Ik heb er, denk ik, weer één gevonden: een gereedschap dat de Neanderthalers 50.000 jaar geleden hier gebruikten. Het is vuursteen en die bewerkten ze dan en dat zie je aan de ‘schilfers’ die er niet meer zijn aan de randen. Hierdoor ontstonden schrapers, waarmee ze de huid van het vlees van dieren haalden, het vet van de huiden, het vlees van de botten. Ze joegen op dieren : in de warmer periodes op hyena’s, holenberen, holenleeuwen en in koudere periodes mammoeten, herten, wolharige neushoorns. En verder op alles wat hoeven heeft. Je moet de stenen zien als een soort van Zwitserse zakmes; alle kanten werden gebruikt. Die Neanderthalers leefden 10-14 meter onder de huidige bodem: in de loop van de tijd is daar veen en ander soorten grond bovenop gekomen. Je vindt die vuurstenen dus langs de kant van de rivier of in het bos, waar graafwerkzaamheden zijn geweest. Eentje vond ik bij de Waal, de andere twee hier, in het bos.
En dan heb ik deze dagen ook een andere verzameling aangelegd. Brilletjes die nu exact mijn ver zien corrigeren. Sinds mijn staaroperatie en de twee nieuwe kunstlenzen, kan ik zonder bril lezen en zie ik alles scherp tot ongeveer twee meter. Ik heb alle brilletjes in de mand in de kringloopwinkel opgezet en degenen die exact de juiste scherpte gaven gekocht, elk voor één euro, dus nu kan ik voorlopig even vooruit. De gedachte sprong in mijn hoofd, dat al deze brilletjes waarschijnlijk hebben behoord bij mensen die óók dezelfde staaroperatie hebben ondergaan. Want het zijn eenvoudige brilletjes met aan beide kanten hetzelfde glas. Alleen deze brilletjes kunnen makkelijk een nieuwe eigenaar vinden. Maar dat betekent…dat waarschijnlijk al die eerdere gebruikers nu dus dood zijn. Zo’n staaroperatie krijg je pas in een latere fase van je leven en dan houdt het een keer op.
Het brengt je als vanzelf in een soort van cirkel van het leven: zowel dat Neanderthalers gereedschap als dat ‘gereedschap’ van deze tijd: beter kunnen zien. En er komt een moment dat ooit ‘iemand’ dit huisje leegruimt en dan komen die spullen wellicht wéér bij de kringloopwinkel?…Kringloop.
Daar past dat liedje bij van Joni Mitchell, The Circle Game. Hier zingt ze het als het ware vers van de pers, het was 1966. Ik kende het liedje niet, maar werd er op attent, door een verassingsoptreden, dat ze in July van dit jaar, samen met andere artiesten gaf, op het Newport Folkfestival. Ze heeft enkele jaren geleden een hersenbloeding gehad en de prognose was dat ze nooit meer zou kunnen zingen. Maar hier zingt ze weer; broos en veel lager.
Alle cellen in je lichaam schijnen zich na zeven jaar te hebben vernieuwd. Dus degene die ik nu ben, in deze verschijningsvorm, heeft een totaal andere materie, dan mijn jongere ik. Alles gaat voorbij en verandert voortdurend. Joni Mitchell is er nu nog en kan zelfs weer zingen. En je weet: ook dat gaat voorbij…Maar het ‘gereedschap van haar geest’ dat zij heeft voortgebracht, haar liedjes, zullen altijd blijven. Ze kunnen ter hand genomen worden, weer gebruikt en de wereld ingaan, dan niet meer door haar, maar door anderen. Ze komen ergens anders terecht, tot hun recht. Zoals de brilletjes en de vuurstenen.