Ja, het is werkelijk prachtig geschilderd, vol details en je voelt die verborgen bron die in het bos klatert met al dat ademend groen. Maakt het uit dat Hitler dit waarschijnlijk ergens had hangen, meer dan 7x 6 meter, tezamen met nog tientallen andere werken van deze kunstenaar; Willy Kriegel?
Of deze dan: bedoelt indertijd om het volk op te voeden en de oorlogsindustrie van Hitler te steunen. Een oorlogsweduwe op de achtergrond, iemand die zijn been heeft verloren. Of kun je met de ogen van nu ook vertederd raken van die jongentjes die in hun eigen wereld wellicht voor het eerst ervaren dat ze iets doen wat van belang is, en kennen ze, wie weet, niet de in en outs van de verderfelijke nazi-ideologie? De schilderkunst van de maker, is zo als een tijdsmachine.
En deze? Een prachtige man toch, gebeeldhouwd in de traditie van Michelangelo, waar de maker Arno Breker zelf graag naar refereert als grote voorbeeld. Hij was de belangrijkste beeldenmaker; al die ‘facistische’ kunst domineerde toen de openbare ruimte. Dit beeld was niet te zien op deze tentoonstelling in het museum van Arnhem:
Je mocht helemaal niks meenemen als bezoeker: alle tassen in de kluis en fotograferen mocht ook niet. Waar is men bang voor? Dat er tóch teveel afbeeldingen waarvan nog onbeslist is of ze niet definitief gecanceld moeten worden, gaan circuleren op het Internet? Dat er protesten en vandalisme gepleegd wordt, middels stiekem meegenomen spuitbussen? Het had ook iets raars: al die schilderijen en enkele beelden, geëxposeerd in een klassieke museumruimte, de ruime witte zalen waren daartoe verbouwd, en dat je dan als bezoeker mag nadenken: mag je hiervan genieten of niet? Voor het eerst is er zo’n grote verzameling ‘nazi-kunst’ te zien in een westers museum. In het NoordBrabants Museum was er eerder een expositie over de eventuele esthetiek van het fascisme, in Coronatijd en daarom door mij gemist.
Schilderijen van soldaten aan het front, in besneeuwde loopgraven; exact hetzelfde als de foto’s van nu van het front in Oekraïne: kijken naar levensgrote schilderijen geeft impact, al was het indertijd de verheerlijking van de krijger. Boerenfamilies, het bewerken van de velden in alle seizoenen; is dat door de context van de Blut und Boden -ideologie daarom niet het aanzien waard?
Ik heb het tot drie keer toe in herhaling bekeken: een journalist die aan Arno Breker vraagt, hoe hij nu terugkijkt naar al zijn kunst die hij voor het derde rijk gemaakt heeft. Hoe hij dat slim steeds weer weet te ontwijken en om te buigen. Hij was een gevoelige man…hij wilde graag kunst maken voor de gewone man, waar deze bij kon ontspannen…hij was altijd onafhankelijk geweest, niemand had hem wat opgedragen. Ja, hij was wel gevoelig voor de tijd, hij zou het nu niet meer zo maken. ‘Wát niet?’ vraagt de interviewer. ‘Classicistische beeldhouwwerken’ is het antwoord, daarmee het woord ‘fascisme’ vermijdend.
Eigenlijk zegt hij: Til er niet te zwaar aan, iedereen moet altijd meebewegen om te kunnen leven…Is dat zo? Mag je hem dat niet aanrekenen? Of is het eerder zo dat mensen allereerst neigen naar aanzien, roem, macht, geld? … Als een duveltje uit een doosje denk ik ineens : Het leven van Jezus ( en ja, ook dat van Boeddha), was precies het omgekeerde.