Door dit boek,o.a., ben ik nog dagelijks met New York bezig. Het weegt bijna drie kilo, schat ik in, en is, denk ik, hét naslagwerk dat ook nog eens gekoppeld is aan een documentaire die in haar geheel op YouTube te zien is. Elk hoofdstuk is een aflevering van meer dan drie uur.
Je wordt je vooral bewust, dat de geschiedenis van NewYork er niet eentje is, die gaat over veldslagen en hoge heren en generaals, maar dat heel NY is ontstaan door de gewone mensen, de grote toestromen van over de hele wereld. Dat de hoop op een beter leven in het DNA van NY is gaan zitten. En natuurlijk was er veel strijd, tijden dat het erop leek dat het nooit meer goed zou komen met NY, zoals de hoge graad aan criminaliteit, de moorden, de onderwereld, eerst in de ‘Maffia-tijd’ en later tussen 1970- 1990. Maar telkens opnieuw bleek de veerkracht van NY, stonden er mensen op om de oorspronkelijke democratische geest en het besef dat NY van alle mensen is, arm en rijk, hoog en laag, ontzettend divers, te bewaren.
De diversiteit van NY blijkt bijvoorbeeld uit de slachtoffers van de Twin Towers: er waren 92 nationaliteiten. Allemaal dus met familie en gemeenschappen waaruit zij kwamen, maar allen óók New Yorker geworden. Ik lees het nu weer: deze aanslag heeft de mensen van NY zo lijkt het, voorgoed aan elkaar verbonden, iedereen met het besef: Wij gaan dit doorstaan, NY zal sterker dan ooit weer verrijzen. Ook de COVID-pandemie gaf dat laatste zetje: in het hart van NY stierven héél veel mensen. Ik herinner me nog zo’n foto van de rijen en rijen kartonnen doodskisten, vooralsnog geen tijd en geen plek om iedereen in de aarde te rusten te leggen… Maar NY lijkt na elke crisis er weer sterker uit te komen. Die dynamiek en een soort van optimisme en wilskracht: dát voelde ik, al wandelend, overal. Die geschiedenis die als archeologische lagen voor je is uitgespreid, in de gebouwen, de parken, de banken, de stoeltjes met tafeltjes en plantenbakken op zoveel plekken zorgvuldig neergezet, en die je dan dagelijks ‘leest’: ik mis het.
Dit lied, geschreven in 1894 , The Side Walks of New York, schijnt elke New Yorker in de één of ander versie wel te kennen. Vaak als eerste gezongen als een wiege- kinderliedje.Het leuke bij dit filmpje zijn de oude beelden. En toch: de straten en huizen, ze zijn er nog steeds, al verrezen daarachter hypermoderne wolkenkrabbers.
Het blijkt dat Harlem door de segregatie is ontstaan. Al die vrijgemaakte slaven, waar moesten die dan gaan wonen? Nee, ze hoorden nog niet, als gelijkwaardig bij het witte ras. Ze mochten allemaal in Harlem gaan wonen. En Harlem floreerde en het bleek dat dáár het hart ging kloppen van alle moderne jazz-pop-gospelmuziek. Witte mensen gingen noodgedwongen een avond uit in Harlem voor de dans, de swing, de emotie. Om daarna, in koetsen en later de auto’s, gauw weer af te dalen naar het witte NY, geografisch gezien, want Harlem is het noordelijke gedeelte, het verafst gelegen van de zeehavens en het financiële hart in de zuidelijk punt, downtown.
Er was een heel grote kunstenaars scène. Ik had nog nooit gehoord van deze schilder: PalmerHayden.Het zou tijd worden, dat deze eens uitgebreid in het zonnetje wordt gezet op de Biënnale of de Documenta…Ik zie een kracht en levensoptimisme in deze schilderijen. Een meisje, dat in zijn tijd, toen nog helemaal niet vanzelfsprekend, nonchalant, aan het studeren is. Een zwarte man in een metro vol mensen met een kleurtje, ook toen lazen mensen dus veel in de metro, en misschien is het een toen nog niet vervuld verlangen dat je hier ziet: de zwarte man prominent in beeld in een ontspannen sfeer temidden van anderen.
Het blijkt dat de musical Showboat uit 1936 het begin is geweest van de hele musicaltraditie. En ook een grote invloed heeft gehad om de kloof tussen wit en zwart uiteindelijk te gaan dichten, de segregatie af te schaffen. Het werd een klassieker, dit lied. De universele ervaring dat wij voorbijgangers zijn, zittend bij een rivier, die door alle landen en langs alle naties, zonder aanziens des persoon, stroomt en blijft stromen.