nog ‘verzwaard’ met een oude opklapbare stang uit een oude tent, die eerst in het afdakje van mijn huis in de stad zat, een tweedubbele recycling en een cirkel die rond wordt, daar hou ik wel van. Het was zó warm en fijn weer, met een dik vest aan en het harde werken (ahum) kreeg ik het warm en ik dronk, toen de klus geklaard was een pilsje in de late middagzon. Dan voel ik me wel een beetje een arbeider: bier als beloning na het werk.
Toen naar binnen en in de hangmat bekeek ik de presentatie van de Biënnale die dus ‘The Milk of Dreams’ heet. Het ‘logo’ en in alle uitgaven, zoals ook de catalogus, de affiches, de begeleidende boeken, zijn ogen te zien, die komen uit kunstwerken van kunstenaars: het oog dat speurt en álles kan zien, ook in de werelden van de verbeelding. Cecilia Alemani, de curator is gespecialiseerd in het werk van hedendaagse kunstenaars, en is nu directeur en curator van High Line Art, een park in New York, dat kunst in de openbare ruimte tentoon stelt.
Ze vertelt over deze historische Biënnale: voor het eerst met een jaar meer voorbereidingstijd, door de pandemie en voor het eerst dat die helemaal online samengesteld is, zonder dat zij fysiek in de buurt van de kunstwerken is gekomen. Daarentegen heeft ze wel heel lange, intieme gesprekken gehad met honderden kunstenaars, vaak tot diep in de nacht, in een sfeer van urgentie, het leek soms immers of het einde van de wereld in de buurt was, en wat betekent dit allemaal voor de mens? Wie ben je, wat is essentieel?
En zo kwam ze, wat ik er nu van heb begrepen, tot een Biënnale die opgedeeld is in drie structuren en vijf ‘tijdcapsules’, die allen volkomen verschillend van sfeer en inhoud zijn. De ene heeft bijvoorbeeld de sfeer van de mens die op allerhande wijze verbonden is met de levende natuur en daar verwikkelingen mee aangaat, een ander is juist ‘clean’ en technologisch en abstract: want de mens beweegt zich ook naar robotica, de wetenschap die plaatsvervangend kan zijn voor mensen, of ze de mogelijkheid kan geven langer te leven. (En opnieuw: gezien de pandemie waar er in het begin nog geen vaccin is, denk ik nu). De drie structuren waar dit alles in beweegt zijn: De representatie van het lichaam in metamorfose, de relatie van het individu met de technologie en de connectie van de mens met de aarde.
Er zullen nog nooit zoveel kunstwerken te zien zijn als nu, nog nooit is het aantal deelnemende vrouwen zo groot geweest, nog nooit zoveel onbekende kunstenaars uit nog nooit zoveel landen. En ondertussen illustreerde ze dit met afbeeldingen van kunstwerken. O!, ik lag nu al te likkebaarden in mijn hangmat terwijl ik uit de drie ramen in mijn boshuisje uitzicht had op een kleurige schemering tussen de bomen, ik verzonk al bijna in een ‘Milk of Dreams’.